Jozef verkocht naar Egypte

Waarom zijn de broers zo jaloers op Jozef? Vader Jakob had Jozef een mooie jas gegeven. Die willen zijn broers ook graag hebben! Ook had Jozef van die vreemde dromen gekregen. Hij had gedroomd dat zijn broers voor hem zouden buigen. Wie denkt Jozef wel niet dat hij is?!

De broers willen Jozef doden. Maar zijn broer Ruben roept: ‘Laten we hem in leven houden. Weet je wat een goed idee is? We gooien hem in de put!’ Zo gebeurt het. Zijn broers trekken zijn mooie jas uit en gooien hem in de put. Daar zit Jozef tot zijn broer Juda een nog beter plan oppert. ‘Laten we hem verkopen aan de koopmannen!’ De koopmannen willen Jozef wel hebben. Voor 20 zilverstukken kopen ze hem en nemen Jozef mee naar Egypte.

Nu hebben de broers wel een probleem: Jozef is weg. Dat wilden ze graag, maar wat moeten ze tegen hun vader zeggen? Ook daar weten de broers wel raad op. Ze smeren bloed van een dier aan de jas van Jozef. Daarmee gaan ze naar hun vader. Ze laten de jas zien en vragen of dit de jas was van Jozef. Vader Jakob herkent de jas en denkt dat Jozef moet zijn gedood door een wild dier. Wat is Jakob verdrietig! Hij hield vreselijk veel van zijn zoon Jozef.

In Egypte wordt Jozef door de koopmannen verkocht aan Potifar, een belangrijke man aan het koninklijk hof. Zo komt Jozef helemaal alleen in Egypte. Toch is Jozef niet alleen. De Heere gaat mee en zal hem een belangrijke positie geven in Egypte. Hij is altijd bij Jozef. Zo wil Hij ook altijd bij jou zijn! Wat er ook gebeurt. De Heere is bij jou. Je bent nooit alleen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen