Hendrik van Zutphen en de Reformatie in Bremen
Snelle overgang of geleidelijke verandering? (1)
Reformatie In Bremen: Een Plotselinge Breuk?
In de kronieken over de stad Bremen, waarvan de eerste in het jaar 1550 verscheen, werden de vanaf 1522 gehouden preken van Hendrik van Zutphen – of broeder Hendrik, zoals hij werd genoemd – afgeschilderd als het startpunt van een breuk. De Reformatie werd voorgesteld als een snelle overgang naar een nieuwe kerkelijke en religieuze orde. En een achttiende-eeuwse archivaris omschreef de reformatie in de stad als een plotselinge bevrijding van uitbuiting door aflaatpredikers en als een herstel van de ‘zuivere’ religie.
Hoewel de geschiedschrijving over de Reformatie sinds de Tweede Wereldoorlog een genuanceerd beeld heeft geschetst van de situatie van kerk en religie in de late middeleeuwen, blijft ten aanzien van Bremen het beeld bestaan dat de preken van broeder Hendrik doorslaggevend waren voor de kerkelijke en religieuze verandering. In de woorden van B. Moeller:
Er zijn maar weinig steden in Duitsland waar de overgang van de middeleeuwse naar de reformatorische kerk zo vroeg, snel en soepel verliep als in het anders zo terughoudende Bremen. (...) Vrijwel vanaf het moment dat Van Zutphen met zijn preken begon [in november 1522, JvdK], bestond er geen twijfel over het feit dat Bremen protestants zou worden. [Moeller, ‘Die Reformation in Bremen‘, Jahrbuch der Wittheit zu Bremen 17 (1973), 61]
Een Nieuw Beeld
Twee ambtelijke teksten, geschreven door een burgemeester van Bremen, werpen echter nieuw licht op de overgang van de late middeleeuwen naar de reformatie in de stad. Beide documenten zijn een soort ‘journaal’ waarin gebeurtenissen en zaken zijn opgeschreven die de burgemeester en het stadsbestuur niet wilden vergeten. Het eerste document is het zogenaamde Denkbuch van burgemeester Daniel von Büren sr. (ca. 1460-1541), dat de periode van 1490 tot 1525 beschrijft. Het tweede is het Ratsdenkelbuch, dat vanaf 1395 door leden van de stadsraad werd samengesteld en dat Von Büren tijdens zijn ambtstermijn als burgemeester bijhield. Deze twee documenten geven een interessant inkijkje in Bremen als case study voor de overgang van Duitse steden naar de Reformatie. Deze teksten vormen de basis voor mijn artikelenserie. Ze werpen namelijk licht op de volgende twee vragen:
1. In hoeverre vond er tijdens de Reformatie een vroege, snelle en vloeiende verandering van religieuze loyaliteit plaats?
2. In hoeverre was men zich er al van tevoren van bewust dat kerk en religie in de stad in een crisis verkeerden?
Daniel von Büren sr., de auteur van beide documenten, werd geboren in Bremen. Hij studeerde in Rostock (vanaf 1477), werd raadslid (1486) en uiteindelijk burgemeester van Bremen in 1500. Daarnaast was hij als Bauherr van de Liebfrauenkirche (sinds 1486) verantwoordelijk voor het beheer van een kerkgebouw en diende hij als vertegenwoordiger van de parochie en haar leden. Von Büren bekleedde het ambt van burgemeester tot 1538 en stierf in 1541.
In het Denkbuch en het Ratsdenkelbuch hield Von Büren zijn werkzaamheden als raadslid en later als burgemeester bij. Hiertoe behoorden financiële administratie, verslagen van de rechtspraak, van de landdagen die de aartsbisschop van Bremen hield en van onderhandelingen met het domkapittel van Bremen. Het is in de context van de landdagen en de besprekingen met het kapittel dat religie en de prediking van Hendrik van Zutphen ter sprake komen.
Als we het Denkbuch en het Ratsdenkelbuch gebruiken om zestiende-eeuwse religieuze veranderingen in Bremen te bestuderen, moeten we ten minste vier voorbehouden maken. Ten eerste bieden deze documenten geen volledig beeld van het stadsleven in Bremen van 1490 tot 1525, omdat de bladzijden over de jaren 1510 tot 1520 ontbreken. Ten tweede hebben deze teksten alleen betrekking op zaken die de raad moest behandelen, niet op andere gebeurtenissen en ontwikkelingen in de stad. Ten derde zijn de documenten administratief en beschrijvend van aard en daarom komen waardeoordelen alleen voor als tussenvoegsels of moeten ze worden afgeleid uit de tekst. Ten slotte zijn de beschrijvingen en beoordelingen in deze bronnen tot op zekere hoogte partijdig, in de zin dat ze het perspectief van een vooraanstaand lid van de raad weerspiegelen.
In het licht van deze voorbehouden is het cultuurhistorische concept van de ‘geschiedenis van de waarneming’ (Vorstellungsgeschichte) een nuttig hulpmiddel. Deze methode, ontwikkeld door H.-W. Goetz en J. Sarnowsky, helpt niet alleen bij de analyse van historische personen, gebeurtenissen, gedragingen en ontwikkelingen, maar ook van de opvattingen, percepties en ideeën van de mensen in die tijd. Dat wil zeggen: door een bron te onderzoeken krijgen we zicht op de opvattingen van zowel de auteur als van de lezers.
In de onderstaande analyse bespreek ik zowel gebeurtenissen en visies met betrekking tot de thema's religie en kerk, zoals die te vinden zijn in het Denkbuch en het Ratsdenkelbuch. Op basis daarvan probeer ik een antwoord te geven op de vraag hoe de overgang van de late middeleeuwen naar de Reformatie in Duitse steden, in dit geval in Bremen, verliep en hoe het stadsbestuur deze ontwikkelingen bekeek.
Nauwe Betrokkenheid Bij Het Kerkelijke En Religieuze Leven
Uit het Denkbuch en het Ratsdenkelbuch komt een ambivalent beeld naar voren. Enerzijds lijkt burgemeester Von Büren zonder reserve te hebben deelgenomen aan de kerkelijke aangelegenheden en religieuze activiteiten in zijn dagen. Aan de andere kant vinden we in zijn teksten ook kritiek op de traditionele kerk.
Wat betreft zijn onvoorwaardelijke betrokkenheid wil ik drie aspecten noemen. Ten eerste was Daniel von Büren de religieuze begunstiger van zijn zoon Johann, voor wie hij in 1506 en 1507 een zogenaamd vicarie aan een kerk in Bremen verwierf. Bij een vicarie hoorde in de regel de taak om meerdere keren per week de mis te lezen aan een altaar dat in opdracht van een particulier was geplaatst.
Ten tweede was Daniel von Büren scheidsrechter bij onderhandelingen over testamenten en bij schikkingen over doodslag alsook geldschieter voor religieuze feesten. In testamenten waarover Von Büren in 1504 en 1508 onderhandelde stond een schenking of donatie voor liefdadigheidsdoeleinden. Bovendien legde Von Büren in 1508 samen met andere scheidsrechters een aantal burgers ‘verzoeningsstraffen’ (Sühneleistungen) op voor doodslag. Deze straffen bestonden uit een boete, waarvan een deel moest dienen als vergoeding voor het doen van voorbede in verschillende kloosters, een 'voetval' (een ceremoniële daad van boetedoening en onderwerping), het plaatsen van een verzoeningskruis (waar voorbijgangers werden aangemoedigd om te bidden voor de arme ziel van het slachtoffer), een pelgrimstocht naar Aken en één naar Wilsnack. Bovendien droeg Von Büren financieel bij aan het zogenaamde lichtfeest in Brinkum, dat in 1509 werd gehouden, door een nieuwe luidklok hiervoor te betalen.
Ten derde zette het traditionele devotionele leven van Von Büren zich voort in de jaren na 1520, tot in de tijd dat broeder Hendrik in Bremen preekte. Dit blijkt uit een rechtszaak in 1523 over het Sint-Catharinaklooster en uit een memorie (gebed en mis voor het zielenheil van een dode). Daniel von Büren en een raadsheer bemiddelden namelijk tussen de prior van het Sint-Catharina klooster en een zekere Gelies over de vraag of diens vrouw iemand naar het klooster had gestuurd of tot voogd had laten maken. Deze schikking had ook betrekking op een legaat om een memorie te financieren.
Op basis van deze informatie lijkt Von Büren enerzijds zonder gewetensbezwaren deel te hebben genomen aan het kerkelijke en religieuze leven van zijn tijd. Anderzijds had hij kritiek op de kerk, zo blijkt uit het Denkbuch en het Ratsdenkelbuch.
* Zie voor een uitgebreidere versie inclusief voetnoten van deze artikelenserie: Jan van de Kamp, ‘Rapid Transition or Gradual Transformation? A New Perspective on the Reformation in Bremen’, Archiv für Reformationsgeschichte 114 (2023), 290-305.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's