Ds. J. Catsburg (3)
De innerlijke, geestelijke wending is bij Luther gekomen door zijn bestudering van de Romeinenbrief. In zijn verklaring van deze brief zien we duidelijk zijn congenialiteit met Paulus. Ze zijn beiden van dezelfde soort in het beklemtonen van de rechtvaardiging door het geloof alleen. Luther leert de totale doodsstaat van de zondaar. En alleen de Heilige Geest schenkt het geloof in Jezus Christus tot vergeving van zonden en een leven tot Gods eer. Wat Luther heeft geleerd, blijft hoogst actueel voor onze tijd!
Ons drieluik over de persoon en het werk van ds. Catsburg besluiten we met enkele gebeurtenissen, gedachten en een voorzichtige evaluatie. Immers, mensen leren elkaar kennen door ontmoetingen, woorden en werken.
Ringvergadering
Op een Zeeuwse ringvergadering van ambtsdragers uit verschillende hervormde gemeenten leidde Catsburg een onderwerp in. Dat onderwerp was een vraag: Wat is er aan de hand met het ambt?
Op 18 februari 1969 had de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk over dit onderwerp een studierapport aangenomen dat kerkbreed besproken kon worden. Op die ringvergadering waren ook twee vrouwelijke ambtsdragers aanwezig. Ze vielen de spreker voortdurend in de rede. Dominee werd het zat en vroeg met gezag: ‘Wie is hier aan het woord u of ik?’ Hierna waren de interrupties verleden tijd.
Pastoraal
Eens kwam er een vader uit een vacante gemeente, waar ds. Catsburg weleens preekte, met de vraag of hij het huwelijk van zijn oudste zoon kerkelijk wilde bevestigen. ‘Waarom wilt u dat?’, vroeg de predikant. ‘In de Tweede Wereldoorlog was ik krijgsgevangene in nazi-Duitsland en moest arbeiden in dat land. Toen stierf mijn vrouw enkele maanden na de geboorte van onze oudste. Ik was noch bij de geboorte noch bij de begrafenis. Na de oorlog mocht ik veilig in het vaderland terugkeren. De Heere heeft mij in die zeer moeilijke tijden gesterkt met de trouwtekst die we kregen, namelijk Ps. 37:5 (Wentel uw weg op de HEERE…). Daarom vraag ik u of u het huwelijk van mijn zoon met diezelfde woorden wil bevestigen.’ Dominee voldeed graag aan dit verzoek. Tot roem van Gods genade kan worden gezegd dat Zijn oproep en belofte opnieuw zijn vervuld.
Onderwijs
‘Gemeente, nalaten kan ik het ook niet om u te wijzen op onze christelijke school. Ouders, zend uw kinderen toch naar deze school. Waarom? We hebben een school met het Woord. Menigmaal hebben we ook op de bestuursvergaderingen die band van het Woord gevoeld. Ook was daar de verbondenheid. Op de christelijke lagere school heeft het Woord autoriteit en niet het neutrale denkpatroon. Breek toch met uw neutrale standpunt. Wie niet voor Mij is, die is tegen Mij. Om bevrucht te worden met het Woord, moeten we verkeren onder het Woord. Ja, dan moeten we verkeren in gemeenschap met het Woord!’
Middelen
‘Thomas is niet in de kerk. Waarom niet? Wel, Thomas heeft gezegd: Het heeft geen zin meer. De Heere is gestorven en begraven. Waarom moet je nu nog naar de kerk gaan? Thomas heeft gezegd: Ik blijf thuis zitten. Het heeft geen enkele betekenis meer.’ ‘Thomas is met de discipelen niet vergaderd. Hij maakt geen gebruik van de middelen, die de Koning der kerk heeft geschonken. Hoort u het, gemeente, hoe erg het is wanneer we de middelen niet meer gebruiken, wanneer we op onze stoel blijven zitten van moedeloosheid? Wanneer we zeggen: ‘Nu ja, wat haalt het eigenlijk uit of je wel of niet naar de kerk gaat?’ Thomas bleef thuis. En omdat hij thuis bleef, heeft hij die avond de Heere niet gezien. Bent u vanmorgen thuisgebleven? Hebt u ook de gewoonte om thuis te blijven, om zo van tijd tot tijd eens naar de kerk te komen?’ ‘Catechisanten, zeg nooit: ‘Waarom moet ik naar de kerk?’ Laat het jullie vraag zijn: Waarom mag ik naar de kerk? Voeg je bij de Godgezinden, want je mocht er Jezus vinden!’
Meditatie
Voor de Hervormde Kerkbode op de Veluwe schreef Catsburg op maandag 7 mei 1984, twee dagen voor zijn plotseling overlijden, zijn laatste meditatie. De titel was Elia’s laatste gang. ‘Elia maakte zijn laatste gang. Hij zal worden opgenomen in de eeuwige heerlijkheid. De laatste gang, dat heeft ons veel te zeggen. Ook wij gaan de laatste gang maken. Het is de mens gezet te sterven en daarna het oordeel. Hoe zal onze laatste gang zijn? Eén van tweeën, of met Ahazia in de eeuwige duisternis of met Elia in het eeuwige licht. Elia mocht rusten op het bloed van het Lam. Hij had op goede gronden uitzicht. Elia ziet Gods verbondstrouw.
Het kan vandaag of morgen voor ons de laatste gang zijn. Hebben wij de geloofskijker bij de hand? In de hand gelegd door de Heere? Het geloof is een gave Gods, neergelegd in lege handen. Maak u gereed voor de laatste gang. Dat is eis en ook belofte. Wat de Heere eist, wil Hij nog schenken. De laatste gang. De dichter wil ermee bekendgemaakt worden. ‘Ontdek mijn levenseind aan mij!’ (Ps. 39). De laatste gang. O Sion, weldra is de strijd gestreden. Nog enkele stappen en wij zijn Thuis. Met Elia bij de Heere. ‘De schoonste plaats mat Gij met ruime snoeren. O heerlijk erf, Gij kunt mijn ziel vervoeren (Ps. 16).’
Uitleiding
We proberen tot een voorzichtige evaluatie te komen aan de hand van mondelinge en schriftelijke bronnen. Aan het preken heeft Catsburg al zijn krachten gegeven. Hij preekte appellerend en separerend, met bewogenheid, aandrang en gunnend. Hartdoorzoekende vragen stellen liet hij niet na. De noodzaak van verzoening door voldoening door het werk van Jezus Christus stond in de verkondiging centraal. Ook ontbrak daarin het trinitarisch getuigenis niet. Als kenmerk van zijn preken kan ook worden genoemd dat ze voorwerpelijk-onderwerpelijk waren, anders gezegd, Schriftuurlijk-bevindelijk. Seriepreken werden onder andere gehouden over: de aartsvaders, Elia, Jona, Ps. 23, Ruth en Zacharia (nachtgezichten). Liefde voor de verbreiding van het Evangelie kwam tot uiting in zijn deelname aan zendingsmiddagen voor verschillende zendingsorganisaties. En dat Gods Woord ook politiek-maatschappelijke betekenis had wordt bewezen door zijn tijdpreken die hij voor de SGP hield. Eens sprak hij: ‘De verkiezingen zijn geloofszaken. De stem uitbrengen is een belijdenis des geloofs. Dat zal iedereen zich moeten realiseren.’
Van prof. G. Wisse werd gezegd: ’Waar Wisse komt, is volk.’ In zekere zin kan dat ook van de retorisch begaafde Catsburg worden gezegd, want waar hij preekte, liep de kerk vol. Zijn woordkeus, soms met Amsterdams accent, was eenvoudig, duidelijk, op de man af, lokkend en waarschuwend. Hij gaf iets mee om de gehele week over na te denken. Via internet zijn een aantal van zijn preken nog te beluisteren. Iemand die met Catsburg had samengewerkt zei: ‘Hij was een wijze leidsman, een bekwaam bestuurder, niet enghartig en kon relativeren als dat nodig was. En kerkelijk gezien, is hij ten slotte een eigen weg gegaan, zonder te polariseren en zonder het lidmaatschap van de Gereformeerde Bond op te zeggen. Als je het over oecumene had, dan bedoelde hij ‘oecumene van rechts’.'
Als geestelijke autoriteiten voor hem zijn te noemen: A. Augustinus, W. á Brakel, J. Bunyan, J. Calvijn, A. Comrie, R. en E. Erskine, A. Hellenbroek, M. Luther, H.F. Kohlbrugge, en S. Rutherford. Theologen als K. Barth, G.C. Berkouwer en A.A. van Ruler waren hem niet onbekend.
Precies veertig jaar geleden, stierf Catsburg. Ook hij had zijn tekortkomingen en gebreken. Welke christen heeft die niet? Echter, voor hem is werkelijkheid geworden wat hij eens in een preek citeerde: ’Ik heb de hechte grond gevonden, in Christus’ wonden!’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 juni 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's