Ds. J. van der Haar (slot)
‘Sommige predikanten kwamen niet graag bij haar. Deze langdurig zieke, godvrezende vrouw was met veel gaven bedeeld. Zonder onderscheid des persoons sprak ze ouderlingen en predikanten aan. Maar niet iedereen is daarvan gediend. Voor mij lag het, zoals we zingen in Ps. 141:5a: ‘D’ oprechte sla mij zonder vrezen, ik reken zulks weldadigheid …’ Bij haar graf hebben we deze woorden nog aangehaald. Eens sprak ze tot mij, mede naar aanleiding van oude schrijvers: ‘U moet aanhouden in het gebed, want er is meer te genieten.’ Ik kwam al bij haar, toen ik nog theologisch student was. En uit de vele gesprekken is mij bijgebleven dat zij benadrukte, de noodzaak te kennen om met God verzoend te worden.’ Van der Haar geeft hier een korte impressie van zijn ontmoetingen met vriendin Annigje Grolleman. Ons drieluik over de persoon en het werk van Van der Haar besluiten we met zijn gedachten over enkele actualiteiten uit zijn dagen en een voorzichtige evaluatie.
Kerkgebouw
Op 26 maart 1965 werd de gerestaureerde Maartenskerk in Sint-Maartensdijk officieel in gebruik genomen. Van der Haar sprak ook enkele openingswoorden n.a.v. 1 Kon. 8:29a (Gods ogen open). ‘De kerk als gebouw is iets van en voor mensen. Mensen hebben dit gebouw uit haar verval doen herrijzen. Bijna tien jaar is erover gedaan, terwijl een grote brand de voortgang dreigde te verstoren. Voor mannen en vrouwen, voor kinderen en grijsaards, voor sterfelijke, zondige mensen is dit gebouw bedoeld. Die hebben een kerk nodig om daar te bidden, in dat ‘huis des gebeds’. In de eeuwigheid zal geen kerkgebouw nodig zijn, want dan zal God Zelf in Christus eeuwig bij Zijn volk zijn.
Hoewel verblijd over dit kerkgebouw, zijn wij niet tevreden met alleen de stenen. En daarom klinkt ook vanmiddag de boodschap, het appèl: Laat u met God verzoenen! Dag en nacht moge God dit huis bewaken. Gods huis zal een bedehuis zijn en blijven: geen concertzaal of recreatieoord, en geen toneel- of bioscoopzaal. De Kerk kan soms slapen, maar God niet.
Zie de kansel met Gods eeuwige Woord van wet en evangelie; zie het doopvont met de vraag ’Ben ik gereinigd?’, let op het eenvoudige avondmaalservies in de vitrinekast en vraag: Is Christus’ lichaam mijn zielenspijs; zie de lichtkronen en beleef: Jezus is het Licht der wereld. En hebben de borden met Gebed en Geloofsbelijdenis u al aangesproken tot ontdekking en vertroosting?’
Vaccinatie
De brochure Voorzienigheidsgeloof en polioinenting is geschreven n.a.v. de uitbraak van polio op het eiland Tholen in 1963. Daarin gaat het over: Is er verschil tussen Godsgeloof en heidens fatalisme? Aangevuld met Calvijns visie op Gods voorzienigheid en Teellincks gedachten over hoe te handelen bij ziekte en pest. Een arts beschuldigt Van der Haar ervan dat, door zijn afwijzende visie op vaccinatie, de zaak van Jezus Christus is beschadigd. De predikant antwoordt: ‘U bent wel wat vlug en overdrijft als u zegt dat de zaak van Jezus Christus door mijn standpunt oneer is bereid. Hij heeft mij gekocht met Zijn dierbaar bloed, naar lichaam en ziel. En Hij bewaart mij, zo zegt Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus. Immers, zonder de wil van mijn hemelse Vader kan er geen haar van mijn hoofd vallen. Verstaat en doorleeft u dat ook? Of doet u Christus oneer, door met de lippen tot Hem te naderen, maar met uw hart en geloof vertrouwen te stellen op menselijke wijsheid en wetenschap?’ ‘En van Teellinck kunnen we leren, dat hij die voor de zonde vlucht, veiliger gaat dan die voor de pest vlucht. David deed beter dan Jona. Hij vluchtte niet, zag de hand van God, beleed zijn zonde en bekeerde zich. En voorts heerse niemand over het geweten van zijn naaste.’
Liturgie
In 1961 schreef Van der Haar een boekje over allerlei facetten van de gereformeerde eredienst. Ook over de groet, die wordt uitgesproken na het votum aan het begin van de kerkdienst. Dan komen de volgende woorden van de kansel naar de gemeente: Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van Jezus Christus, Gods Zoon, in de gemeenschap met de Heilige Geest. Wat kan de gemeente nu beter doen dan deze heilgroet van de Drie-enige God Zelf, met gesloten ogen aanhoren en ontvangen. En hoe onbelangrijk is het dan of de dienaar één hand of beide handen over de gemeente uitstrekt. Wijlen de godzalige dominee E. van Meer was in het laatst van zijn leven zo verlamd, dat hij maar één hand kon uitstrekken. Niemand nam daar aanstoot aan. Maar het benadrukken van de geopende ogen en de ene hand ten groet uitstrekken, is een ‘strijd om beuzelingen’, waarbij niemand gebaat is. Een ‘nieuwe geest’ wordt zo vaardig in de gemeenten, maar komt die van de Heilige Geest?
Gedenken
‘Het zou een schande zijn om niet te gedenken (zie Psalm 77). Wie denkt niet aan de brute overval door de nazi’s in mei 1940? In plaats van het Pinkstervuur woedde het vlammenspel uit de hel in volle kracht. Wat waren daarvan de oorzaken? Wijst u uitsluitend naar de misdaden van de Duitsers? Dan doet u verkeerd. We hebben ook te denken aan het persoonlijke kwaad en onze nationale zonden (volkszonden). De Duitsers hebben ons vijf rampjaren bezorgd. Zelf werden ze misleid door de propaganda van hun (ver)leiders. Daardoor bezorgden ze grote delen van de mensheid vijf jaren van oorlog. Wat een ellende: beknotting der vrijheid, bombardement Rotterdam, deportatie Joden naar concentratiekampen, ontering Oranjehuis, hongerwinter …! We mogen ook nooit vergeten dat God door middel van de geallieerden ons heeft bevrijd. God heeft ons getuchtigd vanwege onze zonden. En daarom mogen we in deze zaak nooit reageren als een farizeeër! Als we letten op de tekenen der tijden kan ons hart worden vervuld met bange vrees. Daarom roep ik u op in de Naam des Heeren te gedenken, zodat er iets verandert in ons leven. Hoe? Dat God, de Potentaat aller potentaten, met Wie prins Willem van Oranje (1533-1584) een vast verbond heeft mogen sluiten tot nut van onze natie … weer de Eerste in ons nationale en persoonlijke leven zij. En dat Zijn heilige wet weer orde en tucht scheppe in ons volksbestaan. Dan zal ons gedenken ook danken worden.’
Uitleiding
In Wikipedia staat: binnen de Gereformeerde Bond heb je ook de bevindelijk-gereformeerde lijn, vertegenwoordigd door G. Boer, L. Vroegindeweij en J. van der Haar. De preken van Van der Haar zijn Schriftuurlijk-bevindelijk te noemen, met een nauwkeurige exegese en een separerende toepassing. De deugden Gods, Wet en Evangelie, de bekering tot God en het geloof in Christus en het trinitarisch aspect komen op Bijbelse wijze aan de orde.
De waarschuwing tegen naam- en praatchristendom ontbreekt niet. Ook de Psalmen hadden in zijn leven veel te zeggen; met name in tijden van persoonlijke crises.
Van der Haar had tot op hoge leeftijd een arbeidzaam leven. Vaak was hij in zijn studeerkamer te vinden. Hij schilderde, speelde orgel en piano, had belangstelling voor muziek, kunst (beeldende) en literatuur. In de omgang was hij niet altijd even toegankelijk, maar kende hij je dan was hij hartelijk en meelevend. De kern van de Bijbel was voor hem: 2 Kor. 5:19-20 (Christus-verzoening). Geestelijk voelde hij zich verwant met: Augustinus, Bunyan, Calvijn, Comrie, de Erskines, Kohlbrugge, Luther en Teellinck. Onbegrijpelijk is het dat hij geen eredoctoraat heeft gekregen voor zijn waardevolle arbeid. Maar voor hem mag gelden, wat hij eens schreef over Psalm 84:8 (verschijnen voor God): ‘Eenmaal komen pelgrims klagend, nochtans overwinnend thuis om in ongestoorde aanbidding God Drie-enig eeuwig groot te maken.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's