Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jozef ook

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jozef ook

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er staan in de eerste zeven verzen van Lukas 2, die stellig in de komende dagen in al onze gemeenten gelezen zullen worden, enkele woorden waaraan wij doorgaans achteloos voorbijgaan. Alle aandacht valt immers op het zevende vers, waar ons de geboorte van de Middelaar wordt vermeld. Inderdaad is dit vers ook het hart van het Kerstevangelie. Maar . . . al de Schrift is van God ingegeven. Oók de schijnbaar minder belangrijke woorden die ons verhalen van keizer Augustus en stadhouder Cyrenius. Oók de woorden waarop ik nu doel.
Het zijn slechts vijf woorden. Wij vinden ze in vers 4. Zij luiden: ,,En Jozef ging ook op ".

Het is nu niet mijn bedoeling hier een meditatie neer te schrijven over de geboorte van Christus. Die kan de lezer elders in ons blad vinden, 'k Wil u slechts wijzen op de grote en aktuele betekenis van deze vijf woorden ook voor de tijd waarin wij nu leven.
En Jozef ging ook op. Waarin ligt dan wel de betekenis van deze woorden? Hierin, dat dit opgaan van Jozef allerminst vanzelfsprekend was. Naar alle waarschijnlijkheid is er op Jozef een klemmend beroep gedaan, niet op te gaan!
Wij kunnen lezen in Handelingen 5:37, dat in de dagen der beschrijving in Galilea een zekere Judas is opgestaan, die veel volks afvallig maakte achter zich. Wie het leest, die merke erop: in de dagen der beschrijving, in Galilea!
Wat wilde die Judas dan toch? Het antwoord op die vraag is niet moeilijk: wij vinden bij deze Judas de oorsprongen van de beweging van de Zeloten. Deze mensen wilden met groot fanatisme en desnoods te vuur en te zwaard, met geweld en revolutie, het Joodse volk bevrijden van de Romeinse overheersing.
Gezaghebbende verklaarders melden ons, dat de beweging van het Zelotisme aanvankelijk als een godsdienstige stroming begonnen was, nauw verbonden met het Farizeïsme, maar dat de beweging allengs radicaler werd en uitmondde in een revolutionair en anarchistisch streven, dat élk gezag wilde omverwerpen.
Deze Zeloten waren het, die zich in de zestiger jaren van de eerste eeuw van onze jaartelling meester maakten van het Joodse volk en het meesleepten in het afschuwelijke bloedbad van de Joodse opstand, die tenslotte uitliep op de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70.

Juist in de dagen, waarin het gebod der beschrijving van keizer Augustus de gehele wereld in beroering bracht, begon het in Galilea, waar Jozef en Maria woonden, hevig te gisten.
Het broeide overal. Wat? Hield het nu nooit op? Wat dachten die Romeinen wel? Was het niet genoeg, dat zij het Joodse volk nu reeds vele jaren hadden geknecht? Moest ieder nu huis en haard verlaten voor zo'n gehate heiden in Rome? En het heeft gegonsd en gerumoerd langs de heuvels en door de dalen van het schone Galilea: „Niet gaan, niet gaan . . .!" Lezers, wat een dilemma voor de jonge Davidszoon, voor Jozef! Wat moest hij nu? Zich schikken naar het bevel van een goddeloze heiden, of kiezen voorde revolutie? Wie moest hij gehoorzamen, het kille gebod van de bezettende macht, of de opruiende stem zijner landgenoten? Thuisblijven was gevaarlijk: Rome's vuist was hard. Maar opgaan was óók gevaarlijk: geschiedschrijvers melden ons, dat de Zeloten soms meedogenloze represailles konden nemen tegen landgenoten, die zich in hun ogen schuldig maakten aan landverraad. Wat nu? En Jozef ging ook op. . .

Is dit enkel gezagsgetrouwheid van Jozef geweest, mensenvrees wellicht? Schikte hij zich in het onvermijdelijke, gezien de toestand, waarin zich zijn ondertrouwde vrouw bevond?
Ik meen, dat er méér was in Jozefs hart. Veel, zeer veel heeft hij niet verstaan van de weg, waarin de Heere hem leidde. Al is het, dat de engel Gabriël hem iets van het heilgeheim van de vleeswording des Woords heeft ontsluierd, toen hij van wil was Maria heimelijk te verlaten, er waren nog zoveel onopgeloste vragen in zijn ziel. Eén van die vragen was stellig: waarom naar Bethlehem, en waarom juist nú?
Doch er mocht in zijn ziel iets zijn van de kinderlijke onderworpenheid, die een vrucht is des geloofs, en die de Heere doet volgen. Zo koos hij niet de weg van het vlees, die hem door de Zeloten gewezen werd. Maar hij mocht de weg kiezen achter het Kind aan, de weg der gehoorzaamheid, neen, niet aan Augustus, maar aan de Heere, Die hem door Augustus' hand regeerde. En zó verwierp Jozef de lokstem der Zeloten: en Jozef ging ook op. . .

De lokstem der Zeloten! Zij klinkt ook vandaag nog, hard en rauw. Zij schreeuwt door deze wereld, en bedient zich van de media. Zij galmt van vele kansels. Zij klinkt ons tegen uit vele soorten van ..moderne theologie". Zij maakt het Evangelie des Heeren Jezus Christus tot een politiek program. De lokstem der Zeloten maakt ons wijs, dat Jezus een revolutionair zou zijn geweest. Men spreekt liever niet van Christus, maar men heeft het over Jezus van Nazareth. Men spreekt graag over het „verhaal", in plaats van over de heilige geschiedenis. De Heere Jezus zou de „partijganger der armen" zijn geweest, en Zich altoos tegen de gevestigde orde hebben gekeerd. De lokstem der Zeloten maakt ons wijs, dat het Marxisme in wezen helemaal niet zover afstaat van hetgeen „Jezus van Nazareth" zou hebben geleerd. Zo betekent „christen-zijn" voor het fanatieke religieuze Zelotisme van onze dagen: hetze voeren tegen alles wat blank is in Zuid-Afrika; zich keren tegen bewapening, bij voorkeur die van de NAVO; zich „solidair" verklaren met wélke opstandige beweging waar ter wereld ook maar, mits deze links is.

En Jozef ging ook op. Als érgens duide-lijk wordt dat het Evangelie geen revolutionair politiek program behelst, dan in deze eenvoudige woorden. O neen, ik wil niet zeggen dat Gods Woord ons gebiedt blinde gehoorzaamheid te betonen aan élk van overheidswege tot ons komend bevel. Het „Gode meer gehoorzaam dan de mensen" geeft de grens aan. Een duidelijke grens, waarvoor wij wellicht spoediger zullen komen te staan in de toekomst dan wij wel vermoeden. Soms kan het zelfs gebóden zijn dat een volk zich verzet; men denke aan de-strijd tegen Spanje uit onze geschiedenis, een strijd, zeer beslist niet alleen gestreden om nationale vrijheid, maar vooral om God te mogen dienen naar Zijn Woord.
Maar waar het mij nu om gaat, is, dat de lokstem van het hedendaagse Zelotisme ons een valse weg wijst. Wij zullen ons met grote kracht moeten verzetten tegen de gedachte, dat Christus ons de weg der Zeloten zou wijzen.
En Jozef ging ook op! Daarmee zei Jozef neen tegen de revolutie. Neen ook tegen de theologie van de haat, die door het Zelotisme onder schone schijn werd gepredikt, en die het zo verwant maakt aan het Marxisme. En ook Christus is Jozef op deze weg in Zijn omwandeling op aarde gevolgd. Maar neen, nu zeg ik het niet goed. Want Christus volgde Józef niet, maar Jozef volgde Christus, ook toen hij opging naar Bethlehem.

Christus en het Zelotisme hebben elkaar vaak ontmoet. Hij nam een Zeloot, Simon, op in Zijn discipelkring. Maar Simon Zelotes heeft zijn broederen met zijn radicale gedachten niet vergiftigd. Integendeel, Christus herschiep hem naar Zijn Beeld. En toen aan Christus de veelbesproken en door de Zeloten opgeworpen kwestie werd voorgelegd, of het geoorloofd was, den keizer schatting te geven, of niet, weigerde Hij tot veler teleurstelling de weg der Zeloten te gaan. Nimmer heulde Hij met Rome's keizer; maar nimmer ook riep Hij tot opstand op. Niet van deze wereld was en is Zijn Koninkrijk! Hij heeft geleden, toen Zijn volk Israël een Zeloot verkoos boven Hem: Barabbas! Immers, de grondtekst geeft ons reden in het woordje, vertaald door „moordenaar", een Zeloot, een terrorist te zien. Zo heeft Hij, stervende, aan het kruishout de poort van het verloren Paradijs ontsloten voor een doodschuldige Zeloot. Arme christenheid, die dit Evangelie des kruises, dat balsem giet in de wonden van een doodschuldig Adamskind, inruilt voor de doodlopende weg van een modern Zelotisme.
De eenvoudige timmerman van Nazareth had meer van het Evangelie verstaan dan menig predikant en hoogleraar in onze dagen. Immers, wij lezen van hem: en Jozef ging ook op.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986

De Saambinder | 8 Pagina's

Jozef ook

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986

De Saambinder | 8 Pagina's