Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Classis Harderwijk over de A.K.V.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Classis Harderwijk over de A.K.V.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het breed Moderamen van de Classicale Vergadering van Harderwijk verzond in opdracht van de Classicale Vergadering van Harderwijk het onderstaande schrijven aan het Breed Moderamen van de Generale Synode der Ned. Herv. Kerk.Tevens bepaalde de vergadering van de classis Harderwijk, dat dit schrijven in de vorm van een afschrift in bredere kring zou worden verspreid.

Weleerwaarde en eerwaarde heren,

De classicale vergadering van Harderwijk verstrekte ons de opdracht met de meeste aandrang het volgende ter uwer kennis te brengen, met het uitdrukkelijk verzoek het mede ter kennis te brengen van de leden der Synode en van het praesidium van de Algemene Kerkvergadering.

De classis Harderwijk stelde zich met overgrote meerderheid (slechts een zestal stemmen was tegen) achter een eerder gepubliceerde brief van de hand van ds. J. C. van Nieuwkerken te Hattem aangaande de te houden Algemene Kerkvergadering.

Het schrijven, waaraan de classis adhesie betuigt, luidt:

1. Volgens de kerkorde (art. V) wordt de regering der kerk uitgeoefend in vergaderingen, waarin de ambten bijeen zijn. „Deze vergaderingen zijn: de kerkeraad..., de classicale vergadering..., de provinciale kerkvergadering... en de generale synode." (K.O.V. 2).

De opzet der algemene hervormde kerkvergadering druist geheel in tegen het historisch gereformeerde beginsel der ambtelijke vergaderingen, ondermijnt hun gezag, verzwakt hun roeping en deprecieert hun verantwoordelijkheid.

2. De opzet dezer alg. herv. kerkvergadering negeert ten ene male de classicale vergadering als „grondvergadering". Zij voert daarvoor in de plaats binnen de aan K.O. vreemde geografische figuur van de „regio", (pg. 4 van de „Opzet").

3. Aan de bedoelde regionale agenderingsvergaderingen komt geen enkel kerkordelijk recht toe, vooral geen beslissingsrecht.

Hetzelfde geldt voor gespreksgroepen e.d. („Opzet sub c en d) die buiten de ambtelijke vertegenwoordiging van kerkeraad en classic. vergadering optreden.

4. De figuur van een „discussieleider", hoe „bekwaam" en „ervaren" ook (sub 11 en 13) strijdt geheel met een ordelijke aanwijzing door ambtelijke vergaderingen. Het is anti-schriftuurlijk en kerkonwaardig om „een lijst op te stellen die de namen van discussieleiders bevat met een korte aanduiding van functie, leeftijd, antecedenten, waarbij over geestelijke gaven, belijdenis en wandel niet gerept wordt.

5. Op geen enkele wijze wordt bij de opzet en in de samenhangende publicaties enige motivering ontleend aan de schriftuurlijke roeping van ambtsdragers en belijdende leden, evenmin aan de opbouw der Gemeente van Jezus Christus op haar fundament, evenmin aan haar pastorale opdracht (K.O.XX — 1 t.m. 4).

Geen verwantschap of continuïteit is gezocht met de Belijdenis, evenmin met de Formulieren van het Dienstboek t.a.v. roeping en taak van belijdende leden en ambtsdragers.

6. De noties medezeggingsschap en inspraak verdringen geheel de schriftuurlijke en kerkordelijke noties, zoals die aangeduid worden in de belijdenisvragen.

Deze „nieuwe vorm van inspraak", dat „iedereen die zich tot de Hervormde Kerk rekent kan meepraten, meedenken en meedoen" betekent een ongeoorloofde concessie aan buitenkerkelijk democratisme, een uithollen van de roeping „Hem te belijden voor de mensen" (tweede belijdenisvraag) en in de praktijk: dat het bepalen van het beleid der Kerk en „de bezinning op haar wezen en taak in deze tijd" in handen wordt gelegd van hen, die juist als niet-lidmaten niet „mondig" zijn, die geen rekenschap behoeven te geven van de hoop die in hen is en niet aanspreekbaar zijn op hun geloof, (zie: „medeverantwoordelijk" K.O. XVII-1).

7. Door deze „Opzet" worden de rollen omgekeerd. De generale synode heeft, overeenkomstig Ordin. 1—11, tot opdracht en taak... „te getuigen met en voor de Kerk in al haar geledingen tegenover overheid en volk van het Evangelie van Jezus Christus, gehoor te geven aan de roeping der Kerk inzake de eenheid der Christelijke Kerk, en te verrichten datgene, wat naar de orde der Kerk van haar wordt gevraagd".

In de inleiding tot het „basisdokument" valt het omgekeerde te lezen, o.a. „dat de generale synode zelfs de schijn wil voorkomen de samenstelling van de agenda te willen beïnvloeden..., haar eigen(!) gedachten over dat ene waar het in de komende jaren in de Kerk om zal moeten gaan in kort bestek onder woorden te brengen.

Hiermede verzuimt de generale synode haar eerste ambtelijke verantwoordelijkheid. In deze inleidende beschouwingen vertoont zij „tegenover overheid en volk" een laakbare onzekerheid t.a.v. de vragen die verband houden met het Christusbelijden en het leven van mensen en volken.

Er worden slechts vragen losgemaakt en mogelijkheden ter overweging aangeboden. Zonder dat de vergadering, die de Kerk vertegenwoordigt, ook maar de weg wijst en getuigt uit hoofde van haar ambtelijk gezag van Gods geboden en beloften en onder aanroeping van Zijn Naam. Kortom: de tijd moet bepalen wat gebeuren moet, i.p.v. de H. Geest; inspraak van rijp en groen wordt begeerd, i.p.v. de gehoorzaamheid aan het Woord; meepraten en meewerken wordt verlangd, maar niet opgeroepen tot verootmoediging en gebeden.

Amendement

De agenda ener algemene hervormde kerkvergadering behoort volgens schriftuurlijk en kerkordelijk principe opgesteld „vanuit het grondvlak" d.w.z. door ambtelijke vergadering en stemhebbende lidmaten, die recht hebben te spreken op grond van hun ja-woord.

De generale synode roepe in de verwarring en de onzekerheden van deze tijd Gemeente, overheid en volk op tot inkeer en bekering, in gemeenschap met de belijdenis der kerk en in het besef van haar verantwoordelijkheid voor het heden, zich strekkende naar de Toekomst van Jezus Christus (K.O.-1).

Behalve bovenstaande overtuiging, waar de classicale vergadering zich achterstelde, deelt zij voorts de overtuiging, dat het besluit de A.K.V. ten dele te laten samenvallen met de komende pinksterdagen als een onjuiste moet worden bestempeld.

De stemmenverhouding in onze classis moge voorts een aanwijzing zijn, dat de bezwaren tegen de thans te houden A.K.V., zoals door de classis Harderwijk nu kenbaar gemaakt, in genen dele alleen maar zouden leven binnen de kring van hen, die tot de Gereformeerde Bond wensen te worden gerekend. Deze indruk wordt naar de mening van ons moderamen soms wel ten onrechte, bewust of onbewust, gewekt. De bezwaren leven in veel bredere kring!

Het is onze oprechte behoefte het bovenstaande onder uw aandacht te brengen, opdat u in het belang van het geheel van de kerk mede met deze bezwaren en bezwaarden zoudt willen rekenen.

Namens het Breed Moderamen van de classicale vergadering van Harderwijk, h.t. praeses (W. de Bruyn) h.t. scriba (P. Kolijn)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1970

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Classis Harderwijk over de A.K.V.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1970

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's