Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zwemer bestudeert zijn afkomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zwemer bestudeert zijn afkomst

9 minuten leestijd

boekbespreking

dr. C.L.S. Janse*

Het proefschrift van Zwemer "In conflict met de cultuur", waarop hij eind vorig jaar aan de VU promoveerde, heeft zowel in SGP-kring als daar buiten, royaal aandacht gekregen. PABO 'De Driestar' wijdde er in het kader van haar Studium Generale zelfs een speciale bijeenkomst aan.

Het boek bevat ook heel wat informatie. Vijfhonderd pagina's tekst, dichtbedrukt in een vrij kleine letter, informeren ons over "de bevindelijk gereformeerden en de Nederlandse samenleving in het midden van de twintigste eeuw".

Zwemer is historicus en dat blijkt ook wel uit deze studie. Tegelijkertijd maakt hij gebruik van sociaal-wetenschappelijke theorieën en brengt het onderwerp van zijn studie hem soms ver op het terrein van de theologie.

VEEL FOUTEN

De laatste tien jaar is er opvallend veel gepubliceerd over de bevindelijk gereformeerde kring, variërend van proefschriften tot eenvoudige studies over het jubileum van een bepaalde kerkelijke gemeente. Dat betekent ook dat er voor volgende auteurs steeds meer is om op voort te bouwen.

Daarbij is het ene geschrift serieuzer opgezet en betrouwbaarder qua informatie dan het andere. Van een proefschrift zou men wat dat betreft toch het een en ander moeten kunnen verwachten. In dat opzicht valt Zwemer echter tegen. Zijn boek zit vol met fouten.

Meestal zijn dat geen schokkende dingen. Maar het is natuurlijk wel zo wanneer je bij het doorlezen van deze dissertatie op grond van je parate kennis al twee bloknootvelletjes vol met onjuistheden verzameld hebt, dat je je gaat afvragen hoeveel er niet te voorschijn zouden komen, wanneer je de aangeboden informatie systematisch gaat verifiëren. Dr. W. Fieret heeft in zijn recensie in het Reformatorisch Dagblad al een aantal slordigheden genoemd en ds. J. H. Velema deed hetzelfde in Koers.

Op de bijeenkomst in Gouda verstrekte Zwemer zelf al een lijst met correcties. Bij vergelijking met mijn eigen lijst bleek dat er maar weinig dubbele op voorkwamen. De meeste fouten die Zwemer aangaf, had ik niet gesignaleerd en de meeste onjuistheden die ik had opgeschreven, kwamen niet op zijn lijst voor.

JAARTALLEN, NAMEN EN VOORLETTERS

Deze gang van zaken is een proefschrift onwaardig. Bovendien bestaat het risico dat dergelijke onjuistheden, doordat andere auteurs ze overnemen, een taai leven zullen leiden.

Soms gaat het om jaartallen. Ouderling B. Roest van de Gereformeerde Gemeente van Scherpenzeel is pas in 1974 overleden en niet, zoals Zwemer schrijft, enkele jaren voor het conflict met ds. R. Kok (pag. 93). De Christelijke Gereformeerde Studentenbond werd pas na de Tweede Wereldoorlog opgericht en niet in 1904 (pag. 158). De opkomstplicht werd niet in 1969 afgeschaft maar in 1970 (pag. 280).

Daarnaast zijn er nogal eens slordigheden met namen. De studentenvereniging CSFR (Civitas Studiosorum in Fundamento Reformato) heet op pag. 158 Civitas Studiosorum in Fundamento Reformatorum en op pag. 261 Civitas Studiosorum Fundamente Reformatorum.

De Christelijke Gereformeerde Kerken heetten voor de synode van 1947 niet Christelijke Gereformeerde Gemeenten, zoals Zwemer op pagina 162 schrijft, maar Christelijke Gereformeerde Kerk.

Voorletters gaan ook nogal eens fout. Zo wordt gesproken van ds. W. C. Tukker in plaats van ds. W. L. Tukker (pag. 298) en van A. A. Vlasblom in plaats van A. Vlasblom (pag. 267).

Het Eerste-Kamerlid ir. H. Fokker behoorde niet tot de Gereformeerde Gemeenten (pag. 242). Ds. H. G. Abma v^^as geen voorzitter van de Gereformeerde Zendingsbond maar van de Bond voor Inv\? endige Zending (pag. 243). De gereformeerde gemeente van Dirksland voegde zich in 1956 niet bij de "uitgetredenen" (pag. 93). En om nog een voorbeeld uit een lange rij te moemen: vaccinatie tegen polio vond voor de oorlog niet plaats (pag. 314).

Nu moet het eerste proefschrift zonder fouten waarschijnlijk nog geschreven worden, maar toch is het jammer dat al dergelijke kleine onjuistheden er in geslopen zijn. Is de grote hoeveelheid materiaal die de aanstaande doctor in de loop der jaren verzameld had, hem boven het hoofd gegroeid? Kwam hij in de eindfase van zijn promotieonderzoek in tijdnood? Is accuratesse niet zijn sterkste kant? Hoe het ook zij, het is in ieder geval jammer.

Zwemer is afkomstig uit de kring van de SGP en de Gereformeerde Gemeenten, maar heeft daar zelf inmiddels duidelijk afstand van genomen. Dat verklaart wellicht ook een deel van de gesignaleerde onjuistheden. Iemand die midden in de bevindelijk gereformeerde kring staat, had een aantal daarvan waarschijnlijk niet begaan.

SUPRA EN INFRA

Daarbij komt dat er ook fundamentele kritiek te leveren is op de wijze waarop hij met bepaalde theologische begrippen omgaat en daar conclusies aan verbindt.

Zo bijvoorbeeld de begrippen supra-en infralapsarisme. Zwemer maakt daar van dat God volgens de infralapsarische voorstelling pas na de zondeval besloot tot de mogelijkheid van verzoening. Die droeg het karakter van een herstel van de schepping. Daarentegen is bij supralapsariërs dat besluit van de predestinatie al gevallen vóór de schepping. Bij hen is de verlossing van de gelovigen het einddoel van Gods handelen. Daarom is bij supralapsariërs de afstand tot de ongelovige wereld groter en staan zij afwijzender ten opzichte van de cultuur (pag. 8).

Hier worden echter kardinale fouten gemaakt. De begrippen infra-en supralapsarisme worden volstrekt verkeerd omschreven en vervolgens worden er onjuiste conclusies aan verbonden. Het gaat hier om de orde van Gods besluiten. Gaat het besluit van de predestinatie vooraf aan dat van de schepping en de val (supra) of volgt het daar op (infra)?

Die omschrijving maakt duidelijk dat de verschillen maar beperkt zijn en dat er niet zo'n directe lijn loopt naar een meer positieve of meer negatieve cultuurvisie als Zwemer poneert. Met historische voorbeelden is dat ook duidelijk te maken. Kuyper kenmerkte zich zowel door een supralapsarische opvatting van de predestinatie als door een optimistische cultuurvisie.

ALGEMENE GENADE

Veel aandacht schenkt Zwemer ook aan het synodebesluit van 1945 van de Gereformeerde Gemeenten over de algemene genade. Wie in de lijn van dr. C. Steenblok de algemene genade los ziet van het lijden en sterven van Christus, zou een meer antithetische houding innemen ten opzichte van de cultuur.

Hier is inderdaad duidelijker sprake van een samenhang, al kan men het mijns inziens beter zo formuleren dat een dergelijke visie op de algemene genade aanknopingspunten biedt voor een antithetische instelling ten opzichte van de de wereld. Of zij inderdaad zo gehanteerd wordt, hangt mede van andere factoren af. En ook bij een opvatting over de algemene genade waarbij deze wel voortvloeit uit Christus' kruisverdiensten, is een antithetische houding naar de wereld denkbaar.

Daarbij is er alle reden om zich af te vragen in hoeverre de achterban door dergelijke dogmatische discussies beroerd werd. Zwemer wijst daar ook op en signaleert in dit verband dat het SGP-hoofdbestuurslid D. Kodde (tevens ouderling van de Gereformeerde Gemeenten) in 1948 een tweetal ambtsgebeden voor de gemeenteraden opstelde, die besloten werden met "om Jezus" en "om Christus' wil".

KODDE EN ABMA

Naast de kerkelijke ontwikkelingen (waarover veel interessante en althans voor mij nieuwe gegevens verstrekt worden) richt Zwemer zijn aandacht vooral op de SGP. Deze partij, zo constateert Zwemer terecht, heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de integratie van de bevindelijk gereformeerden. Bijzondere aandacht schenkt hij aan het functioneren van de SGP in Zeeland. Dat Zeeuwse deel vormt een belangrijk onderdeel van zijn studie. Ook hier is veel materiaal verzameld dat nooit eerder gepubliceerd is. Aangevuld met wat algemene hoofdstukken, had het deel over de SGP in Zeeland haast als afzonderlijke dissertatie gepresenteerd kunnen worden.

Zeeland is niet alleen de provincie waar de SGP opgericht werd, het is bovendien een gebied waar de SGP in een aantal gemeenten een behoorlijke inbreng in de gemeentepolitiek had. Die positie noopte de SGP-raadsleden (anders dan de kamerleden van deze partij) tot praktisch politiek handelen.

Terecht schenkt Zwemer in dit verband veel aandacht aan de figuur van Kodde. Hij was jarenlang de enige SGP-burgemeester en droeg ook als hoofdbestuurslid en kamerlid bij aan de doordenking van allerlei (nieuwe) politieke vraagstukken.

Meer nog dan Kodde is echter ds. H.G. Abma zijn favoriet. Ds. Abma zou sterker dan anderen de nadruk gelegd hebben op de dienende taak van christenen in de samenleving. Zwemer betreurt het dan ook dat na het vertrek van ds. Abma uit Kamer en hoofdbestuur, de door hem in gang gezette ontwikkeling weer is teruggebogen.

Heel merkwaardig vind ik overigens de conclusie van Zwemer dat de SGP na de jaren zeventig het idee van een herinrichting van de samenleving naar bijbelse normen, zou hebben opgegeven. De "lichtere" Gereformeerde Bond, de Christelijke Gereformeerden en een deel van de minder bevindelijke orthodoxen in andere kerken zouden thans nog het meest in aanmerking komen als erfgenamen van deze traditie.

LICHTVAARDIGE CLASSIFICATIES

Soms heeft de jonge doctor de neiging om de tegenstellingen aan te scherpen. Zo bijvoorbeeld wanneer hij (pag. 285) een citaat uit een samenkomst van het comité van bezwaarden in Leerdam en een uitspraak van de voorzitter van de Jongerengroep Walcheren tegenover elkaar stelt als twee totaal verschillende benaderingen van christelijke politiek en van de algemene genade. Zelf kan ik mij althans zowel met de ene als met de andere uitspraak verenigen.

Zwemer is ook wel erg vlot met allerlei classificaties van de prediking en van het geestelijk leven. Zo worden onder de predikanten van de Gereformeerde Gemeenten allerlei verschillende theologieën ontdekt. Hij ziet ook een opmars van het antithetisch denken in bevindelijk gereformeerde kring. De reformatorische zuil is daar een exponent van. Vroegere ledeboeriaanse noties zouden daarbij ondergesneeuwd zijn. In plaats dat het gemeenschappelijke met anderen beklemtoond wordt (wij zijn allen zondaren) zou nu de nadruk liggen op het hebben van de ware leer en het bezitten van het ware geestelijke leven.

Het lijkt mij echter toe dat die twee gezichtspunten niet zo gemakkelijk tegenover elkaar gesteld mogen worden. Ook Ledeboer hechtte aan de Dordtse leer en hij achtte het noodzakelijk dat het gedragspatroon van zijn volgelingen zich op allerlei punten onderscheidde van dat van anderen.

VERRECHTSING

Opmerkelijk is ook de verrechtsing die Zwemer sinds het midden van de jaren zeventig in de Gereformeerde Gemeenten en later ook in de SGP meent waar te nemen. Op sommige punten kan ik mij daarbij wel iets voorstellen. Daarnaast ben ik geneigd dit beeld ten dele toe te schrijven aan het feit dat Zwemer en zijn familie in deze jaren afscheid genomen hebben van de bevindelijk gereformeerde kring. De bewering dat de groepering zelf verschoven is en extremer wordt, is dan een heel bruikbare rationalisatie van de eigen beslissing om met die kring te breken.

Alles bij elkaar genomen bevat dit proefschrift een schat aan informatie alsmede interessante pogingen om die te verwerken. De aangedragen gegevens zijn echter niet altijd even secuur en de theoretische verwerking schiet op essentiële punten te kort.

N.a.v. J. P. Zwemer, In conflict met de cultuur. De bevindelijk gereformeerden en de Nederlandse samenleving in het midden van de twintigste eeuw, Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 1992, 508 pag., prijs f 65, - .

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 augustus 1993

Zicht | 44 Pagina's

Zwemer bestudeert zijn afkomst

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 augustus 1993

Zicht | 44 Pagina's