Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat zullen wij doen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat zullen wij doen?

4 minuten leestijd

Stel dat er weer een tijd komt dat we massaal mogen opgaan naar Gods huis. Dat de kerkdeuren weer wijd openstaan. Hoe vrolijk gaan dan de stammen op. Toch? En dan?

Wat wordt de volgende stap in de terugkeer naar het zogenoemde ‘nieuwe normaal’?’ Of zouden er 30 zijn die verslagen worden en gaan vragen: ‘Wat zullen wij doen, mannen broeders?

Denk aan die kleine gemeente, ergens in Noord-Holland. Ooit was ik er om te spreken voor de jeugdvereniging. Er waren 15 jongeren aanwezig. Slechts één jongere ontbrak. Hij had zich netjes afgemeld, en was wettig afwezig. Die avond maakten we een rondje, over waar iedereen studeerde of werkte. Opvallend: niemand werkte in een omgeving waar een medechristen was. Op school zaten ze als christen-jongere alleen. Wat zou er gebeuren als die kleine gemeente weer in zijn geheel mag opkomen naar de kerk? Zou het kerkje uitpuilen?

Denk aan die grote gemeente, misschien ergens midden in de biblebelt. Een paar van de grootste gemeenten in ons kerkverband komen daar wel in de buurt van de 3000 leden en doopleden. Ooit was ik er om te spreken voor de jongeren. Er waren een stuk of 30 leden. Hoeveel procent was dat van alle jongeren die er hadden kunnen zijn? Hoe dan ook, de rest kwam niet. Geen zin? Geen behoefte? Andere contacten? Stel dat er op een zondag weer een normale dienst gehouden mag worden. Zouden ze allen weer present zijn? Zou het kerkgebouw uitpuilen?

Tempelplein

Denk aan de tempel in Jeruzalem. Het tempelplein staat vol. Een paar mannen staan te praten. Wonderlijk genoeg kan iedereen hen verstaan, dwars door het geluid van een geweldig gedreven wind heen. En dan die tongen van vuur! Dronken zeker? Maar nee, daar gaan zij (s)preken over de uitstorting van de Heilige Geest. En zij prediken Jezus, Die de weg is gegaan langs Gethsémané, Gabbatha en Golgotha. En Die met zegenende handen was opgevaren ten hemel. De mensen op het tempelplein luisteren zoals ze nog nooit geluisterd hebben. En dan komt hun vraag: ‘Wat moeten wij doen, mannen broeders?’ Daar worden er 3000 in het hart gegrepen.

Kunnen wij ons dat voorstellen? Durven wij dat te geloven? Wij zijn immers drukker met het getal 30 dan met dat van die 3000. Het getal 30 speelt dezer dagen een grote rol. Op 1 juni mochten we weer met 30 mensen naar de kerk komen. In de ongeveer 150 gemeenten van ons kerkverband is nu even geen onderscheid. In totaal zijn er dus ongeveer 4500 mensen die naar de 150 kerkgebouwen komen.

Bidden en smeken

Op elke preekstoel staat iemand. Er wordt gebeden. Er wordt gepreekt of een preek gelezen. Er zitten wat mensen in de kerk. En er zitten er zeer velen thuis. Ze luisteren, ze zingen misschien, ze bidden. Wat zal ons gebed zijn? Zal het zijn met Sálomo, die bij de inwijding van de tempel de Heere ging smeken? Sálomo wist precies welke zonden het volk zou kunnen gaan doen. Hij stalde ze uit voor de Heere. Hij wist ook wat de Heere zou doen: ‘Als er honger in het land wezen zal... of enige plage, of enige krankheid wezen zal’. En Sálomo gaat smeken: ‘Hoor Gij dan uit den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van de kinderen der mensen; Opdat zij U vrezen, om te wandelen in Uw wegen, al de dagen die zij leven zullen op het land dat Gij onzen vaderen gegeven hebt’.

Wat zullen wij doen?

Hoe zitten die 30 mensen in de kerk? Kijken ze verbaasd rond, en vragen ze zich af wanneer er weer méér mensen in de kerk mogen komen? En natuurlijk, dat mag het uitzien wel zijn. Ook voor hen die thuis zitten te luisteren en te kijken. Maar is de belangrijkste vraag: ‘Wat wordt de volgende stap in de terugkeer naar het zogenoemde ‘nieuwe normaal’?’ Of zouden er 30 zijn die verslagen worden en gaan vragen: ‘Wat zullen wij doen, mannen broeders?’ Of zouden er van die 4500 nog meer zijn die diezelfde vraag gaan stellen? Of van die vele duizenden mensen thuis. En in al die andere kerken. En over heel de wereld. Hoevelen zullen de vraag gaan stellen: ‘Wat zullen wij doen, mannen broeders?’ Dat kan toch gebeuren. Want de God van toen is de God van nu. En 1 juni was Tweede Pinksterdag.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's

Wat zullen wij doen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 2020

De Saambinder | 20 Pagina's