De zaligsprekingen [36]
‘Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien’. Mattheüs 5:8
Over de reinheid van het hart
We noemden u de eerste twee gronden van de reinheid van het hart. Nu de volgende drie.
De derde grond. Alleen wie rein van hart is, heeft deel aan het ver- bond der genade. Mensen die in het verbond zijn opgenomen, zijn ‘besprengd met rein water’ (Ezech. 36:25). Welnu, zolang wij niet op deze manier besprengd worden, hebben wij met het nieuwe verbond niets van doen, en dan ook als gevolg daarvan niets met het nieuwe Jeruzalem.
Als een testament alleen opgesteld wordt voor de mensen die daarin worden beschreven, kan niemand anders komen om een deel. Het zijn alleen degenen die beschreven staan. God heeft een testament, een verbond, gemaakt dat Hij onze God wil zijn, en de hemel tot een onvervreemdbaar erfgoed zal maken voor ons. Dat is dan wel met een bepaling of een voorwaarde in het testa- ment, dat wij geheiligde mensen moeten zijn, op wie het ‘reine water’ is gesprengd. Zolang dit niet zo is, hebben wij niets met God of de genade van doen.
De vierde grond. Reinheid is het doel van onze verkiezing. God heeft ons uitverkoren opdat wij heilig zouden zijn (vgl. Ef. 1:4). Niet om heiligheid, maar tot heiligheid. Romeinen 8:29 :”Die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn.” God verordineert dat wij naar het beeld van Christus zullen zijn, en dat beeld bestaat in ‘ware rechtvaardigheid en heiligheid’ (Ef. 4:24). En dus, zolang u niet heilig bent, kunt u geen enkel blijk van uw verkiezing bij uzelf laten zien, maar wel het brandmerk van de duivel.
De vijfde grond. Reinheid is het doel van onze verlossing. Als wij in onze zonden naar de hemel konden gaan, was het niet nodig geweest dat Christus stierf. Waarom heeft Hij Zijn bloed gestort, ánders dan om ons te verlossen uit onze ijdele wandel? (1 Petr. 1:18, 19). En Wie heeft Zichzelf voor ons gegeven opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid en ons voor Zichzelf tot een eigen volk zou reinigen? (vgl. Titus 2:14). Christus heeft Zijn bloed gestort om onze onreinheid af te wassen. Het kruis was niet alleen een altaar, maar ook een wasbekken. Jezus stierf niet alleen om ons van de toorn te verlossen ( 1 Thess. 1:10), maar ook om ons van de zonde zalig te maken (Matth. 1:21). Uit Zijn zijde kwam water, wat op onze reiniging wijst, en ook bloed, wat op onze rechtvaardigmaking wijst (1 Joh. 5:6). De waarheid is dat het ‘t lichaam van Christus tot iets wanstaltigs zou maken als wel het hoofd rein zou zijn, maar de leden niet.
Waarom de reinheid vooral in het hart moet zijn
Ten eerste. Als het hart niet rein is, verschilt de reinheid in niets van de farizese reinheid. De heiligheid van de farizeeën bestond voornamelijk in uitwendige dingen. Zij hadden een uitwendige reinheid. Ze bekommerden zich helemaal niet om wat er in hun hart was (Matth. 23:25 en 27)..
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2021
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2021
De Saambinder | 24 Pagina's