Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een leeuw die planten eet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een leeuw die planten eet

4 minuten leestijd

De emeritus-hoogleraar geneeskunde Piet Slootweg promoveerde in november op het proefschrift ‘Teeth and Talons Whetted for Slaughter’. Oftewel: ‘Tanden en klauwen geslepen om te slachten’.

De vraag die Slootweg stelt, is hoe tanden en klauwen van roofdieren in overeenstemming kunnen zijn met Gods goede schepping? Tanden en klauwen veroorzaken immers pijn en lijden. De voorstelling dat roofdieren vredig naast elkaar slapen, hoort volgens Slootweg in kinderbijbels thuis. Zelf concludeert hij dat het paradijs wel ‘zeer goed’ geweest moet zijn, maar nog niet volmaakt. We gaan in dit artikel na wat de Bijbel er echter zelf over zegt.

Strijd

Misschien bent u ‘s nachts weleens wakker geworden van het lawaai dat dieren maken als zij elkaar verscheuren. Een schreeuwende kat en piepende vogels klinken afschuwelijk in de oren. Botten breken, vlees wordt afgerukt. In de dierenwereld is een groot gevecht gaande om te overleven, waarbij de zwakkere doorgaans het onderspit moet delven. Men maakt in de dierenwereld onder- scheid tussen vleeseters (carnivoren) en planteneters (herbivoren). Het bestaan van vleeseters valt moeilijk te rijmen met Gods goede schepping. Velen weigeren daarom in de almachtige Schepper van hemel en aarde te geloven. De dominees- zoon Jan Terlouw (D66) hield ooit eens een lezing over de evolutie. Toen hem na afloop gevraagd werd waarom hij niet in de Schepper geloofde was zijn antwoord: ‘Omdat de dierenwereld zo wreed is’.

Schepping

In de Bijbel wordt de schepping van vogels, vissen en landdieren verhaald en ook bezongen. Op de vijfde dag schiep God de vissen en de vogels. Indrukwekkend is de grote verscheidenheid aan vissen zoals haaien, tonijnen en makrelen. Ook staan we verwonderd over de schoonheid van gevleugelde dieren, zoals de machtige arenden en de bonte vlinders. ‘De werken des HEEREN zijn groot’ (Ps. 111:2). Op de zesde dag schiep God de landdieren. ‘Vee en kruipend en wild gedierte’ (Gen. 1:24). Oorspronkelijk waren deze dieren geen vleeseters. Volgens Genesis 1:30 kregen zij, net als de mens, het groene kruid tot spijs. ‘Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo’.

Val

Na de val zijn de dieren elkaar gaan ver- scheuren. De voedselketen is ontstaan. Een vogel eet een rups, een snoek ver- zwelgt een kikkervisje. De aarde wás een vredige lusthof, maar is na de val een zuchtende schepping geworden. ‘Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe’ (Rom. 8:22). Hoewel de gevolgen van de val verwoestend groot zijn voor mens en dier, heeft God Zijn hand van de schepping niet één ogenblik afgetrokken. De psalmdichters prijzen Gods grootheid vanwege Zijn zorg, zelfs voor het roofge- dierte. ‘Gij beschikt de duisternis, en het wordt nacht, in denwelken al het gedierte des wouds uittreedt. De jonge leeuwen, briesende om een roof, en om hun spijs van God te zoeken’ (Ps. 104:20, 21). God vraagt aan Job: ‘Wie bereidt de raaf haar kost?’ (Job 38:41). Even verder: ‘Ook zuipen zijn jongen bloed’ (Job 39:30).

Toch betekent dit niet dat de Heere deze bloeddorst gewild heeft. Nergens in de Bijbel vinden we dat God de dieren in een wrede, bloedige voedselketen geschapen heeft. Wie dat beweert zoekt naar een waarheid boven en buiten de grenzen van de Schrift.

De Rooms-Katholieke Kerk kende ook zulke waarheden tegen de Schrift. Calvijn noemt het een ‘zeer verderfelijke dwaling’, als wij ´de eeuwige en onaantastbare waarheid Gods’ van het oordeel van men- sen laten afhangen (Inst. I.7.1).

Het paradijs was volgens de Bijbel een lusthof waar de dieren leefden van het groene kruid. Hoe het paradijs er precies heeft uitgezien, blijft een verborgenheid. Wel laat de profeet Jesaja zijn lezers als het ware achteromkijken naar het paradijs, als hij profeteert over het komende vre- derijk. In dat vrederijk is er voor roofzucht onder de dieren geen plaats:

‘En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drij- ven’ (Jes. 11:6-7).

Deze profetie laat duidelijk zien dat verwoestend geweld niet thuishoort in Gods goede schepping. Wat uit Zijn hand voortkomt kent geen ‘gekrijt’ (Openb. 21:4). Het Koninkrijk van Gods gerechtigheid zal door de vrede bloeien en ‘het gedierte des velds zal Mij eren’ (Jes. 43:20).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 2021

De Saambinder | 24 Pagina's

Een leeuw die planten eet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 2021

De Saambinder | 24 Pagina's