Geestelijkheid en onmogelijkheid
Vorige week zagen we hoe de Heere Jezus de Samaritaanse vrouw van zonde en schuld ging overtuigen en hoe zij daarop reageerde met een ontsnappingspoging. Ze leidde de aandacht in het gesprek af door te vragen naar de plaats waar God gediend wil worden: op de berg Gerizim in Jeruzalem?
Jezus benadrukt dat de ware dienst van God geestelijk is en ontsluit vervolgens een mogelijkheid van zalig worden. Twee indrukwekkende zaken die ditmaal in het middelpunt staan! De Samaritaanse vrouw bracht een onderwerp ter sprake dat aanleiding gaf tot verhitte gemoederen bij de Joden en haar eigen volksgenoten. Ze vroeg naar de plaats waar God gediend wil worden. Haar vraag had iets moois, maar was ten diepste een afleidingsmanoeuvre.
Hoe vaak gebeurt dat ook niet tijdens een huisbezoek. Juist op het moment dat een dominee of ouderling bij het hart van zijn gemeenteleden denkt te komen, wordt er met de kopjes geram- meld en klinkt het: ‘Zal ik nog eens inschenken?’ Soms gaat het wat verfijnder: ‘Wat vindt ú daar nou eigenlijk van?’ En dan komt er ineens iets uit het kerkelijk leven ter sprake: de organist speelt te vlug of te langzaam; er gaat zo weinig van Gods volk uit tegen- woordig; vroeger hoorde je veel meer, enzovoort. Een andere keer gebeurt het op een bijna gezellige manier. Dan gaat het om mensen die best weleens een avondje willen praten over godsdienstige onderwerpen, maar het moet niet te dichtbij komen. Het kan ook een wat ernstiger toon aannemen. Denk aan hen die leven onder het beslag van Gods Woord, maar die toch willen vast- houden aan de zonde of aan hun eigen gerechtigheid. Een mens is zo geraffi- neerd. Wat een wijsheid is er voor nodig om hiermee om te gaan in het pastorale gesprek. Veel mensenkennis, zelfkennis en geestelijk inzicht zijn dan nodig.
Geestelijke dienst
In Johannes 4 vers 21 tot 24 predikt Christus de geestelijkheid van de dienst des Heeren. Hij slaat de Samaritaanse vrouw alles uit handen door te wijzen op het geestelijke karakter van deze dienst. Hij zet haar erbuiten door te zeggen dat de zaligheid uit de Joden is. Hij zegt het zonder omwegen: ‘Gijlieden aanbidt wat gij niet weet’ (vers 22a). En tegelijk zegt Hij dat het niet gaat om Jeruzalem. De dienst van God is geestelijk. God staat niet aan de kant van mensen, of ze nu Samaritanen zijn of Joden. Wij moeten aan Zíjn kant terechtkomen. Dat is de boodschap die Jezus hier brengt.
Het is dezelfde boodschap die ook ambts- dragers moeten brengen. De Heere geve daartoe getrouwmakende genade. Opdat de breuk niet op het lichtst genezen wordt, hetzij door een oppervlakkige godsdienst, hetzij door een wettische godsdienst.
Mogelijkheid van zalig worden
Christus wijst niet alleen op de gees te lijk-heid van de ware godsdienst, maar ook op de mogelijkheid van zalig worden: ‘Maar de ure komt en is nu, wanneer de ware aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en waarheid’ (vers 23a). De Samari- taanse vrouw wordt niet alleen klemgezet, maar er wordt ook een weg voor haar geopend. Er wordt heen gewezen naar het offer dat Jezus straks gaat brengen op Golgotha, naar de dag dat het voor- hangsel van de tempel gescheurd wordt en de middelmuur zal worden afgebroken tussen Jood en heiden. Dan zullen ze komen van oosten en westen. Daar staat God Zelf voor in.
Dat zijn zaken waarop met liefde mag worden gewezen tijdens pastorale gesprekken. Dat hoort ook bij de ambte- lijke opdracht. Er zijn altijd weer die twee kanten: de dood in Adam en het leven in Christus. Ambtsdragers kunnen nooit te scherp zijn, maar ook nooit te ruim in het bekendmaken dat er genade is voor de grootste der zondaren. Wat een blij- vende indruk kan dat soms maken op het gemoed, ook van een kind! Laten ambts- dragers daarom maar dicht bij het hart zien te komen. Laten ze ook onze jonge mensen maar aanspreken. En laten ze maar laag afdalen tot hen die vastgelopen zijn met alles. Wat is het ambtelijke werk dan een lief werk, al blijft het onmogelijk naar de mens. Een ambtsdrager mag afwij- zen van zichzelf en heenwijzen naar Hem Die het gekrookte riet niet zal verbreken en de rokende vlaswiek niet zal uitblussen.
(slot volgt)
Het kerkelijk werk is weer begonnen. Ambtsdragers gaan de huizen langs, in de hoop op een goede ontmoeting. Deze serie artikelen wil een handreiking zijn om te komen tot een geestelijk, pastoraal gesprek.
Vandaag deel 6.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 2022
De Saambinder | 24 Pagina's