Noach wandelde met God
GENESIS 6:9
Toen Noach wandelde met God
was dat een heel teer leven.
Hij vond zijn lust in Gods gebod
en mocht Hem d’ ere geven.
Ja, Noachs leven lag verklaard
mét God, in tere wandel.
Terwijl hij rond zich keek op aard’
zag hij godd’loze handel.
Zou Noach zonder zonde zijn?
In Adam niet gevallen?
Dán zou hij waarlijk heilig zijn!
O nee, hij was als allen;
maar weder door God opgericht
en door Gods Geest herboren.
Gód heeft dat werk in hem verricht,
tot zaligheid verkoren.
’t Vloeit al uit Christus’ werk alleen.
Van Hem toch staat geschreven:
Getrouw ging Hij naar d’ aarde heen,
om daar Zichzelf te geven.
De Vader sprak: ‘Ontwaak, o zwaard,
en ga die Herder treffen!
Mijn Metgezel, Hij sterft op aard’,
om zondaars op te heffen’.
Aan ’t kruis weerklonk die bitt’re klacht:
‘Mijn God heeft Mij verlaten!’
Vóórdat Hij riep: ‘Het is volbracht!’
wás Hij geheel verlaten.
Gods Metgezel was gans alleen
in ’t allerzwaarste lijden.
Nu mag Zijn volk in tegenheên
Zijn hulp en kracht verbeiden.
Ter nagedachtenis aan meester W. Droogers. Op 25 juni j.l. mocht hij deze vrede beërven.
Uit: ”Want Hij is onze vrede”, W. Droogers; uitg. Den Hertog.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 2023
De Saambinder | 20 Pagina's