Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De hel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hel

4 minuten leestijd

Spreken en schrijven over de hel is niet aantrekkelijk. Velen ontkennen het bestaan van de hel. Zij zien de hel meer in de soms verschrikkelijke ellende die er in de wereld is en waarbij mensen onbegrijpelijke angsten doorstaan.

Tijdens de academische jaaropening van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) op 1 september sprak prof. dr. A. Huijgen een rede uit over de ‘herontdekking van de hel’. Prof. Huijgen, voorheen hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, ziet alle reden om als christenen over de hel te blijven spreken. Hij verwijst daarvoor naar Christus’ nederdaling ter hel.

Waarom heeft de wereld een hel nodig? Prof. Huijgen noemt daarvoor twee redenen. In de eerste plaats kan het christelijk denken over de hel helpen in het licht van existentiële (verband houdende met het menselijk bestaan) dreiging zoals die van klimaatverandering. De dreiging van de dood wordt daardoor voluit en ernstig onder ogen gezien. Een tweede reden waarom het spreken over de hel niet moet worden afgeschaft is dat de hel de bestemming is van het ultieme kwaad in Gods oordeel. Het kwaad wordt daardoor als kwaad erkend en uiteindelijk overwonnen door de goede God.

Uitsluiting

Hoe zien wij echter de hel? Volgens prof. Huijgen heeft in de Schrift het spreken over de hel meer met uitsluiting dan met pijniging te maken. De gedachte van uitgesloten zijn van de gemeenschap die bij God is, past volgens hem veel meer bij het Oude Testament dan het accent op de pijniging. En in het Nieuwe Testament is uitsluiting volgens hem hét kenmerk van de hel. De hel als plaats van pijniging zou eerder een Grieks-mythologische en filosofische achtergrond hebben.

Door te stellen dat de hel in de Bijbel meer met uitsluiting dan met pijniging te maken heeft, dreigt de hel als werkelijke plaats met haar onuitsprekelijk, gruwelijk en vreselijk karakter op de achtergrond te geraken.

De gedachte van uitsluiting van de gemeenschap met God en Zijn volk is er zeker wel mee verbonden en maakt het karakter van de hel nog ernstiger. In Openbaring 22:15 wordt die uitsluiting, het buiten zijn, als het oordeel van God, aangezegd aan de ‘honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk die de leugen liefheeft en doet’.

Uitsluiting zien we vooral op Golgotha. Daar wordt Christus uitgesloten van God en van mensen en roept Hij het onder de ondervinding van Gods toorn tegen de zonde uit: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Daar worstelt Hij met al de machten van de hel en de verschrikking van de dood. Die worsteling onderging Christus, opdat het voor verlaters van God waar zou worden: Hij van God verlaten, opdat wij tot God zouden worden genomen, om nimmermeer van Hem verlaten te worden.

Oordeel

Ook al kunnen wij ons slechts een beeld vormen van de hel en de verschrikking die daarvan uitgaat, toch spreekt de Bijbel over een plaats. Waar die plaats is en hoe dat precies zal zijn? Genoeg is dat we weten dat er een hemel is ter beloning en een hel tot straf. Daarbij hoeven we geen moeite te doen om ons een voorstelling te maken van de hel, die de plaats is van de definitieve voltrekking van het oordeel van God.

We moeten er wel voor oppassen dat we de Bijbelse beelden niet al te letterlijk opvatten. Soms wordt de hel voorgesteld als de poel, die brandt van vuur en sulfer (Openb. 21:8). In Mattheüs 13:42 spreekt de Heere Jezus van een vurige oven, waar wening zal zijn en knersing der tanden. De plaats van wening en knersing der tanden wordt door Jezus verschillende keren genoemd als de plaats van de buitenste duisternis (Matth. 8:12, 22:13, 25:30). In Markus 9:43 en 44 wordt de hel door Hem genoemd een onuitblusselijk vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt.

Het loopt met een mens door genade uit op de eeuwige heerlijkheid met Christus of op de eeuwige rampzaligheid met de duivel en zijn engelen. Die leer van het laatste oordeel moet tot geloof en bekering dringen. Daarom kan in de prediking niet gezwegen worden over de hel.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 2023

De Saambinder | 20 Pagina's

De hel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 2023

De Saambinder | 20 Pagina's