De heilige oorlog (82)
De nieuwe grondwet in het hart
Prins Immanuël heeft tot grote blijdschap van de stad Mensziel de jonge Bevinding tot kapitein aangesteld. Nu komt Hij om de nieuwe grondwet in het hart te geven.
De oude wet wordt vervangen
Prins Immanuël bepaalt een dag waarop Hij de grondwet van Mensziel zal vernieuwen. Deze is een uitbreiding van de oude grondwet, waarbij ook een aantal fouten hersteld worden. Het juk van het leven naar de wet wordt daardoor verlicht 1 . De Prins doet dit met oprechte bedoelingen, zonder dat Mensziel erom gevraagd heeft. Hij bekijkt eerst nog eens de oude wet. Nadat Hij die aan de kant heeft gelegd, zegt Hij: ’Wat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning.’ Hij vervolgt: ’De stad Mensziel moet een andere wet hebben, een betere, een nieuwe, een blijvende wet.’
Samenvatting van de nieuwe grondwet
De Prins vertelt de korte inhoud van de wet. ’Ik, Immanuël en Vredevorst, Die de stad Mensziel zeer liefheb, schenk in Naam van Mijn Vader en op grond van Mijn goedertierenheid het volgende aan Mijn geliefde stad Mensziel:
1. Ik geef de burgers Mensziel vrije, volledige en eeuwige vergeving van zonden, beledigingen en overtredingen die zij tegen Mijn Vader, tegen Mij, tegen hun naaste of tegen zichzelf hebben begaan.
2. Ik geef de heilige wet en Mijn testament tot hun eeuwige vrede en troost.
3. Ik geef hen ook een deel van dezelfde genade en goedheid, die woont in het hart van Mijn Vader en van Mij.
4. Ik schenk en vergun Mensziel om de wereld en al wat daarin is vrijmoedig te gebruiken. Zij zullen daarover heersen tot eer van Mijn Vader en Mijn heerlijkheid en tot troost van henzelf. Ja, ik schenk hen alles wat tot voordeel is in leven en dood én in de tegenwoordige en de toekomende dingen. Geen enkele andere stad of gemeente ontvangt deze voorrechten.
5. Ik schenk en vergun hen vrije toegang tot Mij in Mijn paleis, in ieder seizoen en waar ze ook zijn, om hun wensen bekend te maken. Ik beloof hen bovendien dat Ik al hun klachten zal horen en verhelpen.
6. Ik zal Mensziel bekleden met onbepaalde macht en met volledig gezag om alle soorten van Diábolusmannen op te sporen, gevangen te nemen, te onderwerpen en uit te roeien. Het maakt niet uit op welk moment of waar ze gevonden worden, in of buiten Mensziel.
7. Ik geef Mijn geliefde stad Mensziel het gezag om vreemdelingen en hun nakomelingen geen vrije toegang te geven tot de stad. Alle beloftes, voorrechten en vrijstellingen zijn alleen voor de inboorlingen en ware inwoners van Mensziel en hun nakomelingen. Maar iedere volgeling van Diábolus, wat voor soort het ook is, in welk land of koninkrijk ook geboren, wordt ervan uitgesloten om daaraan deel te hebben.’
De nieuwe grondwet in het hart
Daarna gaat men met de nieuwe grondwet naar de markt. Daar leest secretaris Geweten de wet in aanwezigheid van alle inwoners nog eens voor. De woorden van de wet worden met gouden letters in de muren van het kasteel gegraveerd. Mensziel en al zijn inwoners hebben de wet daarmee altijd in het bezit. De wet is altijd zichtbaar. Altijd kan men zien welke gezegende vrijheid de Prins heeft geschonken. De blijdschap in hen zal blijven groeien en hun liefde tot Immanuël zal voortdurend worden vernieuwd. De harten van de burgers van Mensziel worden vervuld met grote blijdschap en troost. De klokken worden geluid, muzikanten laten zich horen, er wordt gedanst, de kapiteins juichen, de vaandels wapperen in de wind en de zilveren trompetten worden gehoord.
De volgelingen van Diábolus die zich nog in de stad bevinden, en eruit zien als mensen die al lang geleden zijn gestorven, zijn blij dat ze een plek vinden om zich te kunnen verbergen.
Gods wet in het hart
Bunyan vertelt wat de inhoud van de nieuwe grondwet is en hoe deze in het hart wordt ingegraveerd.
Het juk lichter gemaakt
Een leven naar Gods wet wordt vaak vergeleken met een leven onder zware, ondraaglijke lasten. En inderdaad, de wet drukt zwaar op de ziel als deze ontdekt aan de ellende waarin de mens zich gebracht heeft. Maar de wet is uiteindelijk gegeven om te weten hoe we God moeten liefhebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dit zijn dan de geboden, de inzettingen en de rechten, die de HEERE uw God geboden heeft om u te leren (…). Zo zult gij den HEERE uw God liefhebben (Deut. 6:1a en 5a). (…) gij zult uw naaste liefhebben als uzelven (Lev. 19:18b). Zo heeft de Heere Jezus de wet ook Zelf samengevat (zie o.a. Matth. 22:37-40). Het kernwoord is ’liefde’. Liefhebben is geen zware last. Liefde leidt tot nederigheid en zachtmoedigheid. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht (Matth. 11:29, 30).
De wet omschreven
Er worden zeven punten genoemd, waarmee de nieuwe wet wordt omschreven. De vorige grondwet wordt oud genoemd. Oud, verouderd, en nabij de verdwijning. De nieuwe grondwet wordt een nieuw verbond genoemd. Een nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat nu oud gemaakt is en verouderd, is nabij de verdwijning (Hebr. 8:13). De nieuwe grondwet is een ’bestendig’ verbond. Het is een wet die onwrikbaar vast staat en blijvend is. In die wet staat beschreven dat Christus de zonden en overtredingen van Zijn volk totaal niet meer zal gedenken (zie Hebr. 8:12). Door het leven naar die wet ontvangt de ziel vrede en troost. Die wet brengt hen ertoe zichzelf te reinigen van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de vreze Gods (2 Kor. 7:1b).
Bunyan schrijft dat gezaligde zondaren door het houden van de wet een deel van dezelfde genade en goedheid ontvangen, die er woont in het hart van de Vader en van Christus. In 2 Petr. 1:4 wordt namelijk geschreven dat de gelovigen ’der Goddelijke natuur deelachtig worden.’ We moeten dit goed verstaan. De eigenschappen van God als zodanig kunnen nooit aan een schepsel worden meegedeeld (zie kanttek. 23: ’Want anderszins kan het Wezen van God Zelf geen schepselen of creaturen medegedeeld worden’). Alleen bij wijze van vergelijking wordt van sommige eigenschappen iets ervan aan de mens meegedeeld, zoals goedheid, heiligheid, wijsheid, heerlijkheid. We noemen dit ’mededeelbare’ eigenschappen. Die mededeelbare eigenschappen hebben ook de onbekeerden. In de wedergeborenen worden deze eigenschappen echter vernieuwd omdat zij naar het beeld Gods hersteld worden. 2
Door het doen van de wet wordt waar wat Paulus zegt: (…) want alles is uwe. Hetzij (…) de wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe (1 Kor. 3:21b en 22).
Door die wet krijgen ze een recht om tot Jezus te gaan: Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees (Hebr. 10:19, 20). Jezus heeft Zelf gezegd: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden (Matth. 7:7).
De wet verplicht en geeft het gezag om te strijden tegen alle soorten van zonde. De wet verbiedt toegang te geven aan de zonde. Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande den vorigen wandel, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding (Éf. 4:22). De kracht daarvoor ontvangt de ziel van God: Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets te denken, als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God (Kol. 3:5).
Bunyan stelt duidelijk dat de beloften van Gods Woord alleen voor de Zijnen zijn.
In het hart
De wet krijgt geen plaats in het hoofd, maar in het hart. Die wet wordt ook niet door de mens zelf in het hart geschreven. Maar dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis Israëls maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven (Jer. 31:33a, zie ook Hebr. 8:10). Daarmee worden Gods kinderen leesbare brieven: Als die openbaar zijt geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen dienst bereid, die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest des levenden Gods, niet in stenen tafelen, maar in vlezen tafelen des harten (2 Kor. 3:3).
Kennen we dat? Dan zal het wonder, wat Jeremia ook noemt, niet klein te krijgen zijn: en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn (Jer. 31:33b).
Noten
1. ’Het juk verlichten’ betekent dat de lasten die naar de wet op de mens liggen, gemakkelijker draagbaar worden.
2. Ds. G.H. Kersten, Ger. Dogmatiek I, blz. 85 e.v. W. à Brakel, Red. godsdienst, I, blz. 69 e.v.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's