Bijbels onderwijzen
De mogelijkheid van de christelijke opvoeding ligt niet in de betekenis en de kracht van die opvoeding op zichzelf. (…) Als van de opvoeder of van de opvoeding zelf de kracht en het vruchtbaar maken uitgaan moest, voorwaar, dan was een christelijke opvoeding totaal onmogelijk. Maar alles wat van de mens is, valt volkomen weg in het werk Gods en het behaagt de Heere Diens werk alleen als instrument te gebruiken. Daarom is de christelijke opvoeding mogelijk. Ja mogelijk, omdat de Heere middellijk werkt in het zaligen van Zijn uitverkorenen.
Dit citaat van ds. G.H. Kersten is te lezen op de eerste pagina’s van de nieuwe publicatie van de VBSO (Vereniging tot Bevordering van Schoolonderwijs op gereformeerde grondslag), die deze week is gepresenteerd. In 2018 is de VBSO gestart met het doordenken van een duurzaam onderwijsconcept, ter voorbereiding van de nieuwe schoolplan periode 2023 – 2027 van de basisscholen die zijn aangesloten bij de VBSO. Deze doordenking heeft geresulteerd in de publicatie ‘Bijbels onderwijzen; uitgangspunten voor christelijk onderwijs’. De publicatie is gebaseerd op de Bijbel en vervolgens op het gedachtegoed van mannen van naam, zoals Augustinus, Fruytier, Langeveld, Bavinck, Waterink, Florijn, Ter Horst en Golverdingen. De publicatie verrast in meerdere opzichten.
Hoewel de citaten van genoemde personen van oudere datum zijn, zijn de citaten verrassend actueel. Verder is het boek zeer toegankelijk geschreven. Het is niet alleen geschikt voor onderwijsgevenden, maar ook voor de ouders, die hun kinderen -zoals bij de doop beloofdchristelijk basisonderwijs laten geven. De auteurs van het boek hebben de les van Jesaja ter harte genomen en zijn niet in de valkuil gestapt van gebod op gebod, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig (Jes. 28:10). Het verfrissende van dit boek is dat het werkt met uitgangspunten. Het formuleert principes, die worden onderbouwd met Bijbelteksten en citaten van de hiervoor genoemde pedagogen. Die uitgangspunten moeten dan door de onderwijzer zelf worden toegepast in de praktijk. Dat dwingt de onderwijsgevende om zelf na te denken en met collega’s te spreken over de beste aanpak. Het is ook een voorbeeld van de wijze waarop men het onderwijs gestalte wil geven: onze kinderen krijgen aangereikt wat ze nodig hebben voor de praktijk van het leven. Die kennis moet vervolgens verinnerlijkt worden.
Het eerste deel van het boek bevat een aantal inleidende hoofdstukken over de betekenis van Bijbels onderwijzen. Hierin wordt ook het fundament gelegd waarop de uitgangspunten zijn gebaseerd. Het Bijbelse fundament wordt ondersteund door een aantal citaten van ds. G.H. Kersten. Dit deel geeft ook een doordachte en samenhangende voorstelling van wat het betekent om mens te zijn. Ook wordt benoemd dat de onderwijzer gezagsdrager namens God is. Dat betekent nogal wat! Verder wordt een model gepresenteerd waarbij niet het kind centraal wordt gesteld, maar waar onderwijzer, leerling en lesstof zich tot elkaar verhouden. Het gaat daarbij om opvoeden en onderwijzen. De school is dus niet alleen een onderwijsinstituut, maar ook een vormingsinstituut, en niet alleen een leergemeenschap, maar ook een leefgemeenschap. Dit onderstreept het belang dat ouders zich hartelijk verbonden weten met de school.
Het hoofdstuk over de onderwijzer behandelt een zestal uitgangspunten, waarvan we in dit artikel alleen de eerste twee noemen. Het eerste uitgangspunt is: de onderwijzer dient door genade Christus te volgen en te leven vanuit Zijn Woord. Het tweede: De onderwijzer doet zijn of haar werk biddend tot en in afhankelijkheid van God. Dit zijn belangrijke uitgangspunten, die een onderwijzer voor wezenlijke vragen plaatsen. Hoewel het volgen van Christus alleen maar kan door wedergeboorte, geloof en bekering, blijft deze opdracht staan voor een christelijke onderwijzer. Er is meer nodig dan een belijden en toestemmen van de Waarheid. Het is nodig dat de onderwijzer door Gods genade Christus dient en Hem volgt en leeft vanuit Zijn Woord, zodat leerlingen in hun onderwijzer niet alleen een voorbeeld zien van een nette christen, maar ook en bovenal van een levend geloof in Christus. Van welke leerkracht kunnen onze kinderen dit zeggen? Toch is het goed dat de auteurs van dit boek de spanning er niet uit hebben gehaald. De eis ligt er voor ieder mens. Het is nodig dat we ermee in de knel worden gebracht en in eigen kracht niet verder kunnen.
De uitspraak van ds. Kersten over de (on)mogelijkheid van de opvoeding -waar we dit artikel mee beginnenis in dit licht van belang. Hoewel dit aspect in het voorwoord wel wordt benoemd, met een verwijzing naar de kanttekening bij 2 Kron. 12:14, blijft dit in de uitwerking naar de praktijk wat onderbelicht. Er wordt gewezen op de noodzaak van weder geboorte en op de eis en de plicht daarvan. Maar de onmogelijkheid van het Bijbels onderwijzen en de mogelijkheid alleen door het wonder van de Allerhoogste, waar Florijn altijd veel nadruk op legde, komt niet helemaal uit de verf. Terwijl die onmogelijkheid van onze zijde juist zou moeten uitdrijven tot een biddend en afhankelijk leven. De vraag hoe een onderwijzer die hiermee worstelt onderwijs kan geven, komt in deze publicatie nauwelijks aan de orde. Maar wellicht is dit de schaduwzijde van het benoemen van uitgangspunten en het achterwege laten van een uitgebreide uitwerking.
Dit laat onverlet dat er met deze uitgave een leerzame publicatie is verschenen, die in de boekenkast van geen enkele onderwijsgevende mag ontbreken. Ter illustratie noemen we nog wat de auteurs schrijven over belonen, straffen en vergeven. “Straf geven doe je nooit zomaar. Als je niet vanuit boosheid, maar vanuit liefde straft, heeft het als doel om een leerling te laten zien dat hij of zij schuld heeft en daarom vergeving nodig heeft. Een straf kun je dus nooit afronden zonder een leerling te vergeven wat er fout is gegaan. Alleen dan kan straf ook een pedagogische werking hebben. Dan vormt de straf het geweten van de leerling. Hij of zij leert dan namelijk wat goed en fout is.” Deze beschrijving wordt onderbouwd met een drietal Bijbelteksten, met een vijftal citaten van pedagogen en een praktijkvoorbeeld. Vervolgens worden er drie gespreksvragen gesteld om met collega’s te spreken over het geven van complimenten, straffen en vergeving. Het onderwerp wordt afgesloten met een persoonlijke reflectie: “Wat gaat je makkelijker af? Complimenten geven of straffen? Waardoor komt dat? Hoe vergeef jij leerlingen na een straf? Wat betekent dat concreet?” Deze doorwrochte aanpak maakt deze publicatie tot een goede leidraad voor iedereen die onderwijst. Het is dan wel jammer dat de uitgever weinig variatie heeft toegepast in de illustraties. Overal is dezelfde onderwijzer te zien. Hier zouden wat meer ondersteunende foto’s wenselijk zijn geweest. Het maakt de waardering voor deze publicatie er niet minder om.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's