Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (315)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (315)

8 minuten leestijd

Men schat het aantal boomsoorten op de aarde op meer dan 73000. Zoals elke boom een ander soort blad heeft, zo heeft ook elke boomsoort een andere vrucht. Toch is er één boom die onderscheiden is van de 73000 boomsoorten, dat is Christus’ boom of kruis! Dit grote onderscheid geldt ook voor de zoete vruchten die het draagt, omdat zij van eeuwigheidswaarde zijn. Durft iemand te beweren dat de boom van werkheiligheid en vroomheid voor hem zoetere vruchten draagt dan die Christus aan het kruis heeft verdiend? U bent dan nog vreemdeling van Christus! We wensen u het geestelijke smaakzintuig toe, u zult dan anders oordelen! Op alle boomsoorten is van toepassing: Zij zullen als een kleed verouden, maar op Christus’ boom lezen we: Maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet geëindigd worden (Ps. 102:27,28). Sinds Adams val heerst overal de dood. Maar Christus, als Overwinnaar van de dood, schenkt aan hen voor wie Hij stierf enkele van de zoetste vruchten, en na hun sterven oneindig meer in de hemel. In het kort gebruiken we de woorden van de apostel Paulus: Er blijft dan een rust over voor het volk van God (Hebr. 4:9).

Er is geen groter voorrecht denkbaar voor een verloren zondaar dan het ontvangen van de zoete vruchten van Christus’ kruis. Elke zondaar die zich vloekwaardig kent omdat hij gegeten heeft van de verboden boom in het paradijs, acht het ontvangen van de zoete vruchten van Christus’ kruis een groot wonder. Toch zal ook ieder van Gods volk met Augustinus pijnlijk klagen over het overgebleven gif van hun verdorven bestaan. Deze kerkvader (354-430) verwoordde het als volgt: ‘Ik ellendig mens, omdat ik niet geheel verlost ben van het gif door het eten van de verboden boom.’ Ieder die verdriet heeft om dit vergif, zal met Augustinus de toevlucht nemen tot Christus’ kruis. Zie het bevestigd in Hooglied waar de bruid Christus vergelijkt met een appelboom: Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit eronder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet (Hoogl. 2:3). Wat een hemelse weldaad is dat! U hebt van de Heere geloofsverzekering ontvangen dat u de zoete vruchten van Christus’ lijden en sterven deelachtig bent, en dat u eenmaal verlost zult worden van het gif van uw verdorven natuur. Tevens vertroost Christus u zolang u in de woestijn van het leven op reis bent naar het Vaderhuis hierboven.

We zien dit afgebeeld in de geschiedenis van het nomadenvolk Israël dat uit Egypte was verlost en daarna door de Heere in de woestijn werd geleid naar Kanaän. Zij werden dagelijks uit de hemel gevoed en vertroost door het zoete manna. We willen daarom een derde overeenkomst noemen tussen het manna en Christus: ‘De zoete smaak van het manna’.

3. De zoete smaak van het manna

We overdenken nog steeds de gouden kruik gevuld met manna. We hebben overdacht dat de Heere deze kruik als een gedenkteken liet bewaren in de ark. De ark beeldde Christus af en de gouden kruik Zijn bijzondere zorg over Zijn volk door hen te onderhouden en te vertroosten. Alles wat van Christus is, is zoet van smaak, en geen honing kan het gehemelte beter smaken. Heel de wereld en alle godsdiensten vallen totaal in het niet in vergelijking met één zoet troostwoord van Jezus’ lippen, of één liefdesblik van Zijn vriendelijk aangezicht. Als u nu moet concluderen dat u deze zoete vruchten van Jezus niet kent, dan bent u in groot gevaar! Bedenk toch dat Jezus u nu nog toeroept: ‘Verhardt uw hart niet, en veracht Mij niet langer!’

Wanneer het volk van Israël ’s morgens vroeg buiten de legerplaats kwam, zagen zij het manna dat daar ’s nachts was gevallen als de vorm van ‘korianderzaad’, het zaad van een woestijnplant. De kleur van het manna leek op de boom met de naam ‘Bedólah’, en het hars of gom dat uit deze boom droop was doorzichtig (Num. 11:7). Wat anders wordt met hars aangeduid dan de genade die van Christus’ boom of kruis druipt? Wanneer het volk het manna at, smaakte het naar zoete honingkoeken. Mozes beschrijft het als volgt: En het huis Israëls noemde zijn naam Man; en het was als korianderzaad, wit, en de smaak daarvan was als honingkoeken (Éxod. 16:31). Wanneer de mannarapers het manna hadden bewerkt, vermaald en gekookt, dan smaakte het als de beste olie, zoals we lezen in Numeri 11:8: (…) en maalde het met molens of stiet het in mortieren en zood het in potten, en zij maakten daarvan koeken; en zijn smaak was als de smaak van de beste vochtigheid. Vergelijk deze ‘koeken’ met een soort brood dat in de hete oven was gebakken, en de ‘smaak’ van deze koeken met de beste olie. Na het koken zakte de drab of droesem in de pot naar beneden. De beste olie wil zeggen dat het onvermengd was, zonder drab. Minder goede olie werd het als men het kooksel in de pot met een lepel had geroerd, zodat drab en olie met elkaar vermengd waren. De smaak was niet langer zoet maar zanderig en bitter. Geeft dit ons al niet direct te kennen dat alles wat Christus geeft, de smaak heeft van de beste olie zonder één sliertje drab?

De zoete smaak van het manna voor bitter houden!

Het manna dat gekookt was had een heerlijke smaak en was zeer voedzaam. Het volk van Israël had dus in het geheel geen reden om te klagen over deze hemelse spijs. Eerst vonden zij het bijzonder en zagen uit naar de andere dag om opnieuw het manna op te rapen voor hun dagelijks voedsel. Helaas, we lezen later dat het volk walgde van dit zeer lichte brood: En het volk sprak tegen God en tegen Mozes: Waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, opdat wij sterven zouden in deze woestijn? Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel walgt over dit zeer lichte brood (Num. 21:5). Let op de woorden: Zij walgden over dit zeer lichte brood! Zo sprak het volk over het hemelse brood met de zoete smaak, het brood dat het stempel droeg van Gods trouwe zorg! De smaak was bitter en het brood niet voedzaam. Het vreselijke gevolg was dat de Heere vurige slangen zond onder het volk, zodat degenen die gebeten waren vreselijk ziek werden en stierven. Allen die boos op God en op Mozes waren om dat manna, ondervonden de bittere gevolgen door de giftige slangenbeet die hen doodziek maakte.

De zoete smaak van het leven in Jezus, het hemelse Manna voor bitter houden!

Christus vergelijkt het manna met Zichzelf en zegt: Ik ben het Brood des levens (Joh. 5:35). Christus geeft hiermee te kennen dat Hij het geestelijke en het eeuwige leven geeft. We stellen u allen Christus voor. In het begin vindt u het aangenaam als u Christus hoort voorstellen, zoals het volk van Israël dat het manna vergeleek met zoete honingkoeken of met de beste olie. Maar uiteindelijk wordt u het zat om elke zondag Christus te horen voorstellen, nadat u eerst gehoord had dat u in Adam van God bent afgevallen en daarom door Gods Geest vernieuwd en bekeerd moet worden, en voor de Heere moet bekennen dat u een verloren zondaar bent. Altijd maar weer Christus in het middelpunt te moeten aanhoren, altijd maar weer horen dat Christus het nooit-vermoeiende Thema is. Moet ieder dan deze geestelijke kennis bezitten? U krijgt er een walg van. Christus is voor u ‘het zeer lichte Brood’.

Arme mens. U veracht Christus Die ook op dit moment u wenkt om tot Hem te komen. Maar dat is toch erg Evangelisch? Lees dan eens Christus’ nodiging: Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer (Jes. 45:22). Wat voor gewicht acht u Christus: zwaar of licht? Licht? Dan bent u zoals het volk van Israël dat het manna verachtte als ‘het zeer lichte brood’. Wat denkt u als de Heere u in de weegschaal weegt en zegt: Gij zijt in weegschalen gewogen, en zijt te licht bevonden? (Dan. 5:27). Let ook eens op deze woorden: Gij zijt te licht bevonden’. Als u Christus acht als ‘het zeer lichte Brood’, dan acht Christus u als ‘een zeer lichte zondaar’, omdat u Hem veracht en u het gewicht van Christus’ gerechtigheid mist!

De straf voor Israël was het bijten van de giftige slangen. En voor u? Mozes moest een koperen slang op een stang plaatsen met de oproep dat allen die daarop zagen beter zouden worden. Deze slang op een stang zag op Christus Die hing aan de boom of aan het kruis. U kunt nog zalig worden! Wie roept nu hardop of in stilte uit: ‘Ook voor mij? Hoe dan?’ We hopen daar de volgende keer het antwoord op te geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (315)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's