Binnenland
Tegen) de beschieting van Nederlandsche vlschtrellers
heeft onze Regeering een ernstig vertoog te Berlijn laten hooren. De regeeringspersdienst meldt daaromtrent het volgende: Met betrekking tot de vliegtuigaanvaUen.
Met betrekking tot de vliegtuigaanvaUen. op Nederlandsche visehtreilers, n.1. de Protinus, de Vikingbank, IJ, 183 en de I.S. IJ. 130, heeft Hare Majesteit Groen gezant te Berlijn opdracht gekregen een, ernstig vertoog tot de Duitsche regeering te richten, waarin tegen deze beschietingen met den meesten nadruk opgekomen wordt, met name tegen de volstrekt ontoelaatbare gewelddaad jegens de Protlnus.
Het officieele onderzoek naar den b\j daglicht in volle zee geschieden aanval op dit schip heeft toch bevestigd, dat, terwijl de treiler van talrijke duidelijke Nederlandsche nationallteitskenimerken was voorzien, onder meer ook aan de bovenzode met de kleuren van de Nederlandsche vlag was beschilderd, een Duitsch vliegtuig het heeft ge bombardeerd en beschoten, als gevolg waar van de kapitein en een schepeling aanstonds zijn gedood, het vaartuig tot zinken is gebracht en van de in de sloep redding zoekende opvarenden twee door uitputting zijn gestorven. De Nederlandsche regeering verzoekt
De Nederlandsche regeering verzoekt maatregelen tegen de schuldigen en behoudt zich een eisch tot schadevergoeding Voor.
De vele gevallen van beschieting leiden er toe, dat de visschers weigeren uit te vareen,. Zij achten de dolle aanvallen van „kwa jongens van vliegeniers" zooals een visscher het uitdrukte, onverantwoordelijk, en durven hun leven niet in de waagschaal te stellen. De vischaanvoer zal er hevig onder gaan lijden.
Gebleken is, dat de Duitsche vliegtuigen eenige malem rond den logger cirkelen, om de neutraliteit op te nemen. Stopt het vaartuig, laat men hen gewoonlijk met iTist.
Maar stoomt men volle kracht en vaart zig zag, heeft de practijk geleerd dat dan bommen werden geworpen of met mitrailleurs geschoten. Zoodra dus een Duitsche vlieger een visschersvaartuig nadert, wordt het raadzaam geoordeeld onmlddeliyk te stoppen. Er zal worden onderzocht, of de vliegers dan werkeiyk de visschersschepen met nust zlillen laten.
Nog iedere week komt het voor dat
Spionnen b^ de verdedigtnigswepkei«
worden gevat. In het Oosten van het land is een 40jarige, als arbeider verkleedde man gearresteerd, welke betrapt werd br| het fotografeeren van mJUtalre werken. Men vond op hem ook nog eenige teekeningen van kazematten etc. zoodat meni een goede vangst gedaan heeft. De man is achter slot en grendel gezet.
Hoevele malen hebben w\j nu reeds in onze kranten gelezen, dat neutrale Nederlandsche schepen het slachtoffer zfln gewor den van verraderlijk rondgestrooide m\jnen of van een; torpedo, doelbewust afgevuurd op niets vermoedende, onschuldige Nederlandsche koopvaardijschepen? Wö zijn de tel kwytgeraakt en we vergeten zoo gauw, omdat telkens nieuwe gebeurtenissen zich aan ons voordoen.
Maar de mannen van de Simon Bolivar, die zijn gered en thans op krukken; springen, zullen niet vergeten. Ook de nabestaanden van de 83 menschen die bij deze ramp om het leven kwamen niet!
Op 17 Maart j.1. bedroeg het totaal aantal HoUandsche schepen, dat door mflnen!, torpedo's of luchtbombardement naar den bodem van de zee was gezonden 23. De totale tonnage, die aldus verloren was gegaan, bedroeg meer dan 100.000 ton. Het menschelijk leed, dat bg deze rampen door onschuldigen is geleden, is onmetelijk. W;ij behoeven daarbij alleenj maar te denken aan de 5 overlevenden van de „Sliedrecht," Wien het onmenschelijk lot was beschoren, zes dagen in een open bootje op zee rond te dobberen, nadat een Duitsche duikboot het schip op honderden kilometers afstand van de kust harteloos in den grond had geboord.
De sympathie voor Duitschland wordt hierdoor niet aangekweekt en het is om zoo te zeggen op deze wijze een toer, om neutraal te blijven. Duitschland zou de Nederlandsche schepen, wanneer zij in convooi onder Engelsche bescherming gaan varen, als vijandelijke schepen beschouwen, maar wanneer men, ziet, dat bij het in convooi varen bijna geen schepen verloren gaan, zal menj er op den duur toe moeten besluiten.
Sinds den derden September van het vorige jaar tot 20 Maart van dit jaar heeft de Britsohe vloot 13.673 Britsche, geallieerde en neutrale schepen geconvooieerd. Van dit totaal zijn slechts 28 schepen verloren gegaan. Het aantal neutrale schepen, dat in diezelfde periode werd geconvooieerd bedroeg 1851 en het verlies 2 schepen.
De Fransche Minister van Marine heeft onlangs verklaard, dat de Fransche vloot sedert het uitbrekenl van den, oorlog meer dan 2.000 schepen had geconvooieerd met een verlies van slechts 4 schepen. In totaal hebben de geallieerde vlooten dus 15.000 koopvaardijschepen een effectieve bescherming verleend. Het verlies bedroeg slechts 32 schepen, hetgeen een verhouding van 1 op j500 is.
Het onbeschermd varen op zee van Nederlandsche schepen, wordt een met de dag gevaarlijker positie. ONZE BEVOLKING IN 1939.
Toename met 0.9 pet. — Het aantal huwelijken steeg — Zuigelingensterfte neemt regelmatig af.
In het juist verschenen maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn de voorloopige demografische cijfers aver 1939 gepubliceerd. 'Wij zuUen hieronder de voornaamste meedeelen,.
De gemiddelde bevolking bedroeg in 1939 8.761.441 tegen, 8.684.082 personen in 1938. Dat is dus een toeneming van 77.359 personen, of wel bijna 0.9 pet. Deze inwoners waren onder de provinciën en over de groepen van gemeenten verdeeld als volgt in procenjten:
Groningen! 4.81; Friesland 4.82; Drenthe 2.80; Overijssel 6.53; Gelderland 10.47; Utrecht 5.43; N.Holland 19.11; Z.HoUand 24.80; Zeeland 2.90; N.Brabant 11.43; Limburg 8.90.
Gemeenten met minder dan 5000 Inwoners 20.52; 5000—20.000 inwoners 30.56; 20.000—50.000 inwoners 11.46; 50.000— 100.000 inwoners 10.87; 100.000 inwoners en; meer 26.59.
Hieruit blijkt, dat in ZuidHolland een vierde deel van de bevolking woont, In NoordHolland bijna een vijfde. Het geringste aantal inwoners tellen Drenthe en Zeeland, elk met bijna 3 pet. Verder woont ruim een vierde deel in de groote steden, ruim de helft in de kleine plattelandsgemeenten.
Als we deni loop van de bevolking nu nagaan, dan bl^kt dat het aantal huw e 1 ä k e n belangrgk is gestegen en wel van 7.7 tot 9.2 per 1000 inwoners of wel, in absolute cijfers uitgeidrukt: er zijn in 1939 13.558 huweltlben, mear gesloten dan in 1938. Dit is louter een gevolg van de mobilisatie en wel meer speciaal van de kostwinnersvergoeding, die aan gehuwde gemobiliseerden wordt uitgekeerd.
Het aantal leven d geb|orenen is ongeveer gelijk gebleven; het bedroeg per 1000 inwoners in de jaren 1933 tot en met 1939 per jaar respectievelijk 20.8, 20.7. 20.2 20.2, 19.8, 20.6 en 20.7.
De sterfte is in 1939 een kleinigheid hooger dan in 1938, waarin ze zeer laag was. Sedert 1933 is de stenfte per 1000 inwoners per jaar 8.8, 8.4, 8.7. 8.7, 8.8, 8.5 en 8.7.
De zuig^elingensterfte, d.i. het aantal overledenl kinderen beneden het jaar op 100 levend geborenen neemt regelmatig af. Sedert 1933 bedraagt deze per jaar resp. 4.4, 4.3, 4.0, 3.9, 3.8, 3.6, en 3.4. Een prachtig resultaat voor allen, die zich op dit gebied bewegen.
HEFFING OP SUIKER SLECHTS VOOR EEN JAAR.
'sGRAVENHAGE, 4 April. — De Tweede Kamer heeft Dondergadmiddag het wets ontwerp, waarbij eenige heffingen worden ingesteld tem behoeve van het Leeningsfonds 1940 met 75 tegen 5 stemmen aangenomen.
Zoo is het geldigheidsduur van de heffing op suiker beperkt tot één jaar, n.1. tot 30 April 1941, waartegenover minister De Geer in uitzicht stelde een verhooging van de omzetbelasting resp. van 4 tot 5 procent en van 10 tot 12% procent.
De geldigheidsduur van de andere voorgestelde heffingen — op benzine en koffie alsmede extraopcenten op de successiebelasting — is vastgesteld op drie jaar. _/
^ _/ HET VERDWENEN MEISJE.
^ Geen nasporingen in het 'Imitenlarad? Adres aan den Raad te Amsterdam
Bij den Gem,eenteraad is een) adres ingekomen van den heer B. de Nigtere, vader van het op 18 November j.1. spoorloos verdwenen meisje Johanna de Nigetere, waarin deze den Raad verzoekt B. en W. te machtigen om voor nasporingen in het buitenjand een bedrag aan den politioneelen opsoringsdienst beschikbaar te stellen.
De vader acht het Volkomen uitgesloten, dat zijn dochter vrijwillig van het ouderlijk huis wegblijft. Aan de ,politie lof brengend voor haar nasporingen, deelt de heer de Nigtere mede, dat hij zelf de recherchekosten over de Nederlandsche grens heeft betaald. Tot zijn verdriet zou hij dit om financieele redenenj verder niet kunnen doen, reden waarom hij den Raad verzoekt gelden te willen voteeren.
Op een dergelijk verzoek, via den hoofdcommissaris van politie tot B. en W. gericht, heeft het College afwijzend beschikt. Vandaar dit adres tot den Raad.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 april 1940
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's