Band Hongarije-Nederland is eeuwenoud
Theologische studenten
et meeleven van de Nederlanders H met het Hongaarse volk vindt niet alleen een verklaring in het feit, dat onze deernis en sympathie in het algemeen direct uitgaan naar volken in verdrukking- — omdat wij zelf weten wat verdrulddng is — maar ook omdat er oude banden tussen Hongarije en Nederland bestaan.
Deze banden zyn vooral gelegd op godsdienstig gebied. Men zal zich van de lagere school herinneren hoe Admiraal de Buyter in 1676 een aantal tot de galeien veroordeelde predikanten verloste. De gereformeerde kerk In Hongarije — want zo heet de calvinistische kerk aldaar — is Nederland er altfld dankbaar voor gebleven. Een 'monument te Boedapest houdt de gedachtenis aan dit feit levend.
Maar reeds jaren voordat De Buyter zijn geloofsgenoten verloste, waren er contacten tussen Hongarije en Nederland. En weer speciaal op kerkelijk gebied
en moet namelijk weten, dat in M Hongarije het rooms-katholicisme de grootste kerk is. Twintig procent van de bevolking behoort tot de gereformeerde kerk, zes procent is Luthers Er staat in Boedapest een The ologische Hogeschool en in Debriczen een imiversiteit, waar predikanten worden opgeleid voor de gereformeerde kerk. Maar veel studenten gingen al sedert de reformatietijd in het buitenland studeren. Dit was vroeger trouwens veel meer een algemeen gebruik dan tegenwoordig. Ook ivanuit Nederland begaf men zich vaak naar het buitenland.
Hongaarse studenten zochten bij voorkeur de Duitse universiteiten op om af te studeren]. Maar toen in de jaren 1618- 1648 de dertigjarige oorlog het imiversitaire leven in Duitsland voor een groot deel onmogelijk maakte, zochten zij hun weg naar Nederland, terwijl een aantal Hongaren naar Engeland overstak.
In Nederland was het vooral de academie in Franeker, die aantrekkingskracht voor de Hongaren bleek te bezitten. Deze Hogeschool, in de vorige eeuw opgeheven, telde in de periode 1623—^1789 niet minder dan twaalfhonderd Hongaren tot haar leerlingen! In later jaren kreeg de academie van Utrecht ,,de clientele". De hoogleraar Gisbertus Voetius, die de voornaamste gereformeerde theoloog in Nederland geweest is, telde onder zijn studenten meer Hongaren dan Nederlanders!
Deze Hongaarse studenten hadden geen moeite met het volgen van de colleges. De professoren doceerden namelijk in ht Latijn, de taal der wetenschap. Ieder, die studeerde, kende Latijn. Daarmee kon hij dan bij alle universiteiten terecht.
och hielden deze T Hongaren aan hun eigen taal vast. Inzonderheid wanneer zij kerkdiensten hielden. Dat deden ze in het Hongaars. De universiteit van Utrecht heeft dan ook e*n Hongaarse kerk gehad, een geïmproviseerd bedehuisje in een der zalen van de academie.
De bloei van het gereformeerde leven in Hongarije is te danken aan het onderwys van Voetius en andere calvinistische professoren. Vele Hongaarse studenten bekleedden later een vooraanstaande plaats in hun kerk of werden zelf hoogleraar, zodat zg invloed konden oefenen op de gang van zaken in de kertc
De trek van de Hongaren naar Utrecht is niet het minst bevorderd door Jle stichting van het Stipendium Bernardinum in 1761. Een vermogend man, dhr. Daniël Bernard te Utrecht, bepaalde in zijn testament dat een deel van zijn nalatenschap ten goede zou komen aan studenten uit de Paltz en Hongarije. Tal van studenten konden een beurs krijgen. Dit heeft de banden van Nederland met Hongarije in sterke mate verstevigd.
Hongaarse kinderen.
aar het zijn niet alleen studenten, M die het contact tussen beide landen deden groeien. Ook kinderen hebben hierin een aandeel gehad. In 1919 werd Hongarije geteisterd door de rervolutie, ontstaan door de staatsgreep van de bolsjewist Bela Kim. Roemenië zou, zogenaamd, Hongarije helpen, maar inplaats daarvan beroofde men het weerloze volk.
In deze jaren van ontreddering deed Hongarije een beroep op Nederland om Hongaarse kinderen enige tijd te willen verzorgen. En zoals ons land zich de laatste weken bereid verklaarde om Hongaarse vluchtelingen gastvrij op te nemen, zo was het in de jaren rond 1920 paraat toen het de verzorging van ondervoede en slecht geklede kinderen betrof.
Terwijl het contact met de studenten in hoofdzaak geleid had tot kerkelijke theologische en universitaire banden, ontstond door de kinderen een hechte verbinding tussen Nederlandse en Hongaarse gezinnen. En toen begonnen de harten pas goed te spreken! Pleegouders onderhielden nog jarenlang correspondentie met de kinderen, die ze enige tijd geherbergd hadden. Naderhand organiseerde de Ned. Chr. Reisvereniging vakantietochten naar Hongarije, zodat de eens gelegde contacten werden vernieuwd. Pas in de jaren rond 1930 verflauwde de belangstelling.
Intussen kwamen nog steeds Hongaarse studenten naar Nederland. Vooral Utrecht genoot voortdurend stelling. belang
Dezer dagen mochten wij een onderhoud hebben met een der vroegere theologische studenten uit Hongarije, die indertijd profiteerde van het Stipendium Bernardinum. Dit is ds. J. A. I. Zaborszky, emeritus predikant bij de gereformeerde kerken, nu wonende in De Bilt.
Ds. Zaborszky studeerde omstreeks 1926 aan de Utrechtse academie. Hij volgde er inzonderheid de colleges van prof. dr. Hugo Visscher, prof, dr. J. A. C. van Leeuwen en prof dr. A. Noordtzij Beide eersten behoorden bij de gereformeerde richting in de Ned Herv. kerk, de derde was gereformeerd. Ds. Zéborszky heeft tal van hervormde studievrienden gehad (o.a. ds J. Lekkerkerker, die nu in Bergambacht staat), maar zelf sloot hij zich aan bij de gereformeerden.
De echtgenote van ds. Zéborszky is afkomstig uit Sneek. Na voltooiing van zijn studie ging hij naar zijn vaderland terug en werd er predikant. Toen Hongarije in 1948 geheel onder de druk van Rusland kwam te staan en er voor de kerken moeilijke tijden aanbraken, hadden tal van predikanten het bijzonder moeilijk omdat zij steeds onder dreiging stonden.
In deze tijd werd ds. Zaborszky ziek. De uitnodiging van de gereformeerde kerk te Sneek om aldaar als hulpprediker te komen fungeren, was hem daarom zeer welkom. In Nederland terugge-keerd werd hij na enige tijd beroepbaan gesteld in de gereformeerde kerken. Van 1950 tot 1955 heeft ds. Zé,borszky de gereformeerde kerken van Bellingwolde en Nieuwe Schans als voorganger gediend. Om gezondheidsredenen moest hij vorig jaar zijn ambtswerk neerleggen. Als radiospreker voor de Hongaren (bijbellezingen in het Hongaars voor de N.C.R.V.) bleef hij echter werkzaam. Zelfs in zijn oude gemeente in Hongarije luisterde men naar deze uitzendingen! Daarnaast heeft ds. Zdborszky op andere wijze een bemiddelende rol tussen zijn landgenoten en het Nederlandse volk vervuld.
Ds. Zdborsziky is niet de enige Hongaarse predikant in Nederland, maar wel verreweg de oudste (hij is nu 62 jaar.) In de hervormde kerk staat ds. J. Kerekes te Vl'averveen, terwijl te Brussel als hoogleraar aan de Prot. Theologische Faculteit werltzaam is dr. A. Szekeres. Ds. P. Sebestyén was enige tijd in verschillende plaatsen werkzaam en ds. I. Tüski, die de laatste dagen menigmaal van zich deed spreken, is predikant onder Hongaarse vluchtelingen in Nederland. In de gereformeerde kerken staat voorts drs. J Végh en wel te Andvjk.
Catechismus in 't Hongaars
De vluchtelingen hebben al enige jaren opnieuw de liefde van het orthodoxe kerkvolk in Nederland voor de Hongaarse geloofsgenoten gewerkt. Een comité onder voorzitterschap van prof. dr. J. Severijn verwierf gelden om de Heidelbergse Catechismus in de Hongaarse taal uit te geven, terwijl men onlangs e.en psalmen- en gezangenbundel m het Hongaars van de pers deed ko-men. Ds. Tüski verzorgde hiervan de correctie. Met het uitgeven van deze geschriften
Met het uitgeven van deze geschriften was het comité prachtig op tijd, want er zal zeker naar gegrepen worden, al behoren de meeste vluchtelmgen, die thans in Nederland zijn gekomen, tot de r.k. kerk.
Prof. Severijn is eredoctor van de imiversiteit te Debreczen de Oosthongaarse stad, waar de gereformeerde kerk haar grootste vestiging heeft en waar een bisschopszetel is. (Deze kerk kent namelijk bisschoppen, maar men moet ze niet vergelijken met deze titularissen in de roomse kerk).
Voorts verwierf prof. Severijn het ereprofessoraat van de Theologische Hogeschool in Boedapest, welke onderscheiding ook ten deel viel aan ds. W. A. Dekker, eertijds hervormd predikant in Scbarnegoutum, ds. H. A. Munnik gereformeerd predikant te Zwolle en prof. dr. P. W. Grosheide van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Laatstgenoemde trad in 1930 bij he
Laatstgenoemde trad in 1930 bij he vijftigjarig bestaan der Vrije Universiteit op als promotor van prof. dr. J. Sebestyén te Boedapest, die eredoctor van de V.U. werd. Deze Hongaarse hoogleraar heeft er het zijne voor gedaan om de werken van dr. A Kuijper (stichter der V.U.) in de Hongaarse gereformeerde kerk bekendheid te geven.
Tot hedien toe spreekt en leest twintig procent van de Hongaarse dominees de Nederlandse taal. Dat hebben de predikanten G. de Ru en dr. E. Emmen, praeses en scriba van de generale synode der Ned. Herv. kerk gemerkt toen zij enige maanden geleden in Hongarije waren, in welk land hun eeni gastvrije ontvangfst te beurt viel.
Julianaschool
wy noemden zoeven de naam van dr A. Kuijper. Drie dochters van deze staatsman-theoloog hebben zich veel moeite gegeven om te Boedapest een christelijke school te stichten. Deze school is er gekomen. Op 13 september 1936 werd zij geopend. Zfl droeg de naam van Prinses Juliana.
Bij de opening der school hield miej. C. M. E. Knijper (overleden 1955) een toespraak waarin zy in het Hongaars een beikende uitlating van haar vader citeerde: „Ouders, betrekt met uw kinderen de wacht bij het kruis".
Een tydlang verscheen in Nederland het maandblad „De Hongaarse Heraut" dat het Nederlandse kerkvolk voorlichting gaf over de kerkelijke toestanden in Hongarije.
Zo zijn de banden tussen beide landen tot vandaag toe blijven bestaan. Het Admiraal De Buyterfonds, een interkerkelijk comité ter verzorging van vluchtelingen uit Hongarije, is al jaren bezig steun te verlenen aan protestantse Hongaarse geloofsgenoten.
Moge er weer een tijd aanbreken, veaarin het mogelijk zal zijn, dat er in vrede een contact tussen de volken en inzonderheid tussen de kerken bestaat. Want niet aUeen zal Hongarije veel van Nederland kunnen leren. Ook Nederland kan nog wel iets opsteken van de Hongaarse kerkelijke toestanden.
Al was het alleen maar dit, dat de gereformeerde gezindte in Hongarije binnen één kerkverband is gebleven, terwijl zij in Nederland in vele groeperingen uiteenviel. Maar ja, daarvoor heeft de kerk in Hongarije ook zoveel eeuwen van druk achter zich! Gelegenheid voor theologische veldslagen had men daar heel weinig, terwijl hiervoor in Nederland steeds tyd voor gemaakt wordt... H. de J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 1956
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 november 1956
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's