Hoe zien de planologen de toekomst in de bollenstreek?
Outsiders willen nog wel eens naar voren brengen, dat het wel zal los lopen met het gebrek aan goede bollengronden, aldus lazen we in genoemd blad. En dan komt men onmiddellijk aandragen met statistieken. Als de dorre cijfers het alleen te vertellen hebben, dan moet men hen, di zeggen dat het bollenvak maar een beetje minder hoog van de toren moet blazen, inderdaad gelijk geven. Want de statistieken vertellen zonder veel omhaal dat men in 1930 in de oude bollenstreek 3723 hectare bollen teelde en in 1959 kwam men slechts tot 2810 ha. De planologen zeggen dan: als we nu 100 hectare van deze cijfers aftrekken die zijn gebruik voor uitbreiding van dorpskernen en aanleg van wegen, dan moet het vak nog altijd beschikken over een overschot van ruim 800 hectare.
Niet alle grond is geschikt
Natuurlijk: de cijfers liegen er niet om, maar men moet ze alleen kunnen „lezen". Want de cijfers en de al even dorre statistieken vertellen niet, dat men in de twintiger jaren zo ongeveer op alle gronden aan het bollentelen was geslagen. Ook op slechte tuinen, die zich eigenlijk helemaal niet voor deze cultuur leenden. Maar ja, hoe was het rondom 1930? In de bollenstreek heerste een soort goudkoorts. De bollen brachten prijzen op die tot dan toe alleen maar in de sprookjesverhalen bestonden.
En ook op slechte tuinen kon men toen nog wel een behoorlijke boterham verdienen. Al raapte men slechts de helft van de tulpen die bijvoorbeeld van een kweker aan de Zwartelaan in Lisse of de Veenenburgerlaan in Hillegom komen, waar naar het heet, de beste bollengronden uit de oude streek liggen — de Noordwijkerhoutse en enkele Voorthoutse kwekerijen buiten deschouwing gelaten — dan zat het voor de kweker op het slechte land nog we goed.
Leergeld betaald
Toen de vette jaren overraakten en het vak te doen kreeg met een periode waarvoor het woord „mager" nog .wel te kinderachtig is, veranderden de omstandigheden snel. Toen werd het voor de kweker op de allerbeste gronden al bijzonder moeilijk om het zout in de pap te verdienen en de kwekers op slechte tuinen moesten ermee ophouden. Het duurde dan ook niet lang of alle slechte hoeken land werden door de bollenkwekers verlaten. Ze werden trouwens nooit meer voor dit doel gebruikt. Ook niet toen na 1951 weer een inkomen met het telen van bloembollen te verdienen viel. Men had leergeld betaald.
De planologen slaan dus de plank mis als men beweert (aan de hand van statistieken) dat er in deze streek nog boUengronden over moeten zijn. Het boUenkweken kan met succes alleen worden gedaan op beste tuinen. Deze zijn heel dun gezaaid en die men heeft, daar zal men erg zuinig op moeten zijn. Men kan de teelt van tulpen, narcissen en hyacinten niet in haar geheel naar andere streken van het land overbrengen. Bepaalde soorten tulpen zou men wel elders kunnen kweken, maar de hyacintencultuur — een monopolie-artikel van Nederland — kan alleen in de streek worden bedreven en ook de narcissencultuur is op klei niet goed mogelijk.
Dertigduizend gulden per hectare
Een merkwaardige bijzonderheid is, dat de prijs van werkelijk best bollenland lang niet zo hoog ligt als in de gouden jaren tot 1931. Toen betaalde men ƒ 30.000,— per hectare voor beste zandtuinen en thans wordt dit bedrag nog niet besteed. Als men dan nagaat dat dertig jaar geleden de gulden heel wat „harder" was dan thans, ligt de prijs op een matig peil. Of er na de oorlog dan alleen maar
Of er na de oorlog dan alleen maar land is afgegaan en niets bijgekomen? Natuurlijk kwam er bij. Alleen in het Langeveïd creëerde men ruim 100 hectare, in Voorhout en Lisse (De Phoenix) lagen ook kansen om goed bollenland te winnen en in de Haarlemmermeer, waar de gemeente Hillegom o.m. vele hectaren door omspuiting verkreeg. De groei van de laatste tien jaar heeft echter de behoefte niet kunnen deltken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1960
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's