Flakkeese aannemers protesteerden bij gemeenteraad Oostflakkee

° Ie Kerstdag en zondagen in verordening Winkelsluitingswet nog buiten beschouwing gelaten

„Geen onzer is zelfs maar uitgenodigd voor een prijsopgaaf voor de bouw van de school, hetgeen gezien de reputatie van onze bedrijven onaanvaardbaar is", zo liet de afdeling de gemeenteraad weten die deze avond te beslissen had over het voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ad. ƒ 4.150.000,- voor de bouw van de school die al in augustus gereed zal moeten zijn. Middels het telegram werd de raad opgeroepen in te grijpen en niet te beslissen over het gevraagde krediet voordat een of meerdere flakkeese aannemers in de gelegenheid zijn gesteld een prijsopgaaf te doen. „Wij achten ons zeer wel in staat het werk uit te voeren binnen de gestelde termijn overeenkomstig de eisen die daaraan worden gesteld", liet het afdelingsbestuur in het telegram weten.

De raadsvoorzitter, burg. de Vos, meende evenwel dat de flakkeese aannemers de bouw van de school — een streekschool — teveel op Goeree-Overflakkee toespitsen. Terwille van de te betrachten snelheid is gekozen voor die aannemer die getoond heeft ervaring te hebben in de scholenbouw al wilde de voorzitter daarmee zeker niet insinueren dat flakkeese aannemers dat niet zouden kunnen. Het Zeeuwse bouwbedrijf heeft op basis van „no cure no pay" meegewerkt aan het ontwerp en heeft letterlijk alles in eigen bedrijf aanwezig om snel tot bouw te komen. Een openbare aanbesteding zou pas in augustus kunnen zijn afgerond, terwijl de school dan gereed moet zijn om de huidige en de nu al 123 aangemelde nieuwe leerlingen op te vangen.

De raadsvoorzitter besefte zeer wel dat het Collegevoorstel in strijd is met de vorig jaar gemaakte afspraak dat bouwwerken boven de 5 ton altijd openbaar zullen worden aanbesteed; de noodzaak snel te handelen had hen die vrijheid doen nemen en 't was thans aan de raad daar al dan niet mee akkoord te gaan.

Gesputter

't Was eigenlijk niet meer dan wat gesputter wat uit de raad werd tegengeworpen, omdat men begreep dat het nauwelijks nog anders zou kunnen. Dhr. J. van Dam (SGP) had zich — toen nog onwetend van de grief van de flakkeese aannemers — al opgemaakt om voor hen te pleiten, ervan overtuigd zijnde dat zij het werk best aan zouden kunnen. Ook dhr. C. L. M. de Wit (CDA) had graag gezien dat „eigen" aannemers zouden zijn ingeschakeld en eigenlijk had de hele raad dat wel gewild. Vanuit het College werd verzekerd dat een openbare inschrijving zeker zou zijn gehouden als er maar de tijd voor zou zijn geweest: „.... het is een huzarenstukje wat u met een zekere mate van vertrouwen tegemoet kunt zien", verzekerde weth. v.d. Ree.

In dhr. Bamhard (PvdA) had dhr. v.d. Ree een sympathisant: „.... alles wat we nu anders willen doen zal tot een latere datum van het gereedkomen van de school leiden en dat kunnen we ons gewoon niet permitteren!" stelde hij vast.

Misschien is het een ietwat troostende gedachte dat bij de aannemer bedongen zal worden dat de onderaannemers uit de regio (niet alleen Goeree-Overflakkee) komen; de raadsvoorzitter zegde dat met grote stelligheid toe.

De raad besloot met de kredietverlening akkoord te gaan, waarop de voorzitter verzekerde dat a.s. maandag de uitvoerder op het bouwterrein te vinden zal zijn....

Zondagopening winkels gesclirapt

Na het voorstel tot vaststelling van een verordening van de winkelsluitingswet in de vorige raadsvergadering te hebben ingetrokken werd het nu de raad opnieuw voorgelegd; „geheel ongewijzigd", werd door SGP en CDA gekonstateerd. Vooral die frakties hadden — en bleken opnieuw — moeite met het voorstel te hebben omdat dat de mogelijkheid bood dat het College zou kunnen toestaan dat gedurende vier zondagen per jaar winkels of bedrijven (meubelshows e.d.) geopend zouden zijn.

Dhr. J. van Dam waarschuwde ernstig tegen die ontheiliging van Gods heilige instelling, de dag des Heeren. ,,U bent toch niet alleen bestuurders over inwoners die zich van Zijn wil ontdoen?" vroeg dhr. van Dam het College af, wijzend op die grote categorie die daar nog wel gehoor aan wil geven en die ernstig zouden worden gekwetst wanneer het voorstel zou worden aangenomen. „Maar meer nog, u zou ook God tegen krijgen", waarschuwde dhr. van Dam. Beleefd -, maar met volle ernst vroeg hij het College de dag des Heeren niet te misbruiken, wat zou strekken tot Zijn eer en tot tevredenheid van hen die Zijn dag in ere willen houden.

Een „tegen" kwam ook van de zijde van het CDA, verwoord door dhr. C. L. M. de Wit. Dhr. de Wit bezag dat van twee kerkbesturen een briefis ontvangen waarin verontrusting wordt uitgesproken en dhr. de Wit wist dat daarin namens een groot deel van de bevolking gesproken is. Tegenover de konstatering van beide sprekers dat er niets aan het voorstel veranderd zou zijn verklaarde de raadsvoorziiter burg. de Vos dat er wel degelijk gezocht is naar een compromis, samen met de kommissie Algemene Zaken.

Met instemming van het CDA — zo verklaarde de voorz. — leek dat compromis te zijn bereikt door de voorwaarde op te nemen „dat voorkomen moet worden dat op de bedoelde zondagen zodanige aktiviteiten op een zodanige plaats zouden plaatsvinden dat dat de bezwaarden aanstoot zou geven". „Er zou derhalve — zofilosofeerdede voorz. — voor bepaalde delen van de gemeente ontheffing kunnen worden verleend; het College zal daarin niet rücksichtlos tewerk gaan, verzekerde de voorzitter met name de CDA-fraktie op wie hij een beroep deed de in de kommissie bereikte overeenstemming nu voort te zetten.

De woorden van dhr. Breeman (SGP) zouden latern blijken een doorbraak te hebben gevormd. Dhr. Breeman sprak n.1. zijn bevreemding over het voorstel uit: „Er is niet één middenstander die erop gevraagd heeft!" verbaasde hij zich en dat gevoegd bij het bezwaar van de kerken begreep dhr. Breeman niet waar het College mee bezig was....!

Er volgde een vrij langdurige schorsing waarin het College zich beraadde.

Geen zondagen

De wijziging van het voorstel zoals de raadsvoorzitter die na heropening van de vergadering presenteerde was de rechtse frakties welgevallig:

„Het College heeft gekonstateerd dat een grote minderheid moeite heeft met het voorstel en alhoewel er voldoende meerderheid voor te vinden is, willen wij het voorstel thans niet „doordrukken", maar uit respekt voor de bezwaarden een wijziging voorstellen", maakte burg. de Vos bekend. De openingsmogelijkheid op eerste Kerstdag en op zondag (vier zondagen per jaar) werd uit het voorstel gehaald om er — als derde lid — de mogelijkheid aan toe te voegen dat „bij gebleken geschiktheid de verordening zodanig kan worden aangepast dat de openstelling op zondag tot de mogelijkheden behoort". De voorz. bevestigde dat er momenteel

De voorz. bevestigde dat er momenteel geen aanvragen voor zondagsopening zijn; mochten die zich wel voordoen dan wordt alsnog de mogelijkheid daartoe aan de raad gelaten.

Alhoewel de heren van Dam en de Wit verklaarden nog moeite te hebben met de toevoeging van het derde lid, verzetten zij zich niet langer tegen het voorstel nu de zondag vooralsnog buiten beschouwing werd gelaten. Ook de heren Bamhard (PvdA) en Bax (VVD) verklaarden hun instemming met deze tegemoetkoming aan de bezwaarden: „leven met elkaar is respekt hebben voor elkaar", bezag dhr. Bamhard. Dhr. Bax bracht zijn instemming tot uitdrukking met erop te wijzen dat het niet juist zou zijn geweest wanneer een kleine meerderheid een besluit zou hebben doorgedrukt waarmee een grote minderheid zou moeten leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen