Zoeken en vinden Herinneringen en ervaringen
(slot)
Professor Berkouwer, Gereformeerd emeritus-hoogleraar, beschrijft in zijn laatste boek zijn herinneringen en ervaringen gedurende een periode van wel 60 jaar. Dat is een tijdsspanne waarin veel kan veranderen. Waarin ook daadwerkelijk veel veranderd is.
Personificatie
Op een van de eerste pagina 's brengt hij in herinnering de vraag die hem meermalen is gesteld. De vraag namelijk of de Gereformeerde kerken in Nederland (hierna steeds GKN) veranderd zijn. Ik citeer „Men kan die vraag op konkrete punten zonder veel moeite beantwoorden door bijv. te wijzen op (...) de opvattingen die thans zo duidelijk naar voren komen over het gezag van de Heilige Schrifl. waarin menigeen duidelijke symptomen ziet van een niet te loochenen verval (..)". Aan het begin van z'n boek laat Berkouwer die vraag echter terzijde. „Ze kan pas echt een antwoord vinden in de beschrijving zelf, want de beoordeling - positief of negatief- moet in ieder geval uitgaan van het kennisnemen van de feiten en gebeurtenissen, die zich bovendien met laten lokaliseren binnen de GKN.."
Het laat zich verstaan dat velen dit boek (zullen) lezen met dezelfde vraag in het achterhoofd; of met nog een andere vraag: hoe beoordeelt en verantwoordt Berkouwer de ingrijpende ontwikkelingen binnen de GKN van de laatste decennia? Deze vragen zijn begrijpelijk, temeer daar deze hoogleraar, op welke wijze dan ook, geen gering aandeel in een en ander heeft gehad. Het was heel terecht toen onlangs de hervormde dr. W. Aalders prof. Berkouwer typeerde als de personificatie van alles wat er zich in de afgelopen jaren heeft afgespeeld in diens kerken. „In dit boek", aldus Aalders, „is iemand aan het woord die de verantwoordelijkheid heeft gedragen eerst voor de tuchtprocedures in de Gereformeerde kerken en daarna voor de steeds groter wordende verwijdering van het theologisch onderwijs aan de VU van de gereformeerde confessie".
Integer
Welnu - en ik herhaal de slotzin van mijn eerste artikel - hoe de inhoud van dit boek nu te beoordelen?
Positief! Dat allereerst. Vanwege een aantal opvallende kenmerken. Zo is dit boek vol informatie. Voor wie belang stelt in de 20e-eeuwse kerkgeschiedenis uiteraard. Het register van namen maakt het boek extra hanteerbaar. De persoonlijke impressies van de schrijver zijn verrassend en boeiend dikwijls. Want hoewel het de schrijver „niet om een opsomming van eigen persoonlijke gevoelens gaat", schakelt hij die in zijn boek zeker niet uit.
Ik zou dit vooral ook een fair en integer boek willen noemen. Prof Berkouwer beschrijft een groot aantal personen en ontwikkelingen. Hij doet dat op zulk een wijze dat hij iedereen geheel in zijn/ haar waarde laat. Zijn beschrijving is eerlijk en openhartig. Zonder manipulatie en karikatuurtekening. Laat als hèt voorbeeld in dezen gelden de manier waarop de persoon en de theologie van dr. K. Schilder in dit boek geschetst worden. Bekend is dat Schilder mede door toedoen van Berkouwer buiten het verband van de GKN is geraakt.
Tengevolge van een - althans naar toenmalige taxatie - ingrijpend leergeschil. Toch doet Berkouwer in zijn uitvoerige typering van Schilder en diens gedachtengoed zijn vroegere opponent recht! Zowel de analyse van diens theologie als de weergave van het verloop van de dingen in 1944 zijn even waardig als waarheidsgetrouw.
Opvallend is vooral de bescheiden en milde wijze waarop prof. Berkouwer schrijft. Starheid en fanatisme zijn hem te enenmale vreemd. Hij schroomt dan ook niet meermalen terug te komen op eerder door hem ingenomen standpunten. Een voorbeeld.
In 1926 veroordeelde de Generale Synode van de GKN te Assen dr. Geelkerken. Deze had namelijk afstand genomen van de letterlijke betekenis van Genesis 2 en 3. De Synode van Assen hield daartegenover vast aan het gezag van de Heilige Schrift en liet geen 'vrijheid van exegese" toe. Berkouwer heeft zich vrij lang in het spoor van Assen thuisgevoeld. In later jaren evenwel keek hij „met andere ogen tegen al de vragen rondom Assen aan".
„Later", zo schrijft Berkouwer, „is het mij meer en meer duidelijk geworden dat het bij Geelkerken in het geheel niet ging om een struktureel-kritische houding tegenover de Schrift (...), maar dat hij veelmeer bezig was met het vraagstuk of de resultaten van de wetenschap geen aanleiding konden vormen voor een ander verstaan op de weg van het geloof in de omgang van de Schrift en haar boodschap".
Accommodatie
En zo komen we nu vanzelf op het punt waar we de kritiek op dit boek moeten inzetten. Ik zou mijn bezwaar willem omschrijven als het al te relativerende en evoluerende element in dit geschrifl Prof Berkouwer is een. zo denk ik. mild en bescheiden mens. Zijn theologie is dat zeker. De schrijver geeft blijk van een groot invoelingsvermogen wat betreft de ontwikkeling der dingen en der gedachten. Maar het gevolg is dat er bij hem zelf voortdurend sprake is van een aanpassing, accommodatie zoals dat heet. Een voorbeeld gaf ik al. Mijn vraag is: waar zijn „de dingen die volkomen zekerheid hebben?" Waar is de norm, waar is de grens, waar is het „Hier sta ik...?" Steeds weer blijkt dat de schrijver ervoor terugschrikt een vaste en duidelijke positie in te nemen.
Berkouwer noemde zijn boek 'Zoeken en vinden'. Zou het niet kunnen zijn dat deze titel symptomatisch is voor de ontwikkeling van zijn theologie door de decennia heen? De auteur kwam tot de keuze van deze titel - ik citeer - „nu het zoeken na het vinden niet verdwenen is, maar blijft in de vorm van het geloven vragenderwijs". Niet dat de vraagtekens prioriteit krijgen boven duidelijke antwoorden of twijfel boven zekerheid, aldus Berkouwer, maar „het gaat om het serieus kennis nemen van de vragen die ten aanzien van de traditie van het christelijk geloof opkomen".
Berkouwer geeft toe dat er een terechte behoefte is aan houvast en zekerheid. Hij wijst echter zulk een houvast af die te vinden zou zijn enerzijds „in een oude of nieuwe theorie over de wetenschap 6f in een theorie over de Schrift die door de Schrift zelf wordt weeriegd". De gereformeerde inspiratieleer die het absolute gezag van de HeiHge Schrift erkende, is voor Berkouwer kennelijk in waarde gedaald.
In de dertiger en veertiger jaren was prof. Berkouwer een verdediger en woordvoerder van de vaste lijn in zijn kerken. Een lijn die toen nog bepaald was door de oude belijdenis der kerken. Vooral sedert de jaren '50 is er bij Berkouwer een andere lijn ingetreden. Na de tijd van ferme synode-uitspraken en -schorsingen, de tijd van de fiere zelfbewustheid leven we nu, aldus Berkouwer, 'voorbij de vanzelfsprekend'. Zoals men vroeger dacht en deed, kan het niet meer...
Verontrusting
„De belijdenis van onze kerken is niet meer maatgevend Wat onbetwistbaar zou moeten zijn, wordt betwist en daarmee heeft volgens mij de GKN eigenlijk haar bestaansrecht verloren" Deze trieste uitspraak over de huidige GKN is niet van prof Berkouwer maar van een andere emeritus-hoogleraar, prof Ridderbos. De GKN zijn niet gereformeerd meer, zo is zijn klacht. ,,Bij het geheel van wat er van onze GKN is geworden, zet ik grote vraagtekens".
Ga ik te ver als ik me afvraag of de GKN niet geworden zijn wat ze zijn mede door toedoen van prof Berkouwer? Deze zeer erudiete en bescheiden hoogleraar heeft helaas nagelaten - en met hem anderen - zijn kerken terug te roepen tot de traditie waarin ze oorspronkelijk stonden: de gereformeerde. Wie dit boek leest zal deze vraag bevestigend beantwoorden.
De GKN laten de laatste tientallen jaren en daarna een dramatische koersverlegging en vernieuwingsdrift zien, zowel op leerstellig als op ethisch gebied. Ik acht het de tragiek van dit boek - en daarmee van zijn schrijver - dat die ontwikkeling niet grondiger wordt aangeduid en getoetst.
Prof Berkouwer noemt hier en daar de verontrusting in zijn kerken Deze verontrusting echter tegen de „tijdgeest waarin de kerk verraden wordt en de hemel wordt uitgeschakeld" tn „de verontrustende stemmen over een dreigend horizontalisme" worden door hem weersproken. Géén begrip daarvoor bij prof Berkouwer!
Vergeefs zoeken we in dit boek dan ook de namen van hen die stem gaven aan zulk een ernstige verontrusting. In eigen kring: Arntzen, Schelhaas, Hegger. Ze worden niet genoemd. Zelfs J. Overduin niet. En evenmin de doctores Aalders, Jonker en Van Niftrik, samenstellers van het Getuigenis in 1971. Het laat zich verstaan dat predikers als I. Kievit en G. Boer dan geheel buiten de horizon blijven. Alle dezen behoren kennelijk niet tot hen die de schrijver „met dankbaarheid en bewondering tracht te volgen op hun zoektocht".
Pleidooi
Professor Berkouwer schreef in zijn ouderdom een geweldig en bijzonder informatief boek. Dat blijft staan. Veel bewondering ervoor. Het boek laat echter op ontmaskerende wijze zien welk een stroomversnelling zijn kerken, de theologie en daarmee de prediking van zijn kerken, de laatste tijd kenmerken. En welk een gebrek aan weerbaarheid en onderscheiding...
Aan het slot van dit tweetal artikelen breng ik het begin van het eerste in herinnering. De oude dr. Bavinck bepleitte hernieuwde aandacht voor de Schotse prediking uit vroeger eeuwen. Ze was een bevindelijke theologie die kennis had aan de diepe waarheden van soevereiniteit en verzoening, van wet en evangelie, van zonde en genade. Dit of een dergelijk pleidooi lezen we in Berkouwers boek niet Integendeel zelfs. Maar - daarom is ze des te meer nodig. Voor de Gereformeerde Kerken en voor alle kerken. Immers - wie meent te staan, zie toe dat hij met valle
N.a.v. 'Zoeken en vinden. Herinneringen en ervaringen' door dr. G. C. Berkouwer. Uitgeverij Kok te Kampen. 440 pag. Prijs ƒ 59,-.
Middelharnis J. M. J. Kieviet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1990
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1990
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's