De voorbede
In de kerkdienst
De titel herinnert vooral aan wat zondag in de kerkdienst gebeurt; meestal in de morgendienst. Soms, in bijzondere omstandigheden of om een uitzonderlijke reden ook in de tweede dienst, hetzij die 's middags of 's avonds plaatsvindt.
Overigens hoeft dankzegging en voorbede niet tot de eredienst op zondag beperkt te worden. Het is evengoed mogelijk beide ook een plaats te geven in het gezins of in het persoonlijke gebed. Dat zal zeker het geval zijn als het om zorgen en noden gaat van een gezins of familielid. Ik zou zeggen: er zal geen voorbede in de kerk gevraagd worden als die ook niet in de familie of gezinskring plaatsvindt. Ik voeg daar nog aan toe: ook in het persoonlijke gebed van de enkeling.
Meestal zal voorbede in de enge kring van gezin of familie ook betrekking hebben op een lid van die kring. Toch hoeft de voorbede zich daartoe niet te beperken. Ik heb als predikant van mijn eigen gemeente meer dan eens gevraagd of de kerkgangers de voorbede wilden overnemen; dat wil zeggen: meenemen naar huis, om ook daar als enkeling of gezin de voorbede vanuit de kerkdienst voort te zetten. Dan kunnen we echt spreken van een biddende gemeente.
In de eigen gemeente
Het gaat mij in deze column over wat de voorbede voor de betrokken persoon of famihe betekent, en hoe de voorganger in de kerkdienst die voorbede met de gemeente doet. Bijna had ik geschreven: hoe hij de voorbede vanuit zijn hart in de mond neemt en uitspreekt.
Zelf heb ik dertien jaar in de gemeente (een tweetal) gewerkt en dikwijls voorbede en dankzegging mogen doen voor zorgen, ziekten en vreugden, verhoring in de eigen gemeente. Nu ik eUce zondag in weer een andere
Nu ik eUce zondag in weer een andere gemeente voorga, ervaar ik het doen van de voorbede als anders dan in eigen gemeente. Wat is dan het verschil? Niet dat je als predikant het gebed niet serieus zou nemen. Wel dat je in het algemeen gesproken degene voor wie je bidt niet kent. Als gastpredikant heb je met de zieken geen contact gehad.
Misschien dat dit ook wel gezegd moet worden van de eigen predikant. Er kunnen zich onverwachte gebeurtenissen voordoen, ten gevolge waarvan persoonlijk contact vóór de zondag niet mogelijk is.
Ik heb het altijd betreurd wanneer ik in eigen gemeente voorbede of dankzegging moest doen zonder dat ik degene(n) wie het betrof persoonlijk had gesproken. Ik denk aan een ernstig ziek kind. Hoe goed is het niet dat de predikant thuis of in het ziekenhuis dat kind heeft bezocht en daar al met hem of haar gebeden heeft, Zo'n ontmoeting thuis of waar dan ook, zal de intonatie van het gebed beïnvloeden. Ik wil niet zeggen: de intentie. Die zal wel dezelfde zijn, of de predikant al dan niet met het kind contact heeft gehad. De intonatie zal toch verschillend zijn. De dominee kan na een bezoek persoonlijker ingaan op de situatie van het kind.
Dat geldt voor ouderen des temeer. Toch begon ik met een kind, omdat de voorbede in de gemeente vaak gevoelig hgt. Wat is het een voorrecht als de predikant dan met het kind zelf gesproken en gebeden heeft. Dat geeft aan de voorbede in de gemeente een persoonlijke toon.
Ik besef heel goed dat het niet altijd mogelijk is jongeren of ouderen vóór de zondag van de voorbede persoonlijk te bezoeken. Toch lijkt het me gewenst dat de predikant er zijn best voor doet.
Mocht dat niet mogelijk zijn, dan zou ik als predikant kort voor de zondagmorgen contact met het gezin of de familie zoeken, om de voorbede zo zorgvuldig mogeUjk af te stemmen op de situatie van de betrokkene.
Een gastpredikant
De lezer zal zich kunnen voorstellen dat het, in het licht van het voorgaande, voor een gastpredikant niet zo gemakkelijk is de voorbede te doen. Hij kent immers de persoon in kwestie niet, noch de familie. Hij weet vaak weinig van de gezinsomstandigheden en het verloop van de ziekte.
Daarom vind ik het verstandig dat de voorbede tot de avonddienst wordt uitgesteld, als dan de eigen predikant voorgaat. Ik maak dat meermalen mee en kan me daar goed in vinden. Het kan niettemin voorkomen dat de gastpredikant gevraagd wordt voorbede of dankzegging te doen.
In dat geval is het gewenst dat de scriba wat informatie verstrekt over degene voor wie gebeden moet worden. Ik maak het meermalen mee dat een scriba eigener beweging al informatie verschaft op het briefje dat je als predikant krijgt. Je kunt dan als gastpredikant nog enige nadere informatie over de betrokkene(n) inwinnen.
Dit laatste acht ik noodzakelijk. Een gastpredikant kent die zieke en diens familie niet. Toch moet hij voor hen bidden. Dan is bredere informatie nodig. De scriba zal die aandragen. De predikant kan daar aanvullend om vragen!
Vooronderstelling voor het voorgaande is wel, dat de predikant tijdig voor de dienst in de kerkenraadskamer is. Het lijkt mij voor een kerkenraad om onrustig te worden als de dominee op het nippertje binnenkomt. Dan zie je in de ogen van medebroeders de vraag: zou hij op tijd komen? En indien niet, wat moeten we dan?
Soms kan een dominee er niets aan doen dat hij op het laatste moment binnenkomt. Toch zeg ik: laat een predikant rekening houden met oponthoud onderweg. En zondagsmorgens is het toch niet zo druk? Ik heb er als voorganger een genoegen in dat ik soms als eerste in de kerkenraadskamer ben; en dat na een afstand van heel wat meer dan tien kilometer gereden te hebben.
Misschien denkt een lezer: Dit in zekere zin nog de buitenkant.
De kern
Wanneer komt u tot de kern?
Ik kan die vraag billijken, al moet ik erbij zeggen dat het voorgaande niet onbelangrijk is. De kern is: Wat doen we als we de voorbede vragen en uitspreken en wat mogen we daarvan verwachten?
Voor mij als predikant moet de voorbede voor een gemeentelid even intens zijn als voor een persoonlijke nood of behoefte. Onbekendheid met de persoon in kwestie maakt dat wel moeilijk. Toch zou ik dat als predikant als een noodzaak formuleren. De situatie van degene wiens naam wordt genoemd moet bekend en door je heen zijn gegaan.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik als dominee dat niet bij elke voorbede zo beleef.
Is dat niet het geval, dan voel ik me voor God en de mensen tekortschieten. Je moet als voorganger de nood op je ziel gebonden weten.
U zult vragen: Geeft dat geen spanning? Ja zeker, maar zonder die spanning kun je nauwelijks echt voorbede doen.
Wat ervan verwachten?
Nog een vraag: Wat mag de gemeente en vooral de patiënt daarvan verwachten?
Eén ding staat vast. Ik ontleen het aan Psalm 10:14. 'Gij ziet het immers; want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve'.
Verhoring betekent niet altijd: verkrijgen wat je vraag, maar wel dat God het overneemt in Zijn handen. En Gods handen zijn altijd sterker dan onze moeite en verdriet. Hij laat moeite en verdriet niet uit Zijn hand vallen, omdat we van Gods handen mogen weten als van de doorboorde handen van Jezus Christus.
De voorbede in de kerk is bedoeld om onze noden, ziekten en zonden in die handen kwijt te raken. Als het goed is worstelt de dominee in de voorbede samen met de gemeente, totdat hij de zorgen en ziekten daar neergelegd heeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 2004
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 oktober 2004
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's