Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe een van Europa’s grootste riviermondingen een nauw geultje kon worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe een van Europa’s grootste riviermondingen een nauw geultje kon worden

Rijkswaterstaat laakbaar, het Slijkgat onbevaarbaar

7 minuten leestijd

STELLENDAM - Afgelopen winter was het Slijkgat, de vaargeul die toegang geeft tot de buitenhaven van Stellendam, acht weken afgesloten. Het was te ondiep waardoor vissersboten de haven niet konden bereiken of kwamen vast te zitten. Door de weersomstandigheden kon er niet gebaggerd worden.

Voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte is in 2001 het Aldersakkoord gesloten, vernoemd naar voormalig minister Hans Alders. Het Havenbedrijf Rotterdam, Rijkswaterstaat en de toenmalige gemeente Goedereede waren een van de betrokken partijen. Het doel was naast natuurcompensatie, onder meer ook om de schade die de havenuitbreiding aan de visserijsector toebracht te compenseren. De gemeente Rotterdam staat hierin garant dat de vaargeul op 5,5 meter diepte gehouden zal worden. Dat doen ze door opdracht te geven om te baggeren. Verder is overeengekomen dat de vaargeul door Rijkswaterstaat over een breedte van 200 meter op 4 meter diepte zal worden gehouden, terwijl het Havenbedrijf Rotterdam de geul over een breedte van 100 meter op 5,5 meter diepte houdt. Het gaat dus over een vaargeul van honderd meter breed met aan weerszijden een zogenaamde berm van 50 meter.

Geultje

“Dat laatste is op dit moment gewoon niet aan de orde”, vertelt Hans Juch, voorzitter van de visserijvereniging Zuidwest. “De vaargeul is nu zo’n 45 meter breed, en de bermen worden al helemaal niet gebaggerd. Bij het minste of geringste zitten we in de problemen. De visserijvereniging met het maritiem cluster doen hun uiterste best. Wij hameren erop: ‘je moet breder baggeren.’”

Hans zoekt even de spuicapaciteit van de Haringvlietdam op. “Door de zeventien openingen van de Haringvlietdam stroomt 25 miljoen liter per seconde! Als dat allemaal door een geultje van 45 meter gaat en dat slib bezinkt, dan snap je dat dat voor problemen zorgt. Vooral in deze periode van het jaar hebben we daar veel mee te maken als er veel regen en smeltwater (dat rivierslib met zich meebrengt) wordt afgevoerd via de rivieren.

Grootste waterkraan

“Het verbaast me dat het Slijkgat niet op breedte is. Het is een van de grootste waterkranen van West-Europa”, vertelt Johan van Nieuwenhuijzen, directeur van de Stellendamse visafslag. Over het baggeren: “Ze zijn er niet attent op. Rijkswaterstaat wijst voortdurend naar externe factoren zoals het weer of de hoeveelheid neerslag van het slib dat door het rivierwater wordt aangevoerd. Afgelopen zomer was het prima weer, maar toen werden de breedten ook niet gehaald.”

Rijkswaterstaat laakbaar

Dirk Pijl overziet vanuit zijn kantoor van DEmariteim de buitenhaven van Stellendam. Sinds 2003 verzorgt hij wekelijks een digitale nautische kaart waarin hij gepeilde gegevens over de diepte van de vaargeul verwerkt. Deze kaarten kunnen de vissers aan boord raadplegen. Hij staat bekend als een kenner van de vaargeul en is het met Juch en Van Nieuwenhuijzen eens: “Het Havenbedrijf Rotterdam komt hun verplichtingen goed na. Het is Rijkswaterstaat die de afspraken niet nakomt.” Volgens Rijkswaterstaat klopt dat echter niet: Dat klopt niet: “Het Havenbedrijf doet de uitvoering buiten, ook voor ons.”

Effecten Tweede Maasvlakte

De problemen doen zich volgens de Stellendamse betrokkenen voor sinds de aanleg van de Tweede Maasvlakte in 2008.

Volgens Hans Juch is de stroming door de komst van de Tweede Maasvlakte dusdanig verstoort dat ook de bodem voor de kust aan het veranderen is. “Het morfologisch evenwicht is zo erg verstoort. De vaargeul heeft zich in de loop van de jaren verlegd.”

Wandelende platen

De grootste hindernis in het Slijkgat bevindt zich tussen boei SG 6 en 8 en vormt de groei van de Hinderplaat. Dirk Pijl: “Tot 2010 gebeurde er niet veel, vanaf dat moment is de plaat gaan wandelen. De Hinderplaat is zeker 500 meter ten zuidwesten verdaan”, spreekt hij vakkundig. Als de bermen niet gebaggerd worden heeft de vaargeul steile kanten als het dan wat stormt stort bij het minste of geringste de heleboel in elkaar, of om het met Van Nieuwenhuijzen uit de drukken: “dan klapt ‘ie erin”.

Van Nieuwenhuijzen neemt sinds de uitbreiding van de Rotterdamse haven voor de kust en in de buitenhaven van Stellendam zelfs een versnelling in de verzanding waar. Verder signaleert de directeur dat door klimaatverandering de toevoer van rivierwater en daarmee slibafzetting alleen maar toeneemt.

Komst Haringvlietdam

Ad van der Spek, expert kustmorfologie bij maritiem kenniscentrum Deltares, ziet dit anders. “Het heeft natuurlijk wel invloed. Onder de Tweede Maasvlakte is een soort luwte ontstaan waar sediment neerslaat.” Maar als oorzaak van de verzanding van het Slijkgat wijst hij voornamelijk naar de aanleg van de Deltawerken. “De Haringvlietmonding is een verzamelpunt van sediment. Door de aanleg van de Haringvlietdam is het tij in het Haringvliet verdwenen. Sindsdien is de monding van het Haringvliet aan het verontdiepen.” Eenzelfde tendens neemt hij ook bij de Grevelingen waar.

“Als je oude kaarten van voor de aanleg van de Deltawerken bekijkt, dan zie je dat het zand zich allemaal heeft verplaatst. In zee is er een zandtransport richting het noordoosten zichtbaar. Plaatgebieden ten noorden van de Voordelta zijn ook aan het uitbreiden. Van de Scheelhoek is bijvoorbeeld niet veel meer over. Anderzijds is de kust ter hoogte van de Kwade Hoek enorm uitgebreid.”

Vuurtoren

Ongelukkigerwijze valt de slechte bereikbaarheid van de Stellendamse haven samen met de sluiting van de nautische post op de vuurtoren in Ouddorp. Die gaf nog wel informatie over de diepte van de vaargeul, en kon zo boten door de vaargeul loodsen. De vissersschepen kunnen de digitale kaarten van Dirk Pijl aan boord raadplegen. Zeiljachten en plezierschepen moeten het met een papieren versie doen waarvan ze wekelijks een nieuwe versie bij het havenkantoor in Stellendam kunnen ophalen.

Gamechanger

De buitenhaven was vanaf half december acht weken niet voor scheepvaart toegankelijk, waardoor de boten moesten uitwijken naar andere havens. “Het is de levensader van Stellendam”, zegt Dirk Pijl, die zich grote zorgen om de haven maakt als hij naar de toekomst kijkt. Dirk schat dat het maritiem cluster met alle betrokken bedrijven die van de haven leven, in zo’n 1200 arbeidsplaatsen voorziet. Van Nieuwenhuijzen noemt het feit dat de haven onbereikbaar was “een enorme ‘gamechanger’.” Hij gaat ervan uit dat hierdoor de diepte van het Slijkgat goed aangepakt gaat worden. “Het is afwachten, maar ik hoop op een proactieve houding van de betrokken instanties. Waar ik me over verbaas is dat alle partijen het enorm onderschatten.”

Intensief contact

De gemeente Goeree-Overflakkee laat in een reactie weten: “De gemeente volgt de ontwikkelingen rondom het Slijkgat nauwgezet en heeft hierover intensief contact met het Havenbedrijf Rotterdam en Rijkswaterstaat. Als de gemeente vanuit de maritieme sector van Stellendam signalen krijgt over het Slijkgat, wordt altijd direct contact gelegd met deze partijen. Vanuit de gemeente Goeree-Overflakkee vindt er bestuurlijk en ambtelijk grote inzet plaats om de belangen van de sector onder meer bij Kamerleden, ministeries en ministers voor het voetlicht te brengen.”

“De gemeente vindt de bevaarbaarheid van het Slijkgat van groot belang. In eerste instantie voor de veiligheid voor de mensen die in de beroepsvaart werken. Dat gaat over onze visserij, maar ook andere sectoren die actief zijn in het maritieme cluster van Stellendam. Naast de veiligheid zijn er ook grote economisch belangen gemoeid met het bevaarbaar houden van het Slijkgat. De visserij, scheepswerven, toeleveranciers, technische bedrijven en visserijschool zijn sterk afhankelijk van het Slijkgat. De belangen overstijgen overigens ook Goeree-Overflakkee. Voor de nautische sector van de gemeente Voorne aan Zee is er eveneens veel aan gelegen om de bereikbaarheid van de vaargeul goed te houden.”

Op het moment van schrijven is de vaargeul over een breedte van 100 meter weer op diepte. De bermen echter niet. Rijkswaterstaat laat weten het belangrijk te vinden dat de afspraken over het op diepte houden van het Slijkgat van 4,0 m -NAP worden nagekomen. “We zijn hierover ook met enige regelmaat in gesprek met de gemeente, Havenbedrijf en de gebruikers van de haven en het Slijkgat. We informeren de scheepvaart actief bij wijzigingen en over de actuele situatie bij het Slijkgat. Door middel van metingen, baggeren en betonning wordt het Slijkgat begaanbaar gehouden. Als gevolg van weersomstandigheden (weer, wind etc.) is het Slijkgat niet goed te voorspellen. De lokale zandplaten zijn hier regelmatig flink in beweging en kunnen de vaargeul in korte tijd significant beïnvloeden. Dit maakt preventief baggeren ook erg lastig. Er wordt actie ondernomen zodra ondieptes worden geconstateerd.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 2024

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Hoe een van Europa’s grootste riviermondingen een nauw geultje kon worden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 maart 2024

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's