Geloof
ONDER DE VRUCHTEN VAN DE GEEST VINDEN WE OOK HET GELOOF (GAL. 5:22). MAAR WAT BEDOELT PAULUS MET DIT ‘GELOOF’? HET GAAT HIER NIET ALLEREERST OM HET GELOOF WAARMEE DE GELOVIGE RUST OP DE BELOFTEN VAN HET EVANGELIE. HET ‘GELOOF’ DAT ALS VRUCHT VAN DE GEEST WORDT AANGEWEZEN, BETEKENT HIER TROUW EN BETROUWBAARHEID. CALVIJN VERBINDT HET GRIEKSE WOORD PISTIS, ZOALS DAT IN GALATEN 5:22 GEBRUIKT WORDT, MET ‘WAARHEID’.
De christelijke betrouwbaarheid als vrucht van de Geest in de zondaar wordt opgemerkt door anderen in de wereld of in de gemeente. Dat aspect hopen we in het volgende artikel te benadrukken. Een kind van God is geloofwaardig, trouw en betrouwbaar. Waar dit afwezig is, kan de gemeenschap der heiligen niet opbloeien, daar gaat het mis in de omgang met elkaar en is het nut van de ambten ver te zoeken. De trouw wordt (passief) gezien en ondervonden, omdat deze (actief) wordt gedaan en bewezen.
Weldadigheid
Als Jozef de droom van de schenker heeft uitgelegd, vraagt hij of de schenker hem trouw (weldadigheid) wil bewijzen. We lezen echter dat de schenker ontrouw is aan de belofte die hij deed, namelijk om van Jozefs onschuld te getuigen tegenover de Farao (Gen. 40:14). In de Bijbel komt het woordpaar ‘trouw en weldadigheid’ verschillende keren voor. Meestal gaat het dan om de trouw en weldadigheid van God, maar meer dan eens komen we dit woordpaar (of weldadigheid afzonderlijk) tegen als genadekenmerken onder het volk van God. In de geestelijke vriendschap tussen David en Jonathan en het verbond dat zij met elkaar sluiten, blijkt hoe belangrijk deze vrucht van de Geest is. In 1 Samuel 20 lezen we dat David weldadigheid belooft aan Jonathan en zijn nageslacht. Hoe schoon blijkt dan in de geschiedenis met Mefibóseth dat de trouw en weldadigheid van David niet sterft met de dood van Jonathan (2 Sam. 9) en wat heeft Jonathan grote weldadigheid bewezen aan David.
In het Nieuwe Testament lezen we dat Onesimus betrouwbaar (pistos) genoemd wordt (Kol. 4:9). Ooit bleek deze Onesimus een onbetrouwbare knecht, die op de vlucht ging voor zijn meester en mogelijk zelfs waardevolle zaken had gestolen. Door genade mag hij (letterlijk) de betrouwba-re en geliefde broeder genoemd worden. Overigens moet Onesimus deze vrucht gezien hebben in het huis van zijn meester. Paulus prijst Filemon en anderen om hun liefde en geloof (trouw), bewezen aan alle heiligen. De heiligen waren door de vruchten van liefde en geloof, gewerkt door de Geest, verkwikt (Fil. 1:4-7). Het doen van weldadigheid en trouw aan de heiligen komt voort uit de liefde die de ander en niet zichzelf zoekt (1 Kor. 13:5). Hoewel Onesimus deze liefde en trouw gezien had bij zijn meester en meesteres, had dit hem niet bekeerd. De vruchten van de Geest zijn stuk voor stuk wonderen. De trouw aan elkaar kan er alleen zijn in een vleeskruisigende weg. Van nature zijn we immers een brok egoïsme en wordt de trouw en waarheid niet bij ons gevonden.
De trouw is niet alleen een zaak van het hart, maar begint wel in het hart. Beter gezegd: het hoort bij dat nieuwe beginsel dat de Heilige Geest in de wedergeboorte instort. Hoewel de trouw voortkomt uit een nieuw levensbeginsel in de vereniging met Christus, wordt die trouw wel zichtbaar. Gelovigen worden gelijkvormig gemaakt aan Christus. Dat blijft niet ongezien. Ziende op Zijn trouw kan de liefde tegen een stootje. Onverdraagzaamheid is een vijand van de trouw. Wat blijft er over van onze trouw als we in ons ego gekrenkt worden? Als het geloof in beoefening is, dan zien we op de trouw en weldadigheid van de Meester, Die zoveel had te verdragen van en in Zijn jongeren. Terwijl Petrussen Zijn Naam verloochenen, blijft Hij hen getrouw. Wie heeft er groter trouw bewezen dan Hij?
Het beeld van Christus
Trouw en liefde moeten blijken. Doen wij werkelijk wat we zeggen en beloven? Hoe vaak hebben we iets gezegd zonder het na te komen? Schuld! Bewijzen we trouw in ons koopgedrag? Zoeken we, waar het kan, het voordeel van die winkelier of ondernemer uit onze (of een andere) gemeente? Dat is ook trouw en weldadigheid. Zijn we trouw aan de leer naar de godzaligheid? Of laten we ons verleiden tot een evangelie dat geen evangelie is, maar er als zoete koek in gaat? Dat is ontrouw aan God en Zijn gemeente. Zijn we trouw ondanks tegenstand? De geliefde Gajus was het wel, ondanks de weerstand en het verzet van Diotrefes, die geroepen evangelisten tegenwerkte en degenen die hun huis voor hen open stelde in de ban deed. De duivel zal altijd deze heerlijke vrucht ongedaan proberen te maken, maar Gajus was gekleed in de genade van Christus. Daarom kan Johannes aan hem schrijven: ‘Geliefde, gij doet trouwelijk (piston poieis), in al hetgeen gij doet aan de broederen en aan de vreemdelingen’ (3 Joh.:5). Hij hoorde bij diezelfde geestelijke familie als Filemon en zijn bekeerde slaaf. Hoe trouw zijn we aan elkaar, aan onze kinderen in het gezin, in de gemeente, in het geheel van de kerk? ‘O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk.’
Achterberg, ds. M. van Sligtenhorst
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 2020
Kerkblad | 24 Pagina's