Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ethiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ethiek

4 minuten leestijd

Christof Breitsameter en Stephan Goertz (red.), Bibel und Moral – ethische und exegetische Zugänge [Jahrbuch für Moraltheologie, 2] (Freiburg: Herder, 2018) 272 p., € 35,00 (ISBN 9783451380396).

Dit is het tweede deel in een nieuwe serie Jahrbuch für Moraltheologie, gewijd aan de voor christelijke ethiekbeoefening cruciale vraag naar de relatie tussen Bijbel en moraal.

In het Vorwort wordt al aangegeven dat het in twee richtingen kan gaan. De titel van de bijdrage van Stephan Goertz brengt het alternatief bondig op formule: ‘Legt die Bibel die Moral aus oder die Moral die Bibel?’ De laatste benaderingswijze neemt het vertrekpunt in wat we vandaag onder ethiek verstaan, en kijkt dan met een zekere mate van verlegenheid en zelfs ook bevreemding naar de bijbelse teksten. Is bestudering daarvan niet enkel nog van historisch belang? Lopen we niet het risico begrippen en alternatieven waarmee we vandaag werken bewust of vooral ook onbewust over de bijbelse teksten heen te leggen, met kortsluiting als gevolg?

Wie aan de andere kant begint en de Bijbel – met het Tweede Vaticaanse Concilie – als ‘hoogste richtsnoer’ van het christelijk geloof erkent dient zich af te vragen waarin de betekenis van de Bijbel voor christelijke ethiekbeoefening vandaag gelegen is. Is dat mogelijk meer in het narratieve dan in het prescriptieve? Hoe dan ook, stelt men, we hebben vandaag wel de kans om opnieuw naar de Bijbel te luisteren en zo een andere relatie met onze tijd te ontwikkelen. Laat de Bijbel maar ‘schuren’, het kan helpen om van vanzelfsprekendheden af te komen.

De bundel kent zes rubrieken van – op de laatste na – elk twee bijdragen. De eerste rubriek bespreekt ‘de theologische normativiteit van de Schrift’, de tweede ‘de ethische normativiteit van bijbelse teksten’, de derde ‘universaliteit en particulariteit van de bijbelse moraal’, de vierde ‘de verhouding van moralisering van de religie en theologisering van de moraal’, de vijfde ‘het ethische potentieel van bijbelse teksten boven het prescriptieve uit’ en de zesde ‘de genealogische vraag naar het beeld van het subject van de bijbelse geschriften’. Die laatste rubriek bestaat uit één bijdrage, van Christof Breitsameter over ‘Sünde und Schuld zwischen Individuum und Kollektiv’, voorwaar een aangelegen thema in de Bijbel, maar vooral historisch en ook afstandelijk en abstract geschreven.

Ik noem enkele artikelen die er voor mijn besef uitspringen. Dat is vooral de bijdrage van Hans-Ulrich Weidemann (‘Die Sexualität der Heiligen. Zur Frage von Universalität oder Partikularität der Moral in paulinischen Gemeinden’) waarop ik in mijn artikel in dit nummer ben ingegaan.

In diezelfde rubriek schrijft Eberhard Schocken hoff een meer algemene bijdrage over ‘Das Verhältnis von Partikularität und Universalität des biblischen Ethos’, waarin hij onder meer laat zien dat Amos soms met algemene rechtsprincipes argumenteert, namelijk waar hij de volken aanspreekt, en zich alleen in zijn spreken tot Israël op uittocht en verbond beroept. Lutz Doering loopt in zijn bijdrage ‘“Der Sabbat ist um des Menschenwillen geworden”. Beobachtungen zu Toraverständnis, Halacha und Ethik in der synoptischen Jesustradition’ Jezus’ spreken inzake morele vragen langs, tegen de achtergrond van het toenmalige denken daarover in joodse kring. Het noteren waard vond ik zijn opmerking dat voor Jezus niet alleen de eschatologische gerichtheid kenmerkend is, maar ook en niet minder zijn beroep op de schepping. Doering stelt ook dat de ‘Toraobservanz’ door het liefdegebod niet wordt opgeheven, maar haar oriëntatie ontvangt (64). Wilfried Eisele vraagt in zijn artikel ‘“Die des Weges sind”. Zum Ethos der Jünger Jesu nach Lukas’ naar de ethische betekenis van Lukas’ spreken over ‘de weg’. Hij ziet die vooral daarin dat de weg die de leerlingen gaan niet eerst door hen gevonden moet worden, laat staan: gebaand. Nee, die weg ligt er, en de ware vrijheid wordt hun geschonken in het gaan op die weg (208).

Heel interessant is zijn these, dat ‘weg’ oorspronkelijk voor een uitgesproken christelijke manier van leven staat, waarin joden een zo ruime interpretatie van de Thora in praktijk brengen dat bekeerde heidenen niet bepaalde joods-cultische voorschriften in acht behoeven te nemen om met hen in één gemeente te kunnen samenleven (220).

Al met al zijn de bijdragen waarin de Bijbel zelf de leidraad vormt de meest inte- ressante in dit jaarboek. Wie aan de andere kant begint loopt toch het gevaar in het denken van onze tijd te blijven steken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's

Ethiek

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2019

Theologia Reformata | 130 Pagina's