De Rechtvaardiging Doot Het Geloof Vanuit De Schrift Belicht (2)

God heeft de mens naar Zijn beeld geschapen. Onze Heidelbergse Catechismus zegt daarvan: Naar Zijn evenbeeld, dat is in ware gerechtigheid en heiligheid. We zijn geschapen naar Zijn beeld in ware gerechtigheid en rechtvaardigheid. Als we het na de zondeval hebben over rechtvaardig voor God dan geldt dat alleen wanneer een mens in alles overeenkomt met wat de wet van God bepaalt en eist. En dus ook overeenkomt met het wezen van God. Rechtvaardigheid heeft dus te maken met het wezen van God. Door de zondeval is er een onnoemelijke verandering gekomen bij de mens, niet langer rechtvaardig. Wanneer echter de goddeloze rechtvaardig voor God gesteld wordt, dan komt hij weer overeen, niet alleen met wat de wet van God eist maar ook met het wezen van God. Het is veel dieper dan dat er geen straf meer van toepassing is. Gods wezen en Zijn wet komen met elkaar overeen. Wie rechtvaardig is voor God beantwoordt weer aan het scheppingsbeginsel, de positie die hij of zij had in de schepping. We kunnen het ook iets anders zeggen: een mens die de wet in alles onderhoudt, niets ervan nalaat, en al helemaal niet overtreedt, die is rechtvaardig voor God. Zo iemand is onbestraffelijk, zoals dat ook in Kolossenzen 1 vers 22 naar voren komt. Niet te beschuldigen, niet te berispen, harmonieus ten opzichte van God, Zijn wezen en Zijn wet. Het gaat dus in geestelijke zin niet alleen om het afwezig zijn van de overtreding maar ook om het aanwezig zijn van wat geboden, wat vereist is.

En dat brengt bij het woord ‘volmaakt’ wat in de Kolossenzenbrief meerdere keren gebruikt wordt. Vers 28 het laatste deel: opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus. Volmaakt, dat is niet anders dan onberispelijk, dat is niet anders dan onbeschuldiglijk, maar het laat nog wel een ander facet zien. In hoofdstuk 2 vers 10 staat: En gij zijt in Hem volmaakt. Daar gaat het dus over rechtvaardigheid voor God, rechtvaardigheid die voor God bestaan kan, die God aangenaam is. En vanuit deze brief en vanuit het 22e vers weten we dat er na de zondeval nooit sprake kan zijn van rechtvaardigheid voor God dan alleen door het offer van Christus aan het kruis volbracht. Wie door het geloof aan Christus is verbonden, tot Hem de toevlucht heeft mogen nemen, die is volmaakt in Gods oog. Er staat niet dat hij zich volmaakt voelt, maar dat hij volmaakt is. Onbevattelijk: volmaakt voor God. Wie door het geloof aan Christus is verbonden, die is volmaakt. Het doel van de prediking is: opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus (Kol 1:28).

Volmaakt voor God is rechtvaardig voor God. Het is niet te bevatten, maar het kan het niet half waar zijn. Het is of volkomen waar of niet waar. Die niet aan Christus is verbonden, die is onrechtvaardig voor God. Die is te beschuldigen. Die is te berispen. Die ligt onder de vloek en zal worden verdoemd als het zo blijft.

Soms wordt de rechtvaardiging inhoudelijk versmald, wellicht voor een deel onbewust. Dit wordt mogelijk mede veroorzaakt door ons aardse rechtssysteem. In een aardse rechtszaak komt vrijspraak (gerechtvaardigd worden) al tot stand als het kwade niet kan worden bewezen. In zo’n geval leest u in de krant: die of die verdachte is vrijgesproken. Dat kan dan uitsluitend zijn op basis van ‘het kon niet worden bewezen’. Met een dergelijke vrijspraak, rechtvaardiging, komt er geen wettelijke vervolging, geen straf. Daarmee is niet gezegd dat er niets gedaan is, maar het is niet bewezen. Er is al helemaal niet bevestigd dat het goede (voor de naaste) is gedaan. Er is niet bewezen dat de naaste schade is aangedaan, maar er is zeker niet bewezen dat het goede naar de naaste toe wel heeft plaatsgevonden. Zo ongeveer gaat het in ons aardse rechtssysteem. Maar geestelijk ligt het anders, dieper en wezenlijk meer. Uiteraard is er in dat opzicht geen sprake van schuld als God een goddeloze rechtvaardigt door het geloof in het offer van Christus. Ook is er geen sprake van straf, want er is betaald door de Ander. Hij droeg de straf in het lichaam Zijns vleses, door de dood. Maar geestelijk is rechtvaardiging meer dan een vrijspraak van schuld en straf. Antwoord 60 van de HC laat dat ook duidelijk zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen