Liefde VOOR Israël
De eerste twee afleveringen van dit interview met deze bevlogen Israëlman kunt u terugvinden in Zodk 20 | 03 en 20 | 06. We zetten dit gesprek voort met het vervolg van het uitgebreide antwoord op vraag 5.
5. U heeft veel over Israël geschreven en veel lezingen gehouden. Wat wilt u ouderen en jongeren vooral meegeven tijdens zo’n lezing?
Het land is Israëls onvervreemdbaar recht. En dat dienen oud en jong te weten. Israël ligt daar, te midden van de volken, op een kruispunt van drie werelddelen. In het hemels kadaster zijn de grenzen daarvan nauwkeurig omschreven. Daar staan resoluties van de Verenigde Naties, Oslo-akkoorden, de bemoeizucht van een Amerikaanse president en de Europese Unie machteloos tegenover. Ook al probeert iedereen Israël te dwingen gebieden af te staan, God heeft Zijn eigen agenda. Het is God die de wereld bestuurt. De Bijbel laat er geen twijfel over bestaan dat het Joodse volk van 1948 een voortzetting is van het volk uit het jaar 70, waarin stad en tempel verwoest werden. Israël is het volk van Gods verbond en het zal dat dankzij Gods verkiezing blijven, ondanks ontrouw en ongehoorzaamheid. De Heere heeft Zijn verbond ingesteld tot in duizend geslachten en Hij heeft het met een eed bevestigd, zo lezen we in Psalm 105. Je zou deze Psalm wel de koopakte van het land kunnen noemen. Judea, Samaria en de Golan zijn voluit Bijbelse gebieden. Ze vormen de ruggengraat van Israël. In Bethlehem hebben Naomi en Ruth geleefd, heeft David zijn kudde geweid, is Jezus geboren. Hebron wordt maar liefst 68 maal in de Bijbel genoemd. De aartsvaders hebben er gewoond, en David is er koning geweest.
De Heere is de grote Architect, Die de volken gebruikt om het door Hem gemaakte bestek uit te voeren.
De Joden Komen Terug
Aan het eind van de negentiende eeuw werd bij de Joden het sluimerende verlangen gewekt om naar het land der vaderen terug te keren. En ze zijn gegaan. Duizenden Joodse pioniers zijn – veelal gedwongen door vervolgingen - in verschillende golven het beloofde land binnengetrokken. De verwoestende hiel van de Turk had de eens zo vruchtbare hellingen van het heilige land driehonderd jaar lang tot uitgeputte terreinen gemaakt. Het land was eenzaam, woest en ontvolkt. Het was zó kaal dat een schaap of geit er nauwelijks nog voedsel vond. De uitgestrekte, eens zo vruchtbare vlakte van Jizreël in het noorden lag er overwoekerd door onkruid, verwilderd en verwaarloosd bij. In de dalen van Samaria lagen de akkers en weidegronden met stenen bezaaid, versmachtend bij gebrek aan water, als één grote woestijn. Joodse mannen en vrouwen hebben met een enorme werkkracht onder de meest erbarmelijke omstandigheden, ten koste van talloze slachtoffers, op moerasgronden nederzettingen gesticht en uitgeputte grond tot vruchtbaar land gemaakt. Veel pioniers bezweken daarbij aan ziekten, zoals malaria, zwarte en gele koorts en dysenterie.
Weer Thuis
Na bijna 2000 jaar kregen de Joodse ballingen weer een tehuis. Als immigranten kwamen ze terug in het land, dat God hun had gegeven. En we vinden nu fruit, koren, wijn en vee op plaatsen waar tevoren stenen en rotsblokken het land, dat eens overvloeiende was van melk en honing, tot onvruchtbare steppen hadden gemaakt. Zelfs de woestijn bloeit er nu als een roos!
Hoe is in vervulling gegaan wat we lezen in Jesaja: ‘Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van de opgang brengen, en Ik zal u verzamelen van de ondergang. Ik zal zeggen tot het noorden: Geef; en tot het zuiden: Houd niet terug; breng Mijn zonen van verre, en Mijn dochters van het einde der aarde’ (Jesaja 43:5 en 6). Toen in 1989 het communistische regime ineenstortte, werd voor vele duizenden Joden de weg naar Israël gebaand. Onder hen waren blinden en lammen. Uit alles bleek dat God bezig was om het volk uit Abraham gesproten, te herstellen. Ook Amos 9 spreekt ervan: ‘Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israël wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en hun wijn drinken; en zij zullen hoven maken, en hun vrucht eten. En Ik zal ze in het land planten, en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat ik hun gegeven heb, zegt de Heere, hun God’ (Amos 9:14 en 15); en op een andere plaats zegt Hij: ‘Ik zal u uit de heidenen halen, en zal u uit al de landen vergaderen; en Ik zal u in uw land brengen’ (Ezechiël 36:24). Maar Hij zegt ook: ‘Ik doe het niet om uwentwil, gij huis van Israël! maar om Mijn heilige Naam, die gij ontheiligd hebt onder de heidenen, waarheen gij gekomen zijt’ (Ezechiël 36:22).
Is er dan voor een volk met zo'n verleden geen verwachting voor de toekomst? Niet voor niets eindigt Paulus zijn beschouwing over de toekomst van Israël met de lofzang op het wonder: ‘O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen. Wie heeft de zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest? Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen’ (Romeinen 11).
De Heere gedacht aan Zijn verbond, dat Hij met Abraham, Izak en Jakob gesloten had. En zo kon het gebeuren dat de staat Israël op 14 mei 1948 opnieuw begon, drie jaar nadat per dag tienduizenden Joden - volgens een in koelen bloede uitgedacht plan – systematisch werden geliquideerd. Als geraamten waren de weinige overlevenden uit de concentratiekampen van West-Europa tevoorschijn gekomen. Het is het volk waarbij de Heere Zijn wonderdaden heeft getoond. Het is ook het volk, waarvan het leven gekenmerkt is door lijden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2023
Zicht op de kerk | 32 Pagina's