Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Groen van Prinsterer Blijft Actueel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Groen van Prinsterer Blijft Actueel

6 minuten leestijd

Het was een boeiend thema dat centraal stond op het symposium dat de kerkenraad van de hersteld hervormde gemeente te Apeldoorn vrijdagavond 7 juni had georganiseerd ter gelegenheid van het vijftig jarig ambtsjubileum van zijn oud-predikant, dr. R. van Kooten. Het luidde ‘Hervormd bloed’. Het sloot nauw aan bij de hervormde roots van de jubilaris. Tegelijk herinnerde het aan de gemeenschappelijk wortels van hervormden die zich sinds 1 mei 2004 rekenen tot de Protestantse Kerk in Nederland en hersteld hervormden.

Het Belang Van De Belijdenis

Tijdens dit symposium kreeg dr. W. van Vlastuin gelegenheid om duidelijk te maken waarom hij in geweten niet mee kon richting de nieuwe kerk, terwijl dr. J. Hoek als zwager van de jubilaris de gelegenheid kreeg om aan te geven waarom hij, ondanks alle bezwaren die hij had, wel is meegegaan naar de nieuwe kerk. Dr. Van Vlastuin spitste zijn betoog toe op het belijden van de nieuwe kerk: ‘De kerk is het lichaam van Christus en de belijdenis is de mond van dat lichaam (…) De belijdenis laat zien hoe de Bijbel in zijn kernpunten gelezen wil worden. De belijdenis plaatst de grenspalen’ zo citeerde het Reformatorisch Dagblad hem.

En juist op het punt van de belijdenis wringt het voor hem in de nieuwe kerk. Het samengaan van hervormden, gereformeerden en evangelisch-luthersen heeft gezorgd voor een breuk met de oude, historische en confessionele identiteit van de Nederlandse Hervormde Kerk. Lutherse belijdenisgeschriften maken nu ook deel uit van het officiële belijden van de kerk. Daarin staan prachtige dingen, maar ook zaken die naar onze overtuiging haaks staan op de Schrift. Maar het zijn wel overtuigingen en leringen die allen die tot de Protestantse Kerk behoren, als wettig in de kerk dienen ‘te erkennen en te respecteren’.

Tijdens genoemd symposium wees dr. Van Vlastuin ook op de grote betekenis van de Leuenberger Konkordie binnen het geheel van de grondleggende artikelen van de nieuwe kerk. Het is een geschrift uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, bedoeld om de spanningen die er bestaan tussen de gereformeerde en lutherse belijdenisgeschriften weg te nemen. Deze Konkordie fungeert als een leesregel voor zowel de gereformeerde als de lutherse belijdenissen, maar biedt tegelijk opening aan allerlei moderne interpretaties inzake het Schriftgezag, Gods verkiezing, het huwelijk, enzovoort. Spitsen we het toe op Gods verkiezing, in de officiële toelichting van de werkgroep kerkorde op de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland lezen we: ‘Dat de Leuenberger Konkordie wordt vermeld, geeft aan dat in de kerk de Dordtse Leerregels niet gelden als de enige adequate vertolking van Gods verkiezend handelen, ook al worden zij door belangrijke groepen in de kerk wel als zodanig beschouwd.’ Dr. Van Vlastuin merkte tijdens dit symposium op dat in deze Konkordie de ‘eeuwige persoonlijke verkiezing’ wordt ontkend. ‘Het gaat dan niet alleen om mijn zaligheid, maar ook over Wie God is. De eeuwige liefde van God is verkiezende liefde. Een andere verkiezingsleer betekent een andere Godsleer’. En hij vervolgde: ‘Als Gods eeuwige liefde voor mij in de Leuenberger expliciet wordt ontkend, kan ik hier niet met een goed geweten ‘ja’ op zeggen. Dan verloochen ik mijn God en Zijn liefde-hart voor mij.’

Een Beroep Op De Schrift

Na de bijdrage van dr. Van Vlastuin kreeg dr. Hoek de gelegenheid om duidelijk te maken waarom hij wel is meegegaan de nieuwe kerk in. Hoe staat hij ten opzichte van de bezwaren die door dr. Van Vlastuin naar voren zijn gebracht? Volgens het kranten verslag verklaarde dr. Hoek: ‘Daarbij beroep ik mij op artikel 1 van de kerkorde van de Protestantse Kerk, waarin wordt aangegeven dat de Heilige Schrift de enige bron is van de kerkelijke verkondiging en dienst. Dat betekent voor mij dat alles wat er verder in die kerkorde staat, getoetst mag en moet worden aan het Woord van God.’

Het is een argument dat ook in de aanloop naar 2004 meer dan eens naar voren is gebracht. Het beroep op het Woord van God als enige bron van verkondiging en dienst. Een argument dat overigens niet slechts toen heeft gespeeld, maar ook al eerder in de kerkgeschiedenis heeft geklonken. Juist van de kant van hen die van het gezag van de belijdenis niet wilden weten. Een van de mannen die dit argument tot op het bod heeft ontrafeld, is Groen van Prinsterer (1801-1876) geweest. In zijn geschrift ‘Het regt der Hervormde Gezindheid’ gaat hij hier uitvoerig op in. Zijn hoofdargument is dat als de belijdenis niet langer gezaghebbend is, elk subjectief beroep op de Schrift wettig is en de kerk daarmee verwordt tot ‘een disputeercollege’. Wij kunnen dan wel zeggen: ik beroep mij op de Bijbel, maar dat doen zij die geheel anders denken over kernnoties uit de Schrift ook. Ons beroep op de Bijbel is in de ogen van Groen in dat geval niet meer dan een beroep ‘op onze eigen bijbel-uitlegging’.

Neem het Schriftgezag. Naar klassiek gereformeerde overtuiging gaan we uit van het onvoorwaardelijke gezag van de Heilige Schrift, zoals dat verwoord is in de artikelen 3 t/m 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Ja, maar in de kerkorde van de Protestantse Kerk heeft ook de Leuenberger Konkordie een officiële status, waarin heel anders over het Schriftgezag gesproken wordt en waarop moderne theologen zich beroepen. Wie heeft er gelijk? Het is een vraag die ook al in de 19 de eeuw speelde. Groen schrijft: ‘Gij beroept u op de Bijbel alleen. Het is wel; máár’, zo vervolgt hij, vergeet niet dat anderen ‘die zich ook op de Bijbel beroepen’ er heel anders over kunnen denken. ‘Zij achten dat de Bijbel een door mensen voor mensen geschreven boek is; dat het Woord Gods en Zijn openbaring in de Bijbel moet worden gezocht, en dat voorzeker niets mag gehouden worden van God afkomstig te zijn wat de rede, die ook een openbaring Gods in het hart is, als niet godewaardig verwerpt.’ En hij besluit: ‘Dit gevoelen houden wij voor vals en gevaarlijk; maar zij (cursivering van mij, R.) menen dat onze denkwijze verkeerd en hoogst bedenkelijk is. Waarom nu zal er aan ons beweren in de Kerk voorrang worden verleend?’ (blz. 72). Als de belijdenis niet fungeert als de spreekregel voor de kerk heeft elke visie die zich beroept op de Schrift recht van spreken.

Dat geldt niet alleen voor het Schriftgezag maar ook voor tal van andere kernnoties uit de Schrift. Dr. Van Vlastuin wees op het heilgeheim van Gods verkiezing. In de nieuwe kerk hebben de Remonstrant en de Contraremonstrant beiden evenveel recht van spreken. Kan dat? Is dat Gods wil? Dient de kerk geen pilaar en vastigheid der waarheid te zijn (1 Tim. 3:15)?

Blijvende Pijn

Het symposium maakte duidelijk dat er nog altijd gegronde verschillen zijn in visie tussen broeders die oorspronkelijk tot hetzelfde huis behoorden. De pijn daarover wordt aan beide zijden gevoeld. Hoe moet het verder? Ook tijdens dit symposium klonk de oproep tot verootmoediging en gebed. Inderdaad, daar begint het. Zolang we nog met de beschuldigende vinger naar elkaar wijzen, komen we geen stap verder. Maar laten we dan ook beseffen dat echte verootmoediging altijd gepaard gaat met bekering. Met de bede: ‘Heere, wat wilt U dat ik zal doen?’ Dat geldt persoonlijk, maar ook ambtelijk en kerkelijk.

Pinksteren ligt alweer enige tijd achter ons. Van de Pinkstergeest getuigt Christus dat Hij de Geest der waarheid is, Die in al de waarheid leidt. En daarom: wie brengt ons op onze plaats? Wie doet ons onvoorwaardelijk buigen voor het gezag van de Schriften? Wie brengt aan de voeten van Christus Die de Weg, de Waarheid en het Leven is? Wie brengt bijeen wat nu verbrokkeld en verscheurd is? Dat doet er maar Eén. En daarom: ‘Och, dat Gij de hemelen scheurde, dat Gij nederkwaamt’!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2024

Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Groen van Prinsterer Blijft Actueel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2024

Zicht op de kerk | 32 Pagina's