Ds. A.I. Kazen

In de bevestigingsdienst ging dominee W.F. ‘t Hart uit Zwartebroek-Terschuur voor. Hij preekte over Zacharia 3:7, met als thema ‘De HEERE geeft Zijn dienaar een bijzondere plaats’. Het gaat in dit tekstgedeelte over een nachtgezicht dat de profeet Zacharia kreeg, waarin de hogepriester Jozua in een rechtszaak aangeklaagd wordt door satan. De aanklacht is terecht omdat hij vuile kleding aan heeft, terwijl de kleding van de (hoge)priester smetteloos moet zijn. Hij krijgt de opdracht om zijn kleding uit te trekken en feestkleding aan te trekken. Die wonderlijke ruil kunnen we niet zelf maken maar ontvangen we van de HEERE. Deze geeft dienaars van het Woord om die uit te delen. Hierna volgt vers 7: ‘Zo zegt de HEERE der heirscharen: Indien gij in Mijn wegen zult wandelen, en indien gij Mijn wacht zult waarnemen, zo zult gij ook Mijn huis richten, en ook Mijn voorhoven bewaren; en Ik zal u wandelingen geven onder dezen, die hier staan.’ Dominee ’t Hart spoorde zijn broeder aan om trouw te zijn aan Gods Woord en te wandelen met de HEERE, opdat Hij over hem zal kunnen zeggen: ‘Wel, gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig zijt gij getrouw geweest; over veel zal ik u zetten; ga in, in de vreugde uws heren’ (Mattheüs 25:21).

In de middagdienst deed dominee Kazen intrede vanuit 1 Thessalonicenzen 2:4: ‘Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft.’ Het thema was ‘Evangeliebediening’. In dit gedeelte blikt Paulus terug op zijn bediening in Thessalonica. Hij heeft ondanks veel weerstand vrijmoedig het Evangelie verkondigd. Dominee Kazen sprak de wens uit om onder alle omstandigheden, net als Paulus, vrijmoedig het Evangelie te blijven verkondigen. Het Evangelie is samen te vatten in 5 kleuren: zwart (de zonde), rood (het bloed van Christus), wit (de afwassing van de zonde), groen (leven en groei in Christus) en goud (de hemel, de toekomst met Hem). Net als Paulus is dominee Kazen niet gekomen om mensen te behagen maar om God te behagen in de verkondiging van dit Evangelie. Hiervoor heeft hij de Heilige Geest nodig. Als hij door Gods Geest het Evangelie mag bedienen, zal zijn komst niet ijdel zijn. Dominee Kazen sloot af met een waarschuwing voor ongeloof, maar wijst ook op de woorden die op het klankbord van de preekstoel staan: ‘Zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren’ (Lukas 11:28).

Na de preek werd dominee Kazen toegesproken door wethouder A. Versteeg namens de burgerlijke gemeente Ede, door ds. J.C. Breugem namens de plaatselijke kerken, door ds. H. van der Ziel namens de classis Midden en door ouderling J.C. van Wolfswinkel namens de kerkenraad en de gemeente. Van Wolfswinkel benadrukte dat Gods Woord ons een uitnemende weg wijst om als gemeente en dominee met elkaar om te gaan: de weg van de Liefde (1 Korinthe 13). Daarom mocht de gemeente de dominee en zijn gezin toezingen uit Psalm 133:3.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen