Genade van een Almachtige God !

Ais nu Abram negen en negentig jaren oud was, zo verscheen de Heere aan Abram en zeide tot hem: k ben God, de Almachtige! wandel voor Mijn aangezicht en zift oprecht! Genesis 17 : 1

II.

Het was de Heere, Die u tegemoet trad. Hij stak u als de Eerste de reddende hand toe. En vanaf de eerste keer, dat df Heere in uw leven kwam, heeft Hij u nooit alleen gelaten, al zei uw ziel: De Heere heeft mij begeven en de Heere heeft mij' verlaten. En hoe diep •'ge er doorheen moest, hebt ge het toch moeten uitroepen, toen ge het na deze verstaan mocht: Heilig zijn, o God, Uw wegen; niemand spreek' Uw hoogheid tegen.

Na ontvangen genade vergewist Hij u door Zijn Heilige Geest van Zijn trouwe genade. En als Hij dan tot uw ziel gaat zeggen, dat Hij u bij uw naam genoemd heeft en dat gij de Zijne zijt, dan kunt gp het in de momenten van beleving niet laten daar een bevestigend amen op te laten horen. En als de Heere dan daai' overheen tot de ziel gaat zeggen: Zou Ik het zeggen en niet doen, spreken en niet bestendig maken? , dan smelt uw ziel weg onder zoveel genade van de almachtige God.

En als de Heere aan zulk een vraagt: Mijn kind, ben Ik u eenmaal tegengevallen? , dan antwoordt de ziel met overtuiging: Neen, Heere, nimmer was dat het geval!

Zo maakt de Heere de oude beloften weer nieuw en schenkt Hij uit de volheid van Christus, genade voor genade. En bediend uit deze fontein, is uw geloof krachtig, en is dat geloof ook een daad naar buiten, tot eer van Gods Naam, tot zaligheid van uw ziel en voor de medereizigers naar de eeuwigheid om jaloers op te worden.

Genade van een almachtige God.

T)c naam van die genade is: lmachtig. God spreekt hier tot Abram en noemt zich de Almachtige. In de bijzondere openbaring geeft de Heere Zich namen om Hem daardoor te leren kennen. Met Zijn Namen openbaart God Zijn volmaaktheden. Ze zijn maar geen blote klanken, doch realiteiten. ledere Naam van God heeft een rijke inhoud en bevat altijd de volle waarheid. God heeft ook Verbondsnamen. In Genesis 17 : 1 noemt de Heere één van die Verbondsnamen. Hij noemt Zich daar de El Schaddai, dat is: od de Almachtige. Het is op deze plaats, dat de Heere Zich voor het eerst zo noemt.

Deze Naam heeft betrekking op de schepping en onderhouding aller dmgen, maar neemt eveneens een grote plaats in op het terrein der heilsopenbaring. Deze Naam is, zoals we u reeds meldden, een verbondsnaam. De Heere had reeds met Abram over het sluiten van een verbond met Abram voorheen gesproken. Als de Heere nu overgaat tot de bevestiging van dat verbond met Abram, dan wordt deze plechtigheid ingeleid met de majestueuze Naam El Schaddai.

Het betekent, dat God Zijn almacht stelt in de dienst Zijner genade. Dat houdt in dat Hij uit de dood het leven gaat wekken. Met deze almacht geeft Hij Zich aan Zijn volk en staat met deze alles overwinnende kracht in voor de vervulling Zijner beloften. Wat Zijn liefde wil, kan Zijn almacht. Daarom is het mogelijk, dat vijanden met God verzoend worden. Zijn liefde heeft de gevallen mens niet in zijn val laten liggen, maar uit de val opgehaald. God heeft de wereld zo lief gehad, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft. Zonder dat Gods deugden gekrenkt werden, kon zulks geschieden. Zijn liefde ging uit tot de verlorenen. Zijn recht werd voltrokken aan Zijn lieve Zoon. Zijn almacht deed wat voor iedere sterveling onmogelijk is.

Deze naam is een teken der genade.

De wereld kan het er niet in vinden. Menigeen gaat er onbekommerd aan voorbij en de meesten weten niet eens verstandelijk, dat er een almachtige God bestaat. Nu verstaan we het beter waarom de doorsnee mens zijn heil bij de mens zoekt. Hij kent God niet, heeft er misschien nooit over horen praten; heeft Hem misschien wel onwetend uitgevloekt. Met de grote massa zegt hij: Als er een God is, dan zou Hij wel anders handelen. Menigeen weet jammer genoeg niet, dat er een almachtige God is, bij Wie men met zijn kapotte leven terecht kan. Ik betreur, dat menige kerkganger er niet meer van laat blijken, dat de almachtige God zijn God is.

Zo lang wij nog geen kind van God zijn, zijn wij een kind van de wereld, al hebben wij een gedoopt voorhoofd. Hoe durven we langer zorgeloos voort te leven, onverzoend met God. Volgens de Schrift sidderen de duivelen nog. Zij weten, dat de almacht Gods zich tegen hen keren zal. Die almacht zal voor hen ten verderve zijn. Hoe verschrikkelijk. Ze beven er onder. En wij? Moet de vijand dan niet voor God beven? God kan met u doen wat Hij wil. Hij kan u vernietigen, verderven, doden voor eeuwig. Zijt ge daarvoor niet beducht? Ja nog erger, tegen die God durft ge de strijd aan te binden. Gij vergeet en versmaadt Hem. Hoe houdt ge dat vol, waar ge geen enkele schuilplaats in uw bestaan hebt, waar ge tegen Zijn almacht u kunt verbergen. De zonde, die een aanslag op Gods almacht heeft gepleegd, heeft geen bestaansgrond. De zonde haat God, en God haat de zonde. Zonde is leugen en God is de Waarheid. De leugen heeft getracht de waarheid ten onder te brengen; de waarheid van de almachtige God.

Maar deze almachtige God is ook de Goedertierene. Adam is niet direct weggeslagen door de almacht, rechtvaardigheid en heiligheid Gods. Hij werd gedragen en gespaard, alhoewel hij nu in vijandschap met God leefde vanwege de leugen, die hij beminde boven de waarheid. Men heeft de troon van Gods majesteit wel in vijandschap bestormd, maai-de troon bleef onbewogen staan. Gods liefde bleef liefde, Zijn almacht handhaafde Hij.

En nu is Zijn liefde zó diep en Zijn almacht zó groot, dat Hij doden nodigt om te komen tot het leven, om hun zijn almachtige genade te schenken. Laten we hier ophouden met redeneren. God geve ons op deze plaats met aanbidding te bewonderen. Hij lere ons bedelen aan de de troon van de almachtige God: O God, gedenk mijner met die almachtige gena­ de. Want wat kan Hij?

Hij kan u verlossen. Hij kan uw blinde zielsogen openen. Hij kan uw hoogmoedige hart verbreken. Hij kan uw onwillige knieën buigen. Hij kan uw vijandig bestaan verbrijzelen. Hij kan u levend maken en u geheel vernieuwen. Hij kan gevangenen bevrijden en de geringste zucht horen, die zich uit uw geprangd gemoed naar boven perst. Hij kan uw armoede ontdekken en u met Zijn rijke goederen vervullen.

Hij, de almachtige God, kan dat en w i 1 het.

Zijn almachtige genade is niet alleen een kunnen, maar ook een willen. Als dat niet zo was, dan was ons aller lot aan de duivelen gelijk en zouden we allen moeten omkomen. Het gaat immers over almachtige genade! De hitte van Gods gramschap is geblust. Dat doet de kerk met Bijbelse hoop uitroepen:

Waak op, o God, weer verder ons verdriet. Keer af Uw toorn en doe Uw wraak teniet.

S. V. R.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen