Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antwoord van Minister Schut aan de Kamer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antwoord van Minister Schut aan de Kamer

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

op de reakties, die zijn brief had uitgeloktop de reakties/ die zijn brief had uitgeioict

Inleiding

De bewindsman is erkentelijk voor de grote belangstelling van de Kamer voor het bouwbeleid en voor de lof, die door enkele sprekers o.a. de heer Van Rossum aan de brief is toegezwaaid. Hij wijst erop, dat de bouwnijverheid tien procent uitmaakt van de totale nijverheid. Deze bedrijvigheid is weinig afhankelijk van buitenlandse konkurrentie, houdt het midden tussen produktie en konsumptie en heeft in de loop van de geschiedenis in de ekonomische konjunkturele ontwikkeling een staartpositie ingenomen.

Zelfs het regeringsbeleid is maar ten dele beslissend voor het realiseren van programma's. Er is een groot gebrek aan gebouwen, met name huizen, vooral in kwahtatief opzicht, ofschoon in het westen in bepaalde plaatsen ook in grote mate kwantitatief Om de minister meer animo voor de huisvesting bij te brengen, is het intrappen van de bekende open deur. Het deed de minister goed, dat sommigen zelfs zo doordrongen zijn van het grote belang van de huisvesting, dat ze zelfs een unaniem S.E.R.-advies kritisch willen bekijken. De financiën voor de huisvesting moeten niet alleen uit de grote belastingpot komen, maar ook uit de opbrengsten, die ieder voor zich afzondert uit het inkomen, dat hij geniet. Elke aanval op het zo noodzakelijk beleid op de aanpassing van huren aan de gestegen kosten en aan het inhalen van achterstanden, die ontstaan zijn, zou een veel grotere reaktie bij het volk moeten oproepen. Het is volstrekt noodzakelijk, ook al is het niet zo sympathiek, voor een goed huis te betalen wat het kost. De bewindsman deelt zijn betoog in

volgens een vierdeling. Hij spreekt over zakelijke gegevens, over verwachtingen, over de maatregelen en over het doel.

1 Zakelijke gegevens

Eerst een enkele opmerking over de overige bouw, waarover de heren Janssen en Van Rossum gesproken hebben. De laatste heeft het gehad over de woningverbetering, dat niet voorkomt in het bouwprogram en niet bij de strikte formulering van de nieuwbouw. De heer Van Rossum heeft gevraagd of de gemeenten wel voldoende weten, dat ze niet hoeven te betalen. Sedert 1 juli (de minister spreekt op 3 juli) moeten de gemeenten weer wel betalen, omdat de stimulans, nodig uit oogpunt van ernstige werkeloosheid, is vervallen. De regeling is bijzonder onpraktisch en moet door een betere en doelmatige worden vervangen, waarmee de minister druk doende is.

Vervolgens gaat spreker over op de woningbouw. Over kapitaalmarkt en rentestand is al genoeg gezegd door de Kamer. De heer Van Rossum vroeg hoe het staat met de overloop van werken. De bewindsman geeft een naar jongste gegevens bijgewerkt staatje, waaruit blijkt, dat voor het hele land de mutatie stationair is, doch met grote uitslagen naar de regio's: noorden plus 21, westen min 8, oosten plus 4 en zuiden plus 7. Iets over de vrije sektor-bouw. De vrije sektor-bouw is in de streken, waarin is geliberaliseerd, nog niet aanwijsbaar toegenomen. Liberalisatie leidt niet tot sterke stijging van huren en dientengevolge tot nieuwbouw.

Van de vrije sektor kan niet zonder meer gezegd worden, dat dit een kwestie is van 19 pet. Is het verstandig weer 25.000 woningen op het program te plaatsen? Dit jaar is echter - wat niemand had durven voorspellen - de vrije sektorbouw hoger dan de overeenkomstige periode vorig jaar, ongeveer 10 pet. Maar krachtige doorstroming zal veel meer effekt te zien geven.

Men heeft zich afgevraagd of er niet veel lucht zat in de premie-bouw. Subsidies toch vielen bij gestegen bouwkosten lager uit. De minister kan tot zijn genoegen melden, dat er nauwelijks enig verschil is tussen de realisatie van de partikuliere bouw en de uitgegeven beschikkingen en vergunningen. Een staatje daarvan komt als noot in de Handelingen.

De woningwetbouw ligt voor twee ankers. We willen het aantal van 45.000 woningen halen, doch anderzijds mogen we het begrotingsbedrag niet overschrijden. Het zal dit jaar een hele dobber worden om voor het bedrag het aantal te halen. Er moet alles gedaan worden en het gebeurt om toch het gestelde doel te halen. Het rijk wil niet meer betalen dan verantwoord is en niet risiko's betalen, die de aannemer wil afwentelen. Daarom moest stagnatie voor lief genomen worden. De bewindsman betreurt het, dat er zo weinig aan keuzewoningen wordt gedaan. De heer Van Rossum sprak over de gemiddelde bouwtijd. Twee dingen spelen daarbij volgens de bewindsman een rol. Ten eerste verplaatst de bouw zich wat naar het westen en in de grote steden zijn de tijden langer. Men bouwt ook niet zulke grote series in één plaats, ook dat is van invloed. De opgelopen konjunktuur heeft bovendien geleid tot langere bouwtijden. De minister hoopt dat het op 14, 5 maand gestabiliseerd wordt. Er mogen geen grotere spanningen koftien op de arbeidsmarkt om dat te houden.

Op interrupties antwoordde de minister, dat het stoppen van bouwstromen niet zonder meer mag worden aangerekend, omdat het ook bezwaarlijk is om voortdurend hetzelfde type woningen te .bouwen. Hoe reageert de jeugd op de massa-bouw na de Tweede Wereldoorlog. In dit verband heeft de heer Van Rossum gevraagd: wat wensen de mensen eigenlijk?

De bewindsman meent wel, dat woningwetwoningen in de steden moeten komen, maar hij overweegt of er een vorm te vinden is, waarbij de provinciale besturen de dorpen wat kunnen geven. Dit moet vooral komen van korporatiebouw en bejaardenwoningen. Er zijn echter gemeenten, die geen korporatie hebben. In het algemeen wil hij begrip tonen voor het feit, waarop de heer Van Rossum wees, dat somm.ige dorpen, die jarenlang helemaal niets krijgen, toch ook in moeilijkheden kunnen komen.

Het toezeggen van subsidies kan een koud kunstje worden, omdat volgende jaren en vaak opvolgers er voor moeten opdraaien. Daarom niet meer subsidie dan werkelijk nodig is.

2 Verwachtingen

Van de brief is gezegd: veel verwachtingen, weinig zekerheden. In deze konstellatie kan men niet veel verder komen. De regering moet zorg dragen, dat er een klimaat blijft heersen in de geestvan: wij gaan door op het niveau, waarop we zijn aangeland. De financiering van woningwetwoningen is veilig, maar hoe meer woningwetwoningen men financiert, des te meer wordt de partikuliere kapitaalmarkt terughoudend, naar gebleken is. Men moet dus een goed evenwicht vinden. Wat de financiering van de partikuliere bouw aangaat, moet er een vertrouwenssfeer heersen. Daarom zit het S.E.R.-advies om de huurverhoging uit te stellen de minister hoog. Immers, als de vertrouwenssfeer gaat ontbreken, zoekt het kapitaal elders een goed heenkomen.

De heer Van Rossum heeft gezegd, dat de eerlijkheid gebiedt dat we de huurverhoging niet gaan uitstellen. De heer Van der Peyl was ook van zodanig gevoelen. Er moet veel worden onderzocht met name op gebied van de woningbehoefte. De minister heeft subsidies in uitzicht gesteld met name voor de regio's, die anders onvoldoende uit de voeten zouden kunnen. De heer Van Rossum heeft gewezen op het belang van het inspelen op de wensen van de bevolking. Ik meen, dat dit in principe in dezelfde richting gaat. De geachte afgevaardigde noemde met name de verhouding tussen hoog en laag bouwen.

3 Maatregelen

Er is niet zoveel te besturen als de eksterne faktoren niet meewerken. Wat de vrije sektor betreft heeft de minister zijn konklusie getrokken en 5.000 woningen overgeheveld naar de partikulier gesubsidieerde bouw. Er is al een begin van uitvoering daarvan, men kan niet wachten tot het jaar helemaal om is. Dit getal is voorlopig een maximum.

Voorts heeft de bewindsman besloten om het rendementpercentage in de partiku­ liere huurwoningen sektor te verhos van 8, 9 naar 9, 5. De minister voeh er % voor om volgens een soort automatisme het percentage te wijzigen. Het moeten uitzonderlijke situaties zijn.

Wat de 45.000 woningwetwoningen betreft, zegt de minister toe, dat deze er komen. En niet alleen in het laatste deel van het jaar.

4 Doel

Het doel van het beleid is het handhaven van het niveau. Men kan het ook stabiljsa. tiebeleid noemen, zoals de heer Janssen De solidariteit in de woningbouw moet niet worden ondergraven. Systematisch verzet tegen huurverhoging en liberalisatie kan nadelig zijn voor het "algemeen klj. maat.

Nederland is er in geslaagd om een reeks van jaren de woningproduktie op een bepaald niveau te brengen en te houden. In het buitenland was dat niveau aan grote schommelingen onderhevig. Een staatje daarvan wil de minister gaarne overleggen. Enkele cijfers worden nog genoemd België: 1966: 73.300 en in 1968: 53.500^ Frankrijk: 1965: 59.400 en in 1967: 46.600 en West-Duitsland: 1965: 62.300 en in 1967: 53.300.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1969

De Banier | 10 Pagina's

Antwoord van Minister Schut aan de Kamer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1969

De Banier | 10 Pagina's