Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEZINS-BEHOUD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEZINS-BEHOUD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin. Hebr. 11 : 7a.

Vreemd zullen de mensen hebben opgekeken, toen Noach met zijn vreemde scheepsbouwerij begon. Zo maar midden op het land verschijnt een scheepswerfje. Anders geen vestigingsplaats voor een scheepswerf!

En toch is het gebeurd. Een scheepswerf zo maar midden op het land. En gewerkt dat er wordt! Van de vroege morgen tot de late avond wordt er getimmerd. Er is kennelijk haast bij. Inderdaad er is gróte haast bij. Noach ziet in de verte de wateren van dood en ondergang naderbij komen. De dammen van Gods lankmoedigheid staan op het punt door te breken. Dat vertelt hij ook aan de mensen, die, vooral in het begin, nieuwsgierig komen kijken. Dan vertelt hij, dan predikt hij als de prediker der gerechtigheid, wat God voornemens is om te doen.

God is van plan om de aarde te verdelgen, van de mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe.

Er kan niet eindeloos gespeeld worden met Gods lankmoedigheid.

Is het er dan zó erg mee gesteld? Zo'n slechte tijd is het nu toch ook weer niet? En de weerprofeten voorspellen toch alleen maar droogte en een goede tijd? God ziet het anders. God ziet hoe al het vlees zijn weg op aarde verdorven had (Gen. 6 : 12). Ja het berouwde de Heere dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte hem aan het hart.

Er is een doorbraak in de zonde gaande, tot in het perverse en bestiale toe. De huwelijks-en gezinsmoraal is niet al te best. Er is ontbinding en afbraak.

Moord en doodslag zijn aan de orde van de dag (Lamech). Men leeft zich uit. Alles kan en mag. De mens is de maatstaf van alle dingen. Het moet ons dan ook niet verwonderen dat de Heere Jezus de dagen, die voorafgaan aan Zijn komst, vergelijkt met de dagen van Noach (Mt. 24).

Gelukkig was men in die tijd ook allerminst: de aarde was vervuld met wrevel. Om het minste of geringste maakte men ruzie. Het zal dan ook wel geen pais en vree in de gezinnen zijn geweest!

Noach vond genade in de ogen des Heeren, zo lezen we. Tot hem komt de Heere God in een Godsspraak. De Heere stelt hem op de hoogte. Tot hem komt het woord van het ontzaglijk gericht dat nadert. Tot hem komt ook het woord van de behoudenis voor hem en zijn gezin.

Noach mag een ark gaan bouwen, voor hemzelf, voor zijn gezin en voor de dieren.

Het is een huiveringwekkende boodschap die hij ontvangt, maar tevens een boodschap vol ontferming en genade. In de bouwopdracht van de ark roemt de genade tegen een welverdiend oordeel.

Zo is Noach begonnen aan de bouw van de ark. Hij is er aan begonnen, omdat God tot hem gekomen was met Zijn Woord. Anders was hij er nooit aan begonnen.

In kinderlijke vrees en diep ontzag heeft hij het Woord gehoord en ook gehoorzaamd.

Honderd en twintig jaren duurt het voordat de ark gereed is. Dat betekent voor Noach honderd en twintig jaren volharden in het geloof, dat tegen al het zichtbare in steunt op het Goddelijk Woord. Dat zal veel strijd gekost hebben, want naarmate de ark haar voltooiing bereikte en het oordeel uitbleef, zal de spot toegenomen zijn. Door het geloof is hij echter staande gebleven. Gód hield hem staande in dat geloof, dat door de genade van de Heilige Geest de ogen sluit, maar de oren opent om alleen te letten op de belofte (Calvijn).

Noach heeft de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin. Noach heeft mogen werken aan het behoud van zijn gezin. Daar worden wij ook allen, vandaag aan de dag, toe geroepen. Hoe behouden wij het gezin in zijn wezenlijke functies? Dat is de vraag waar theologen en sociologen zich mee bezig houden. Het gezin bevindt zich in de crisis. Vandaar ook de aandacht die er allerwege voor het gezin is. Ook in de kerk is er die aandacht, we hebben de gezinsweek en zondag is het de zg. „gezinszondag".

Allerwege is er sprake van gezinsafbraak. Er zijn in dat opzicht wondere parallellen met de tijd van Noach. Vele oorzaken worden genoemd. De veranderende maatschappij, de crises der generaties enz. We vergeten toch niet de ontbindende factor van de zonde te noemen? De zonde van het verslapte ouderlijke gezag en de eigenmachtigheid in het leven van de kinderen?

Het gaat om het behoud van het gezin. Vergeten we echter niet dat dé behoudenis, dé redding van het gezin in de eerste plaats gelegen is in de wederkeer tot de levende God en de kennis van onze Heere Jezus Christus, Die Héére wil zijn óók van het gezin.

Niet dat daarmee nu alle vragen opgelost zijn. Wel ligt hier, in Bijbelse zin, hét grote knooppunt.

Daarom is het ons geboden om vóór alle dingen te luisteren naar het Woord van gericht en van genade, naar dat Woord, waardoor God ook vandaag aan de dag grote dingen doet.

Noach heeft de Godspraak, die tot hem gekomen is, niet voor zichzelf gehouden. Het ging hem ook om het behoud van zijn gezin. Die Godsspraak heeft ook uitwerking in zijn gezin gehad. Dat is nog zo. Als we gaan zien dat de dammen van Gods lankmoedigheid het gaan begeven, dan merkt ons gezin dat.

Wie steekt zijn handen niet uit als zijn kinderen op het punt staan te verdrinken? Dan zijn we de naam van vader en moeder niet waard, als ons dat niets kan schelen. Hoeveel te meer als onze kinderen geestelijk dreigen te verdrinken?

Het gaat vandaag om een verantwoord ouderschap. Eenmaal zullen wij echter voor Gód verantwoording moeten afleggen van ons ouderschap, van ons jawoord dat wij bij de Heilige Doop gegeven hebben.

Wat een genade als we dat gaan zien en dat ons leven gaat vervullen rondom de opvoeding van onze kinderen. Daar gaat een zegen van uit. Dat laat God niet onbeloond. Dat zijn allen aan de weet gekomen die een biddende vader of moeder gekend hebben of hebben.

Tot behoudenis van zijn huisgezin. De behoudenis is afgebeeld in de Heilige Doop. De apostel Petrus noemt de Heilige Doop het tegenbeeld van de ark. Zoals de ark enerzijds het oordeel van God over de wereld van Noach's dagen verkondigde, maar anderzijds ook het behoud in het gaan in de ark, zo óók de Heilige Doop.

Enerzijds predikt de Doop het oordeel van God over de zonde (het in zonden ontvangen en geboren zijn) en anderzijds predikt de Doop de afwassing der zonden door Jezus Christus.

Welk een machtige pleitgrond vormt de Heilige Doop temidden van veel gezinsafbraak en gezinsproblemen. We worden genodigd om als ouders en kinderen tot Christus te komen. Niemand werd in de tijd van Noach uitgesloten om tot de ark te komen. Niemand wordt ook uitgesloten om tot Christus te komen.

Dan mogen wij al onze noden aan Hem kwijt, dan mogen wij ook de gezinsnood in Zijn handen kwijt. Dan houden wij temidden van allerlei gezinsafbraak en allerlei gezinsnood de ogen op Gód gericht, om op Hém te letten. Dan beven we, als we zien hoe allerlei dammen aan het breken zijn.

Dan welt ook het gebed in ons naar boven: O Heere behoud; die Koning verhore ons ten dage van ons roepen" (Ps. 20 : 10).

Sliedrecht  L. van Nieuwpoort

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

GEZINS-BEHOUD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's