Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bezinningsconferentie Protestants Christelijk Basisonderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bezinningsconferentie Protestants Christelijk Basisonderwijs

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is een verheugende zaak dat zovelen op zaterdag 31 januari naar Utrecht gekomen waren om de onderwijsconferentie mee te maken, die in verschillende kerkelijke bladen was aangekondigd. Maar een grote belangstelling maakt zo'n conferentie nog niet tot een geslaagde. Daarom is het temeer verblijdend dat het wezenlijke waarom het ging zo goed uit de verf kwam. Zowel de referaten van de heer L. Pieper en ds. C. A. Korevaar, als de besprekingen die erop volgden waren dermate geconcentreerd op het essentiële van het christelijk onderwijs, dat met recht van een geslaagde bijeenkomst gesproken mag worden.

De heer L. Pieper, rijksinspecteur voor het voortgezet onderwijs te Amersfoort, gaf een analyse van de situatie binnen het huidige prot. chr. onderwijs. Hij stelde dat we in het verleden de schoolstrijd gewonnen hebben, maar thans bezig zijn de schoolvrede te verliezen. De vraag is of op onze christelijke scholen de bijbel niet alleen maar ter sprake komt, maar ook tot sprake. Gevreesd moet worden dat het peuteren aan de Schrift door de theologen met zich meebrengt dat velen het Woord Gods niet meer onverkort durven door te geven en de boodschap van Christus als volkomen Zaligmaker wordt vervangen door een religieus humanisme. De heer Pieper waarschuwde voor devaluatie van het bijbelonderwijs. Er dient tijd vrijgemaakt te worden op elke school om het bijbelonderricht ten volle tot gelding te brengen. De heer Pieper signaleerde het zorgwekkende verschijnsel dat schoolbesturen voor voortgezet onderwijs, die voor de keuze staan van studie-uren of meer uren voor bijbelonderricht, de keuze laten doorslaan naar de studie-uren. Het gaat bij dit bijbelonderwijs intussen niet alleen om het vertellen van mooie verhalen, maar ook om het kennen van de bijbel. Verder stelde dhr. Pieper dat de prot. chr. scholen hun eigen identiteit dreigen te verliezen. Evenzeer als in het verleden wel eens te gemakkelijk splitsing van scholen is doorgevoerd, komt men thans te gemakkelijk tot fusies. Daarbij komt dat onder christelijke vlag alles kan of mag, terwijl vergeten wordt dat het Rijk van God z'n eigen wetten heeft. Er zijn terreinen die we voor onze kinderen niet willen ontsluiten, of die we niet zo vroeg willen ontsluiten. De spreker achtte het een bedenkelijke zaak dat ook christenen vandaag zo ongeremd de wereld in trekken.

Wat de huidige schoolverenigingen betreft werd opgemerkt dat de leuze „de school aan de ouders" een loze kreet geworden is, omdat de ouders niet meer meeleven met de schoolverenigingen. Daardoor komt de leiding van de scholen in feite in handen van enkele bestuursleden. Dan is het hypocritisch om protest aan te tekenen — en de spreker had hier vooral het voortgezet onderwijs op het oog — als de kinderen voor hun eigen rechten gaan opkomen. In dit verband achtte de heer Pieper niet elke stichting van eigen scholen in het verleden verantwoord. Als ouders nooit hun kritiek op de gang van zaken op de scholen hebben kenbaar gemaakt op de daarvoor geëigende plaats, dan moet een vraagteken gezet worden achter een initiatief voor het stichten van een andere school.

Een goede communicatie tussen ouders en personeel enerzijds en tussen besturen en personeel anderzijds is dan ook gewenst. En dan is ook van belang waarom het gaat bij ouderavonden en op kerstfeestvieringen. Gaat het op de ouderavonden alleen om de technische aspecten van het onderwijs en is er alleen aandacht voor de cijfers van de vakken als rekenen en taal? En gaat het op de kerstfeestvieringen alleen om de liturgische vormen?

Tenslotte stelde heer Pieper de vraag of er nog een innerlijke motivatie bij de onderwijzers is om voor de klas te gaan. Dr. Buskes werd in dit verband geciteerd, die zei dat een onderwijzer, die niet uit innerlijke overtuiging voor de klas staat, niet het recht heeft om het christelijk onderwijs te dienen.

In de middagvergadering ging ds. C. A. Korevaar in op de vraag: Hoe verder? Hij vroeg zich allereerst af of we met het christelijk onderwijs nog wel aan het front staan. Toen David niet mee ten strijde trok verviel hij in de zonde met Bathseba. We hebben als koningen uit te trekken in de strijd. Gevreesd moet worden dat er ook in het onderwijs sprake is van een verachtering in de genade. We moeten echter daar verder gaan waar de voorgeslachten in de schoolstrijd begonnen zijn, dat is vanuit de totale bijbel. Illustrerende voorbeelden gaf ds. Korevaar over de offerbereidheid die er toen is geweest. Een landarbeider in zijn geboorteplaats, die een stuk grond bezat, verkocht het om de opbrengst te bestemmen voor de christelijke school. Op een andere plaats gingen twee kinderen uit één gezin beurtelings naar school, omdat schoolgeld voor twee kinderen te veel was, terwijl men toch de christelijke school begeerde.

Verder stelde ds. Korevaar dat we in het onderwijs ook verder moeten in het licht van de wederkomst van Christus. Dat geeft aan het onderwijs de ernst. Want wat baat het een kind als het een wereld van tienen heeft en het lijdt schade aan de ziel? Het gaat om de plaats van Christus ook in het huidige christelijk onderwijs. Want een school zonder Christus komt — o spot van de historie — weer terecht in de sfeer van de vorige eeuw toen de openbare school het stempel droeg van de christelijke en maatschappelijke deugden, waarom juist de eigen christelijke school nodig werd. Ds. Korevaar deed een appèl op de aanwezigen om op de plaats waar ieder gesteld is gestalte te geven aan de opdracht om met het Woord van Christus het onderwijs te dienen.

In de discussie bleek de zorg die over het huidige christelijke onderwijs bestaat. Die zorg richtte zich op de versmalling van de inhoud van de Schrift, onder andere tot uitdrukking komend in het loslaten of aannemelijk maken van de wonderen, soms met allerlei wonderlijke redeneringen. Ook het verlies van het „onderwerpelijke" element in de bijbelles werd gesignaleerd.

Verschillende keren werd genoemd de geringe belangstelling van de ouders voor het wezenlijke van het christelijk onderwijs, al werd ook opgemerkt dat het mogelijk is om door een andere opzet van de ledenvergadering de belangstelling van de ouders voor de school te wekken. De tijd die normaal wordt uitgetrokken voor jaarverslagen en dergelijke kan beter worden besteed aan de bezinning. Overigens werd ook gezegd dat tegenwoordig lang niet meer alle ouders, die hun kinderen naar de christelijke school sturen, positief christelijk onderwijs begeren, zodat het geen voordeel zou zijn als alle ouders op de ledenvergadering hun zegje kwamen doen. Dat bezwaar wordt echter ondervangen wanneer van de leden verlangd wordt dat ze de statuten van de vereniging onderschrijven.

Verder werd herhaaldelijk opgemerkt hoe moeilijk het in sommige plaatsen is om goed personeel te krijgen, waardoor men wel eens een noodsprong moet maken.

De kweekscholen kwamen ook ter sprake. Van diverse kweekscholen geldt dat veel leerlingen later het openbaar onderwijs gaan dienen. Verheugend en veelzeggend is het dan ook als er kweekscholen zijn waar dit duidelijk anders ligt, en verreweg de meeste leerlingen bij het christelijk onderwijs terecht komen.

Zo kwam er veel ter sprake. Het ging om de bezinning. Niet om een program van actie. De slotconclusie was dat ieder op de plaats waar hij gesteld is zijn bijdrage dient te leveren voor positief christelijk onderwijs. Wel zal het comité van voorbereiding een werkcomité vormen, dat ten doel krijgt de bezinning regionaal gestalte te geven en zo mogelijk te komen tot de uitgave van losbladige cahiers die dienen kunnen bij het bijbelonderwijs en b.v. het geschiedenisonderwijs. Verder zullen de referaten in druk verschijnen. Daarmee kunnen de besturen hun winst doen. Elk bestuur zou een aantal exemplaren kunnen aanschaffen ter verdeling onder bestuursleden en personeelsleden. Ter vergadering voerde iemand het woord die vele jaren in allerlei organisaties gewerkt had, maar van deze vergadering opmerkte dat hij er zeer van onder de indruk was vanwege datgene wat aan de orde was gekomen dat in allerlei andere verbanden niet meer ter sprake komt. Hij kocht bij voorbaat vijftig referaten ter verspreiding op zonder dat hij de prijs wist. Een voorbeeld dat navolging verdient.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1970

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Bezinningsconferentie Protestants Christelijk Basisonderwijs

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1970

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's