Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gij dwaas

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gij dwaas

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nou, schrijver, kan het niet wat minder? Wat hierboven staat, zeggen we niet tegen elkaar in het gewone leven. Je hebt gelijk. Maar deze uitdrukking is door de Heere Jezus Zélf gebruikt. Waar dan? In een gelijkenis. Lukas 12. Er kwam iemand tot Hem met de vraag: Meester, zeg mijn broeder dat hij met mij de erfenis dele. Je zou zeggen: een redelijke vraag. Maar de Heere kende het hart van deze man. Het aardse goed was voor hem álles. En zo was het met veel meer mensen die bij Jezus stonden. Daarom zei Hij tegen hen állen: Ziet toe, en wacht u van de gierigheid. Het Grieks heeft voor ‘gierigheid’ een woord, dat wijst op een onverzadigbare begeerte om altijd meer te hebben.

Gelijkenis

En dan volgt de gelijkenis. Een rijke boer had veel akkers. Die hadden een heel goede oogst opgebracht. Toen had de boer een moeilijkheid. Zijn schuren waren te klein om al dat koren, enz. in op te bergen. Dus ging hij plannen maken. Hij zou de oude schuren afbreken en veel grotere bouwen.

Op zich heel normaal, zouden we zeggen. Maar lees je iets over dankbaarheid? Lees je over enig besef dat het de Heere was Die alles overvloedig had doen groeien? Had hij God nodig bij het maken van zijn plannen?

Nee, het was alleen ik. Ik zal dít en dát doen.

En wat was hij daarna van plan? En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel, gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren; neem rust, eet, drink, zijt vrolijk. Hij zou er heerlijk van gaan genieten.

Maar wat zei God tot hem? Gij dwaas, in deze nacht zal men uw ziel van u afeisen.

Ook voor nú

Zie je hoe actueel deze gelijkenis is? Iemand zegt: Ik ben geslaagd! Ik heb mijn diploma. Ik ga lekker werken.

Natuurlijk heb ik nagedacht over wat ik wil. Ik ben een doener. Hard werken is voor mij geen enkel probleem. Mijn doel is: veel geld verdienen en zo snel mogelijk een eigen bedrijf gaan runnen..

Maar… zal het dan opeens in jouw oren klinken: Gij dwaas, in deze nacht zal men uw ziel van u afeisen. Eeuwigheid. En waar ben je dan?

Iemand anders zegt: Ik heb gesolliciteerd naar een mooie kantoorbaan. En ik ben aangenomen! Ik heb er zin in. Er zijn volop doorgroeimogelijkheden! Ik wil carrière maken. Opklimmen, het liefst tot in de top. Dat verdient zó goed! Ik ga een dure auto rijden, een groot huis kopen. En nog veel meer.

Gij dwaas, in deze nacht zal men uw ziel van u afeisen.

Talenten

Maar mogen we ons best niet doen om vooruit te komen in het leven?

Jazeker. De talenten die we van de Heere hebben ontvangen móeten we goed gebruiken. Denk aan de gelijkenis van de talenten (Matth. 25). We hebben zelfs de plicht om met die talenten te woekeren!

Dat betekent: al het mogelijke en verantwoorde daarmee te doen om… onze medemens daarmee des te beter te kunnen helpen! Kanttekening 8.

Niet ikzelf dus in de eerste plaats, maar de ander.

En… hebben we de Heere nodig bij onze plannen? Beseffen we dat aan Zijn zegen alles gelegen is? Zeggen we: Zo de Heere wil en wij leven zullen we dit of dat doen? (Jak. 4:15).

Neem rust

Wat mij ook opviel in de gelijkenis van de rijke dwaas, waren zijn laatste woorden: Mijn ziel, neem rust, eet, drink, zijt vrolijk.

Rust nemen na hard werken. Niets mis mee toch? De Heere heeft Zélf de wekelijkse rustdag ingesteld. Maar ook die is niet helemaal voor onszelf bestemd. Er is ook een ander, een hoger doel. Om des te meer de Heere te kunnen dienen…

En onze vakantie? Mijn ziel, neem rust, eet, drink, zijt vrolijk.

Misschien zelf over nadenken?

Geldt hierbij voor mij: Gij dwaas, in deze nacht zal men uw ziel van u afeisen?

Of moet je tot jouw verdriet zeggen: Wat ga ik vaak hélemaal op in de dingen van de wereld. Wat vergeet ik de Heere toch snel.

Wat is mijn hart steeds maar weer geneigd tot het zondige.

Ik ben die dwaas. O, als ik in deze nacht moet sterven…

Ken je het gedicht van Guido Gezelle?

De wereld wil mij achterna,

alwaar ik ga

of sta

of ooit mijn ogen sla;

en arm als ik en is er geen,

geen een,

die nood hebbe en niet klagen kan;

die honger, en niet vragen kan;

die pijne, en niet gewagen kan

hoe zeer het doet!

O, leer mij, arme dwaas , hoe dat ik bidden moet!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Gij dwaas

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 2020

De Wachter Sions | 12 Pagina's