Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslag intrededienst ds. J.A. Westrate in de gemeente van Elspeet op woensdagavond 28 maart 2018

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslag intrededienst ds. J.A. Westrate in de gemeente van Elspeet op woensdagavond 28 maart 2018

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gezongen psalmen: Ps. 123: 1, Ps. 145: 4 en 5, Ps. 132: 10, Ps. 65: 3. Schriftlezing: Markus 6 : 30-44.
‘Geliefde gemeente van Elspeet, het is ons beider uitzien geweest dat we deze avond intrede mogen doen,’ zo vangt ds. Weststrate zijn intrededienst aan. ‘Er is een liefdesband gelegd, we zijn hier naartoe gezonden. De Heere wil, dat uit het verdorven menselijk geslacht Zijn gemeente vergaderd wordt.’ Ds. werd erop gewezen, dat hij moest wederkeren tot zijn land en tot zijn maagschap en dat de Heere bij hem zou zijn. We hebben ertegen gevochten maar de Heere is sterker en heeft ons ervoor ingewonnen. De Heere liet zien dat Hij bewogen was over Elspeet. De onwil werd in onmacht veranderd. De Heere is nog steeds Dezelfde, Die goede, lieve Heere, Die ons nog nooit heeft begeven en nog nooit heeft verlaten, aldus ds. Weststrate.
Dominee neemt als uitgangstekst voor deze dienst Markus 6 de verzen 34a en 37a. Het thema is: Omdat Jezus bewogen is over de gemeente van Elspeet, heeft Hij ons naar u gezonden.
1. Jezus bewogen over de schare.
2. Jezus zendt Zijn discipelen uit om de schare eten te geven.
Het is een woeste plaats daar, een eenzame plaats. Jezus brengt Zijn volk in de nood om te laten zien dat Hij ze niet zal begeven en niet zal verlaten. De schare zou je kunnen vergelijken met de kudde van Elspeet. Ds. stelt vast dat het werk der bekering uitgaat van het vrije welbehagen Gods en dat roept vijandschap op.
Een aandachtig beluisterde preek is nog geen aanvaarde preek. Alleen de komst van Christus kan ons heil volmaken. Ds. hoopt dat er nog een missende bruid mag zijn die nu uitgaat om Christus te zoeken. Ds. Smytegelt zegt ergens dat ‘ als je gevangen wilt worden, moet je jezelf voor het visnet gooien.’ Hij roept op om getrouw in de diensten op te komen.
‘De ganse dag heb Ik Mijn handen uitgebreid.’ Christus wordt bewogen over de gehele schare, omdat het schapen zonder herder waren. Hij ziet hen liggen in hun verloren staat. Hij was ook bewogen over de onbekeerden. We kunnen de Heere nooit de schuld geven. De apostel zegt ‘Wij bidden u van Christuswege … laat u met God verzoenen’. Hij was over de tien melaatsen bewogen. Negen van hen eindigden in de weldaad. Slechts één in de Weldoener. Ze waren schapen zonder herder omdat ze geen geestelijke leiding kregen.
Wat een genade is het als er een streep door ons huis van eigengerechtigheid gaat. Waar God begint, snijdt Hij Zijn Kerk van hun werken af. Ondanks hun zonden zal Hij Zijn Kerk en Zijn knechten niet verlaten. Hij is bewogen over Zijn aangevallen en beschimpte schapen. Hij zal ze dragen in Zijn armen. Het zijn Zíjn schapen. Nooit te schurftachtig. U kunt nog zalig worden, omdat er een uitverkiezing is, zo roept ds. Weststrate zijn nieuwe gemeente toe. Is dat welbehagen wel eens een wonder voor u geworden? Dan weet u ook wat het is om niet meer zalig te kunnen worden. De Kerk zal straks roemen in vrije gunst alleen. Christus zal het verlorene zoeken en dat geldt nog in 2018. Het verlorene en het weggedrevene zal door Christus teruggebracht worden. Degenen die met dichte oren zitten, zal Hij hun oren openen. Als ze die fluisterstem weer mogen horen, dan zullen de kreupelen weer springen. We zijn geschapen om vruchten van geloof en bekering voort te brengen. U kunt nog bekeerd worden. Daarom zijn we tot u gezonden. Ds. hoopt zo, dat die Geest mag afdalen en dat velen verbonden mogen worden aan de Waarheid.
2. Jezus zendt Zijn discipelen uit naar de scharen, om hen te doen eten.
Christus sprak als Machthebbende. Het was toen een lange dienst. Er kan uitwendig beslag zijn, maar het gaat erom dat men die woorden geestelijk mag indrinken. De discipelen waren over de lichamelijke nooddruft van de schare bekommerd en niet over de geestelijke nooddruft. Ze zagen op de omstandigheden en gingen Jezus de weg voorschrijven. De oplossing van de discipelen: Laat hen van U, wil eigenlijk zeggen: ze behoeven niet bekeerd te worden en ze hebben geen onderwijs nodig. Ze wilden ook de Kerk scheiden van hun Liefste! Maar Zijn ware kinderen zeggen: ik sterf liever aan Zijn voeten dan dat ik aan zijn voeten wegblijf. Hij stuurt Zijn discipelen ondanks hun dwaasheid niet weg. ‘Hij weet wat van Zijn maaksel zij te wachten.’ Hij is de Getrouwe. Hij is bewogen over Zijn Kerk. Als dat niet zo was, was het verloren. Hij gaat ze leren: Zonder Mij kunt gij niets doen. We kunnen het wel zeggen dat door alles een streep gaat, maar als het gebeurt, komt de opstand openbaar.
Het is een bevel: Geeft gij hun te eten. Wie ben ik, om deze gemeente te dienen, zo vraagt dominee zich af. Het ongeloof maakt God verdacht. Predikanten moeten ook de schare ingaan met lege handen en een ongelovig hart. Dan moet je met je armoede voor de dag komen.
Een jongetje heeft vijf broden en twee vissen. Alles wat zij hebben, willen zij aan de Heere overgeven. De Heere geeft beschamend onderwijs. Ze moeten gaan zitten, net als bij bruiloften en grote maaltijden. Als zelfs de onbekeerden gehoorzamen aan Gods bevel en men zelf met een ongelovig hart het Woord verkondigt dan gaat er een streep door je bekering en je wordt een niet en een nul. Hij zegt: zie nu niet langer op de omstandigheden, zonde, wereld enz., maar zie op Mij. Zo moeten Gods knechten zich ook richten op Christus. Het is een les om afgebroken te worden. Ze krijgen dierbaar onderwijs. Hij brak broden en vissen na gedankt te hebben en legde ze in de lege handen van de discipelen. Ze gaan dan uit, nadat ze zijn ingewonnen voor de dienst des Heeren. De Heere blijft breken en dat doet Hij nu nog. De discipelen moeten telkens met hun lege mandje naar de Heere. Dat er iedere zondag maar bedelende, arme zondaars in de gemeente mogen zijn in de zin van ‘dat ik Uw liefde maar mag ervaren’.
Christus, het verbrijzelde Broodkoren, heeft gezegd: Ik ben het Brood des Levens. Dat het dan maar mag zijn ‘Hongerigen mildelijk voedt’. Dan mag een David zich sterken in de Heere Zijn God en een Moorman mag dan zeggen ‘Ik geloof dat Jezus Christus de Zone Gods is.’ In dat Enige Brood schenkt God Zijn liefde. Dan is het ‘Jezus alleen.’ Ds. hoopt dat hij in Elspeet mag ontmoeten: en zij aten allen en werden verzadigd. Maar wat heeft de Heere een werk aan Zijn knechten om ze ledig te maken.
Na het zingen van Ps. 132 vers 10 vervolgt ds. Weststrate nog, dat hij naar Elspeet gezonden is om het brood uit te delen. Het is dan elke zondag marktdag. Dat het u tot schuld worde, dat u elke dag nog eet van het brood der wereld en der zonde.
Hij roept op om naar de pastorie te komen als er nood is. Dat gehoord mag worden, evenals de stokbewaarder: ‘Wat moet ik doen om zalig te worden’. Dat er nog Lydia’s en ook veel hongerige schapen mogen zijn in Elspeet. Hij zal hongerigen met goederen vervullen. Rijken heeft Hij ledig weggezonden. Dat je buren jaloers op je mogen worden, zo wenst ds. Weststrate.
Daarna richt ds. zich in een dankwoord tot de kerkenraad, de commissies, de vrouwenvereniging, kerkenraad en koster van de HHK Elspeet, de vele aanwezigen uit andere kerkverbanden en van de scholen, de burgerlijke gemeente van Nunspeet, zijn familie, zijn vader en zijn vrouw en kinderen.
Na het zingen van de afsluitende Psalm 65 vers 3 volgen er nog korte toespraken door burgemeester Van de Weerd van Nunspeet waaronder ook Elspeet valt (hij nam een beeld uit Johannes 21), Ds. G. van Manen namens de plaatselijke kerken (hij nam gedeelte uit Psalm 3 als uitgangspunt) en Ds. A. Verschuure als vriend (hij nam een gedeelte uit Ruth 2 als uitgangspunt). Ouderling M.A. van de Beek spreekt de eerste eigen leraar van de Elspeetse ‘Oude Hof gemeente’ toe namens de kerkenraad en de gemeente. Hij verzoekt ten slotte nog om ds. Weststrate staande toe te zingen Psalm 119 vers 9 ‘ Doe bij Uw knecht weldadigheid, o Heer’.
Daarna legt ds. Weststrate voor de eerste maal als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Verslag intrededienst ds. J.A. Westrate in de gemeente van Elspeet op woensdagavond 28 maart 2018

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's