Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De drie vragen van de olijfboom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De drie vragen van de olijfboom

4 minuten leestijd

Vanwege de vakantieperiode van uw scribent deze keer een stukje dat ik tijdens onze vakantie heb geschreven over de olijfboom in de Bijbel. De volgende keer hopen we verder te gaan met het Bijbelboek Ruth.

Het is een van de bomen die we deze zomer veelvuldig hebben kunnen zien op vakantie: de olijfboom. In het land van de Bijbel komt de boom ook veel voor. In Psalm 52 vergelijkt David zich met ‘een groene olijfboom in Gods huis’.

De achtergrond van die woorden is aangrijpend. Op de vlucht voor Saul komt David in het stadje Nob. Van de priester Achimelech ontvangt hij daar de toonbroden en het zwaard van Goliath. Dat blijft echter niet onopgemerkt. Doëg de Edomiet ziet dit en verraadt David. Bovendien beschuldigt hij Achimelech ervan, dat die met David samenzweert. Het resultaat is dat er uiteindelijk vijfentachtig priesters door Doëgs zwaard worden gedood.

In Psalm 52 uit David zijn verontwaardiging over deze verschrikkelijke gebeurtenis. Profetisch voorzegt hij dat Doëg door God zal worden ‘uitgeworteld’. Daartegenover mag David belijden: ‘Maar ik zal zijn als een groene olijfboom in Gods huis’. David wil met die woorden in elk geval op drie dingen wijzen:

Gods zorg

Allereerst op de trouwe zorg van de Heere. De olijfboom is namelijk het hele jaar door groen. Op een sprekende manier laat dat zien, hoe God deze boom verzorgt en onderhoudt. Welnu, zo zal de Heere David op de vlucht voor Saul in het leven sparen en voor hem zorgen. Iedere olijfboom die David op zijn vlucht voor Saul tegenkwam – en er groeiden in het land van de Bijbel véél olijfbomen – herinnerde hem daaraan.

Iedere olijfboom die wij zien, stelt ons ook een vraag: Hebben wij oog voor Gods sparende en zorgende hand in ons leven? Die vraag mogen we onszelf wel stellen na een vakantieseizoen, waarin verschillenden van ons veel onderweg zijn geweest. En waarin anderen zo plotseling uit het leven werden weggerukt.

De grond

Er is nog iets dat onze aandacht vraagt in de woorden van David. Zijn vergelijking gaat namelijk niet over een willekeurige olijfboom, maar over een olijfboom ‘in Gods huis’. Verschillende Bijbeluitleggers denken dat in de voorhof van de tabernakel in Nob letterlijk olijfbomen stonden. Dáármee vergelijkt David zich. En daarmee zegt hij eigenlijk dit: God heeft mij door wederbarende genade in Zijn huis geplant. Daar mag ik mijn wortels uitslaan. Daar trek ik mijn levenssappen. Op de plaats waar het altaar, het offer, en het bloed heenwijzen naar de komende Christus.

Iedere olijfboom stelt ons ook de vraag: Waar staat de boom van ons leven? Waar zijn wij geworteld? Zijn we tevreden met een plaatsje op de arme grond van deze wereld? Of hebben we de Heere nodig gekregen om geplant te worden in Gods huis? En om met een levende wortel verbonden te worden aan Christus?

De vrucht

Nog een derde element klinkt mee in Davids woorden. Want de olijfboom is in de Bijbel vooral belangrijk vanwege de vrucht. Uit de olijven werd olijfolie gewonnen die werd gebruikt voor het bereiden van het voedsel, voor het verzorgen van de huid (denk aan Jakob die op zijn vlucht voor Ezau een kruikje met olie bij zich had, dat hij uitgoot over de opgerichte steen bij Bethel), voor de verlichting in huis (denk aan de olielamp) en tabernakel (de lampen op de gouden kandelaar brandden op olijfolie) en voor de verzorging van wonden (denk aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan). Als David zich met een groene olijfboom vergelijkt, klinkt ook zijn verlangen mee om nuttig te mogen zijn. En om vrucht te dragen voor de Heere.

Zo stelt iedere olijfboom ons ook de vraag: Is het ons verlangen om nuttig te zijn voor de Heere en vrucht te dragen - uit Hem - voor Hem? En ís er vrucht? Ook dat is een vraag om op de grens van de vakantie en een nieuw seizoen bij stil te staan. Psalm 92 zegt: ‘Die in het huis des HEEREN geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods. In de grijze ouderdom zullen zij nog vruchten dragen’.

Augustinus (354-430) heeft ons geleerd dat iedere psalm van Christus is. Dat geldt ook voor Psalm 52. Christus is de altijd groene Olijfboom in Gods huis. Zijn boom heeft de vrucht gedragen van volkomen gehoorzaamheid. Actief (dadelijk) in Zijn vervulling van heel de Wet van God. En passief (lijdelijk) in het dragen van de straf voor al de Zijnen. Wat een wonder als een mens die moet horen en beleven: ‘Uit u geen vrucht in der eeuwigheid’, in de schaduw van deze Olijfboom gebracht wordt. En daar horen mag: ‘uw vrucht is uit Mij gevonden’.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's

De drie vragen van de olijfboom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2023

Bewaar het pand | 12 Pagina's