Haakjes Aanbrengen
Bijbelvertelling Verbinden Met Schoolleven
Bijna iedereen luistert graag naar verhalen. Een verhaal is een belangrijk vertelmiddel en spreekt kinderen op verschillende vlakken aan. Het vergroot de wereld, heeft een spiegelfunctie en staat vaak symbool voor iets groters. Bijbelse vertellingen zijn van nog meer belang. De leerkracht moet daarin waarden voorleven en idealen doorgeven.
Hoe kunnen we de vertelling van Bijbelverhalen laten aansluiten bij het schoolleven? Hoe kan de dagopening een vervolg krijgen in de verdere dag? De CNS-scholen in Putten organiseerden september jongstleden een identiteitsdag om over deze materie na te denken en te oefenen met de praktische invulling ervan. De moeite waard om over door te praten.
Ooghoogte
Op deze dag verzorgden Jan van Doleweerd (Driestar educatief) en Hanna Holwerda (Educatief Bureau Sterrenschip) beiden een lezing voor zo’n 180 bezoekers. ‘Met verhalen steek je een vuur aan. Verhalen kunnen echter op een afstand blijven.’ In het nagesprek reikt Van Doleweerd een aantal handvatten aan om de Bijbelverhalen te verbinden aan de leefwereld van de kinderen. ‘Om te beginnen moet je je leerlingen goed kennen. Hoe breng je het verhaal op ooghoogte? Daarvoor moet je weten wat er in het leven van je leerlingen omgaat en welke plaats God en de Bijbel hebben in hun leven. Daarnaast moet er ruimte zijn om in gesprek te gaan over het “vallen en opstaan” in het navolgen van Gods woorden. De “verbondsruimte” in het Oude Testament was voor Israël de ruimte van de eigen verantwoordelijkheid, waarin het goede én zondige dingen deed en ondervond wie de HEERE was. Ook voor de leerlingen is er die ruimte. Als derde moet je op zoek naar verbindingen tussen de woorden van God en het leven van de leerlingen op school.’
Verlegenheid
Hanna Holwerda gaat hierop in. Zij noemt het ‘haakjes aanbrengen’, waarbij het van belang is dat dit op een natuurlijke manier gebeurt. Een beestje dat door een leerling op het schoolplein gevonden wordt, kan aanleiding zijn tot een gesprek over Gods schepping. Het gaat erom je antennes uit te hebben staan. Hierbij gelden vier aan- dachtspunten: eigen geloofservaring, informatie en getuigenis geven en samen bidden. ‘Dat is wennen’, geeft Holwerda aan, ‘maar als leerkrachten daar voorbij zijn, is het een stuk gemakkelijker om geloofsgesprekken met het kind te hebben.’ Er kan verlegenheid zijn, maar ‘haakjes moeten soms ook naar boven worden gehaald’, geeft Van Doleweerd aan.
‘Slogans worden weleens slagbomen tussen theorie en praktijk. Dat doet geen recht aan de opdracht en de verantwoordelijkheid die mensen hebben.’ Even peinst de godsdienstdocent, dan vervolgt hij: ‘Godsdienst is de laatste jaren veranderd in godsdienstige vorming. Het is niet genoeg alleen kennis over te dragen. Leerkrachten voelen dit wel aan.’ Van Doleweerd adviseert om ‘de ontwikkeling naar de aansluiting van de dagopening op het praktische schoolleven vanuit het team op te bouwen. Deel de ervaringen, want dat doet het zelfvertrouwen groeien. En geef elkaar de ruimte; het moet bij jouw persoon passen.’
Naast luisteren volgden de bezoekers van de identiteitsdag workshops; aan de hand van proefjes gingen zij met elkaar in gesprek over Bijbelverhalen en Bijbelse thema’s. De bedoeling van deze proefjes was om samen met leerlingen, op een gelijk niveau, iets te ontdekken. Dat is in de situatie leerkracht-leerling niet altijd normaal. ‘Gelijkheid is van groot belang als je zaken in het geloof wilt delen’, legt Holwerda de achtergrond van het ontdekken uit.
Bewustzijn
‘Bijbelverhalen moeten verteld blijven worden. Kinderen moeten zich kunnen identificeren en de boodschap eigen kunnen maken’, benadrukt Holwerda gedreven. Hoe gaat het verder na de basisschool? Op het vervolgonderwijs zien docenten de leerlingen minder en kan een geestelijke band opbouwen lastiger zijn. Volgens haar kan ‘de mentor een belangrijke rol oppakken, samen met de docent godsdienst, bij wie je het in de les over geloofszaken hebt.’ Haakjes aanbrengen mag wat Holwerda betreft veel meer toegepast worden. ‘Als docenten zich hier meer bewust van zijn, zal het geloof meer centraal staan. De dagelijkse praktijk kan soms namelijk ver weg staan van het christelijk leven. In de overdracht zou hier ook meer aandacht voor mogen zijn.’ Van Doleweerd vult aan: ‘Een overdrachtsdossier gaat vrijwel nooit over hoe een leerling er geestelijk in staat.’
Ben je bereid van je taak af te gaan en voor de mens te gaan? Volgens beide sprekers is dat wel gewenst. Holwerda vindt het belangrijk dat onderwijzers geloofsmomenten delen met leerlingen. ‘Oefen met het voeren van geloofsgesprekjes met leerlingen buiten de lessen om. Als je écht verbinding hebt, geeft dat een positief gevoel. Dat kun je met collega's delen, want daar leert het team ook van.’
Hanna Holwerda is actief op het snijvlak van kinderen, geloven, geloofsoverdracht, natuur en science. Ze heeft haar eigen bureau Educatief Bureau Sterrenschip en heeft op dit moment zestien kinderboeken uitgebracht waarmee ze kinderen en hun ouders wil inspireren en op een verrassende manier Bijbelverhalen, God en zichzelf laten ontdekken. Jan van Doleweerd is docent godsdienst aan Driestar hogeschool en (associate) lector voor het Protestants Centrum voor Godsdienstig Vormingsonderwijs. Samen met A.J. Kunz heeft hij het boek Stapstenen. Godsdienstige vorming in het basisonderwijs geschreven.
Reactie CNS Putten
‘In de evaluatie van de dag gaf een collega aan: “Deze middag maakt me weer extra bewust van de belangrijke rol die we hebben in de geloofsopvoeding en inspireert mij nog meer om te zoeken naar mogelijkheden om met de leerlingen het gesprek aan te gaan over God, de Bijbel en het geloof.” Dat laatste – dicht bij de belevingswereld van kinderen blijven – nemen meer collega’s mee naar de praktijk van alledag.
Verder noemen collega's dichtbij de belevingswereld blijven, tijd nemen om de leerlingen echt te (leren) kennen en verbinding te zoeken, ruimte vrijmaken voor geloofsgesprekken als belangrijke punten. Personeelsleden ervaren de gesprekken, de inhoudelijke verrijking en het uitwisselen van ervaringen als heel waardevol.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2023
De Reformatorische School | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2023
De Reformatorische School | 48 Pagina's