Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een geboortebericht in Efratha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een geboortebericht in Efratha

De eerste Kerstpreek is stof tot grote blijdschap: ‘Want zie, ik verkondig u grote blijdschap’. Dat is het voorbericht, de inleiding van de boodschap van de engel.

4 minuten leestijd

Gij zult het Kindeke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe. Lukas 2:12b

De herders mogen weer ademha- len, na zoveel bange tegenspoed. De vrees ebt weg, maar, nu weten ze nog niet veel. Nog horen ze niet dat de Messias is geboren. Dat komt pas straks. Voor wie zal die ‘grote blijdschap’ zijn? Alleen voor henzelf? Is het exclusief voor de herders? ‘… die al den volke wezen zal’. Wat bedoelt de engel met ‘al den volke’ - enkelvoud? Alle volkeren op de aarde? De hele wereld? Of heel het Joodse volk misschien? Kanttekening 15 zegt hierover: ‘Namelijk Gods volk’, en verwijst dan naar Mattheüs 1:21, waar staat dat de engel Jozef bekendmaakt dat Maria een Zoon zal baren: ‘En gij zult Zijn Naam heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken’. Het gaat dus om ‘Zijn volk’, dat zijn zij die Hem – uit Jood en heiden - van de Vader gegeven zijn. Die grote blijdschap zal later aan alle volken op de aarde ‘zonder onderscheid’ ( DL 2, 5) verkondigd worden (‘de ganse aarde zal met de heerlijkheid des HEEREN vervuld worden’, Num. 14:21). Maar deze verkondiging bedoelt de engel hier niet. Hij heeft nu het oog op het volk dat Hij werkelijk ‘zal zalig maken’. Dat is het volk dat straks mag huppelen van zielenvreugd, als ze hun wens in Beth- lehem verkrijgen zullen. Het gaat om Gods volk uit alle volken. Wat een blijde mare voor een ellendig en arm volk dat op Zijn Naam betrouwt.

De Zaligmaker geboren

‘Namelijk dat u heden geboren is de Zalig- maker, Welke is Christus de Heere, in de stad Davids’ (vers 11).

Eindelijk horen de herders wat de oorzaak van hun blijdschap is: Het gaat om een Kind. De Messias is geboren, de beloofde Verlosser, de Kurios, Christus de Heere. Het is heden geschied, in deze nacht, op Gods eigen soevereine tijd, dat is de vol- heid der tijd en dat is altijd de beste tijd. Heden is Christus de Heere geboren, Hij naar Wie de vaderen reikhalzend hebben uitgezien, al sinds de moederbelofte in Genesis 3:15, Hij Die Zijn volk zou zalig maken van hun zonde, Hij Die genoemd wordt de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij wordt dat niet, Hij is het al. Heden is Hij gekomen om het verlorene te zoeken en het weggedrevene terug te brengen.

Wat een rijke Christusprediking voor arme zondaars: Christus, de Gezalfde, Jezus, de Zaligmaker, is geboren. Waar? In de stad Davids, in het huis van het brood, het van God gezegend oord.

De herders hebben niets gezegd, hebben ook niets gevraagd, ook geen teken. Een bewijs van de waarheid. Toch krijgen ze er één: ‘En dit zal u het teken zijn: Gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe’ (vers 12).

Veel nadruk valt op het woord ‘u’. De woor- den van de engel hebben namelijk een adres: ik verkondig ú grote blijdschap. Ú is heden geboren. Dit zal ú het teken zijn. In het herdershart is plaatsgemaakt voor het Kind in de kribbe. Ze krijgen hemelse permissie om gebruik van Hem te maken. ‘Want het baat ons niet veel, al weten wij dat de Zaligmaker geboren is, zo wij niet, ieder voor zich, er zeker van zijn dat Hij voor ons persoonlijk geboren is’ (Calvijn).

Hemelse heirlegers

‘En van stonden aan was daar met den engel een menigte des hemelsen heir- legers, prijzende God en zeggende: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen’ (Lukas 2:13, 14).

Het wonder van de menswording van de Zoon des Allerhoogsten heeft metterdaad plaatsgevonden, maar de aarde doet er het zwijgen toe. Geen mens die het hoog- ste lied zingt. Niemand die eraan denkt om God te loven voor Zijn onuitsprekelijke daden. Welnu, dan zullen de engelen het gaan doen. Er verschijnen niet twee of drie getuigen, maar een heel leger.

Opeens zit de lucht boven de velden van Efratha vol met ‘een menigte des hemelsen heirlegers’. Als een machtig koor ver- schijnen al die gedienstige troongeesten, met hemelglans omgeven, om samen in één groot Halleluja God te loven en te prijzen. Ze vallen die eerste engel zo van harte bij. Het is alsof alle morgensterren weer vrolijk zingen.

‘Opeens schieten in de eenzame nacht uit de vensters van de hemel scharen van engelen toe om het heil te bezingen dat in Bethlehem geboren is. Een menigte van hemelse heirlegers verlaat de troonzalen van de almachtige God, de Heere der heer- lijkheid’ (I. Kievit).

Er staat dat de engelen het hebben ‘gezegd’, maar ze hebben vast ook gezon- gen, ‘zeggende’: ‘Ere zij Gods in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen’. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2022

De Saambinder | 16 Pagina's

Een geboortebericht in Efratha

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2022

De Saambinder | 16 Pagina's