Na twee jaar
Twee jaar lang stond de maatschappij in het teken van de corona-epidemie. Dat gold ook voor het kerkelijk leven.
Met biddag 2020 konden de gemeenten nog (net) normaal samenkomen. Daarna waren de kerkdiensten aan allerlei beperkingen onderworpen. Overigens bleef er in Neder- land altijd nog wel een betrekkelijk grote ruimte. Althans vergeleken met andere landen. In Canada moesten de kerken maandenlang gesloten blijven.
Inmiddels heeft de overheid het overgrote deel van de coronamaatregelen aan de kant geschoven. Al blijft het onzeker, hoe het virus zich zal ontwikkelen. Wellicht krijgen we nog te maken met nieuwe, gevaar- lijke of minder gevaarlijke varianten.
Vooruitgang
Op medisch gebied is er de laatste ander- halve eeuw veel vooruitgang geboekt. De kindersterfte, die vroeger vaak drama- tisch was, is aanzienlijk teruggedrongen. Voor allerlei levensbedreigende ziekten zijn ingrepen mogelijk en medicijnen beschikbaar. Daar mogen we dankbaar voor zijn.
Niettemin heeft de epidemie, die vanuit China over heel de wereld ging, de mens opnieuw bepaald bij zijn afhankelijkheid en kwetsbaarheid. Voordien hadden we veelal de indruk dat dodelijke ziekten als de pest of de cholera of de Spaanse griep, die vroeger de mensheid teisterden, ons nu niet meer zouden overkomen. Dat bleek echter anders te zijn.
Op grond van de Bijbel behoorden we daarin Gods slaande Hand op te merken. Maar ook Gods sparende Hand mocht daarbij gezien worden. Gezondheid en ziekte komen ons immers niet bij geval toe, maar zijn in Gods voorzienig bestel begrepen.
In veel kerken wilde men niet spreken over corona als een oordeel van God. Dat was in strijd met hun Godsbeeld waarin voor Gods recht en Zijn oordelen en Zijn straf- fen geen plaats is. Evenzo ontbrak daarbij het besef van de zondigheid van de mens, waardoor hij zich Gods oordelen heeft waardig gemaakt.
Maar als wij wel durfden te spreken over Gods oordelen die over de wereld gingen, dan moet daarbij ook de vraag gesteld worden waar deze ernstige boodschap ons gebracht heeft.
Onvrede
Zeker het afgelopen jaar nam de maat- schappelijke onvrede over allerlei corona- maatregelen toe. Allerlei festivals konden niet doorgaan. Nachtclubs en dergelijke moesten gesloten blijven. Wat dat betreft had de coronapandemie ook grote voor- delen. Maar voor velen vormde dergelijk vermaak, droevig genoeg, de hoogtepun- ten van hun leven. Dat moesten ze nu alle- maal missen. Maar ook normale bedrijven kwamen in de problemen.
Niet-gevaccineerden dreigden van allerlei zaken te worden uitgesloten of werden daar al van uitgesloten. Begrijpelijk dat dit ergernis opriep, al was er voor hen ook wel reden om extra voorzichtig te zijn. Ter wille van zichzelf en ter wille van hun omgeving. Ook in de kerk ontstonden allerlei discus- sies over het coronabeleid. Hoe moest men als kerkenraad manoeuvreren als het ging om het kerkbezoek, de uitzending van de kerkdiensten, de sacraments- bediening, de mondkapjes, de huisbezoeken, de catechisaties en de verenigingen? Onverwacht had men te maken met een vol- strekt nieuwe situatie waarvoor In veel kerken wilde me nauwelijks precedenten waren. En het duurde allemaal veel langer dan men aan- vankelijk gedacht had.
En als men het als kerkenraad eens gewor- den was over een bepaalde beleidslijn, hoe zou dat in de gemeente vallen? Er waren er altijd wel (en misschien wel een heleboel) die het beleid te streng vonden of juist te ruim. En de een legde zich daar gemakkelij- ker bij neer dan de ander.
Zo is er de afgelopen maanden niet alleen veel maatschappelijke onvrede ontstaan over het coronabeleid van de regering, maar is er ook allerlei kerkelijke onvrede naar boven gekomen. Hopelijk zakt dat weg, als de coronamaatregelen tot het verleden gaan behoren. Maar vaak is daar heel wat tijd voor nodig.
Sociale controle
Ook valt te vrezen dat de kerkelijke mee- levendheid geleden heeft onder al de maatregelen. De eeuwenoude gewoonte om elke zondag tweemaal op te gaan naar Gods huis werd plots doorbroken. Zal die trouw zich weer volledig herstellen? Als er een duidelijke begeerte is, zullen we onze plaats niet leeglaten.
Kerkgang ging echter ook altijd gepaard met een vorm van sociale controle. Het viel op als iemand regelmatig wegbleef. Zeker in wat kleinere gemeenten. In de coronatijd kon men gemakkelijk verzuimen, zonder dat iemand dat in de gaten had. Of men kon eens elders een dienst volgen. Wellicht is dat goed bevallen. Maar was dat soms omdat daar gemakkelijker gesproken werd over de weg der zaligheid? Of omdat het daar vrolijker aan toeging? Het einde van de coronamaatregelen zal door velen als een opluchting ervaren worden. Opmerkelijk is wel dat dat einde samenviel met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. Het ene wee is weggegaan en het andere is gekomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 2022
De Saambinder | 24 Pagina's