Het Lam op weg naar Jeruzalem

Wordt het Lam opgewacht? Wordt het Lam met open armen ontvangen? Nee, er is geen plaats voor het Lam. Ja, wel voor een Messias Die verlost van de Romeinen, Die voldoet aan eigen verwachtingen. Maar niet voor het Lam Dat door voldoening voor verzoening gaat zorgen. En dat terwijl ze op het tempelplein zó druk bezig zijn met het keuren van de lamme- ren, zo druk bezig zijn in de dienst van de Heere. Maar er is geen plaats voor hét Lam…

Doelgericht

‘… en Jezus ging vóór hen’. Het Lam neemt geen sluiproute naar de offerplaats. Het Lam loopt niet weg voor het werk dat op Zijn schouders rust. Hij gaat zelfs voorop, zodat iedereen Zijn gang naar Jeruzalem kan zien. Hij gaat heel doelgericht Zijn weg. Het doel van Zijn komst naar deze aarde ligt immers daar, bij Jeruzalem. Daar zal Hij de taak vervullen die Hij van Zijn Vader gekre- gen heeft. Daarom is Hij dienstknecht geworden.

Wat is het doel van Zijn komst dan? In de eerste plaats om Zijn Vader te verheerlij- ken. Om de eer van Zijn Vader te bedoelen. De eer en heerlijkheid van God die wij naar beneden hebben gehaald. Wij hebben God in Zijn eer aangetast, gekrenkt. Wij hebben gegrepen naar de hoge positie om als God te zijn. Nameloos diep is onze val geweest. Maar dit Lam zal de eer van God die wij geschonden hebben weer verheerlijken. In de tweede plaats zal Hij Zijn Kerk los- kopen, Hij zal voor voldoening zorgen. Vers 45 spreekt ervan: ‘om Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen’. De hemelhoge schuld van de Zijnen zal het Lam betalen met Zijn bloed. De zware zondelast van de Zijnen zal op de rug van het Lam gelegd worden. De ongerechtighe- den van de Zijnen zullen op Hem aanlopen. Zo is Hij het volkomen Lam. Zo volkomen dat Hij de verworven zaligheid ook door Zijn Geest toepast.

Is het uw worsteling? Gods eer wordt niet verheerlijkt in mijn leven, integendeel, Gods eer wordt geschonden, Hem wordt niet gegeven waar Hij recht op heeft. Ik heb het wel geprobeerd, maar het is op een grote mislukking uitgelopen. ‘Uw wil en wet, hoe heilig, stout versmaad’. Maar dít is het Lam Dat de eer van Zijn Vader volko- men verheerlijkt.

Is het uw worsteling? Mijn hemelhoge schuld wordt op geen enkele manier uit- gewist. Integendeel, de schuld wordt elke dag meer. Mijn zonden zie ik mij steeds voor ogen zweven en de last van mijn onge- rechtigheden doen mij wegzinken in mijn verlorenheid. Het loon op mijn zonden is rechtvaardig. Zie, het Lam Gods, Zijn bloed reinigt van alle zonden.

Alwetend

‘… en Jezus ging vóór hen’. Zijn weg is geen onbekende weg. Het Lam weet wat Hem te wachten staat. Hij weet van de bittere lijdensbeker die Hij tot op de laat- ste druppel moet leegdrinken. Hij weet van de Godsverlating die wacht. Hij weet van de vloekdood die Hij sterven moet. Hij weet het alles. Hij weet dát Hij moet lijden. Hij weet wát Hij moet lijden. Hij weet wannéér Hij moet lijden. Hij weet dóór wíe Hij moet lijden. Dat heeft Hij van te voren doorvoeld en doorleefd. Toch deinst dit Lam niet terug. Hij gaat, alwetend, naar de slachtbank. Ja, zelfs de wetenschap voor wíe Hij moet lijden doet Hem niet terugdeinzen. Al zullen de discipelen allen geërgerd worden aan hun Zaligmaker. Al is het dat ze niets van Zijn lijdensweg willen begrijpen. Al is het dat ze allemaal bij Hem zullen wegvluchten. Al is de Kerk nog zo onwillig en onkundig. Toch gaat het Lam naar de slachtbank. Niet als martelaar, maar als Middelaar.

Vrijwillig

‘… en Jezus ging vóór hen’. Niet alleen doelgericht en alwetend, maar ook vrijwil- lig. Zo gaat het Lam betalen, zo gaat het Lam voldoen. Hij gaat vóór om alleen de lijdensbeker te drinken, om alleen te lijden, om alleen te sterven, om alleen te voldoen. Als het enige Lam. Als het gewillige Lam. Als een Held om de noodzakelijke en goede weg te lopen. Dan zien we geen aarzeling in de stappen die het Lam zet. Het Lam is van eeuwigheid gewillig geweest om de wil van Zijn Vader te doen. Vanuit liefde tot Zijn Vader en liefde tot Zijn Kerk vervult Hij het Woord, dat Hij in de stilte van de eeuwig- heid gesproken heeft: ‘Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God’.

Hoe staan wij ten opzichte van dit Lam? In Jeruzalem was er geen plaats. Heel druk waren ze bezig met het goedkeuren en slachten van de lammeren, maar hét Lam zagen ze over het hoofd. Hoe is ons gods- dienstig bezig zijn? Wat kunnen we druk bezig zijn met allerlei werkzaamheden rondom de kerk. Maar, waar is hét Lam? Het overgrote deel van het volk zag geen gedaante en geen heerlijkheid in het Lam. De schuld drukte niet, de zondelast woog niet, de ongerechtigheden werden niet gevoeld. Wat moet je dan met een schuldovernemend Lam?

Anderen ergerden zich aan het Lam. Het Lam wees op de gruwelijkheid van de ongerechtigheid en op de onvolkomenheid van de eigengerechtigheid. Daar zitten we niet op te wachten. Dat staat ons tegen. Dat geeft ergernis. Stoten wij ons zo aan het Lam?

Of heeft het Lam waarde gekregen in uw leven? Is het Lam u noodzakelijk en dier- baar geworden in een weg van buigen voor God? Met de belijdenis van David in het hart: ‘Ik heb gedaan wat kwaad was in Uw oog, dies ben ik, Heere, Uw gramschap dubbel waardig’? Dan is er maar één Die uw heil volmaken kan. Het Lam Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen