Geweten en volksgezondheid
De coronacrisis heeft een flinke wissel getrokken op de gezondheidszorg in Nederland. We hebben dat persoonlijk gemerkt. En anders hebben we het wel gemerkt aan overheidsmaatregelen. Want die werden ingezet om de gezondheidszorg niet teveel te belasten.
De gezondheidszorg was tij dens de coronacrisis vaak onderwerp van gesprek. Nu is persoonlijke hygiëne van groot belang in het bestrijden van een virus. Het is - met een beroep op de Bijbel - billijk dat mondkapjes, afstandsmaatregelen en ook quarantaine-voorschriften daarin een plaats hebben. De overheid als dienares Gods, ons ten goede (Rom. 13: 4). Opval lend is dat het gesprek vrijwel uitsluitend op het praktische niveau werd gevoerd. Wat doen we wel? Wat doen we niet?
Waar gaat het om?
Soms ging het meer over de visie en het beleid op de gezondheidszorg. Zo kwam op een gegeven moment duidelijk de een zaamheid van mensen in zorginstellingen naar voren. Daarvan is later erkend dat de maatregelen aanvankelijk hierop een te grote druk hebben gelegd.
Een ander punt dat te maken heeft met het beleid op de gezondheidszorg werd aangeduid met ‘code zwart’. Daarmee wordt de situatie aangeduid waarin niet iedereen meer aanspraak kan maken op bijvoorbeeld IC-zorg. Dan zouden artsen de voorrang van de patiënten moeten bepalen. Een punt dat iedereen erg aan sprak. En ons gevoel zei dat we ver van zo’n situatie vandaan wilden blijven. Maar nog kwamen we niet toe aan het open gesprek over deze dingen. Laten we bedenken dat er in een ziekenhuis altijd gewerkt wordt met prioriteiten. Artsen maken voortdurend dergelijke afwegingen. Dat is helemaal niet nieuw. Alleen kwam de situatie nu bedreigender over. Het lastige was vooral dat in dit hele gesprek een stuk realisme ontbrak. ‘Code zwart’ heeft wel gefunctioneerd als een claim om je toch vooral niet kritisch op te stellen. Maar met de maatschappelijke doordenking van deze thematiek zijn we niet veel verder gekomen.
Ter vergelijking: in het najaar van 2021 bracht ik een bezoek aan onze zendings post in Guayaquil in Ecuador. Mij viel direct op dat men elkaar onbekommerd handen gaf en omhelsde. Lopend in één van de sloppenwijken van deze miljoe nenstad vroeg ik er de mensen naar. Hoe ontspannen was hun reactie! Ik vroeg: maar als je dan heel erg ziek wordt, kunnen ze je dan in het ziekenhuis nog wel helpen? Waarschijnlijk niet, was het ant woord. Dat blijkt voor de meeste mensen daar onbetaalbaar.
Daar stond ik dan als ‘rijke westerling’. Deze mensen leven dus altijd onder wat wij noemen ‘code zwart’. Ik voelde me een verwend mensenkind. Hoe belangrijk protocollen en handelwijzen ook zijn, daar zit de crux blijkbaar niet. Maar: Hoe sta je in het leven? Wie ben ik voor God? Wij zijn welvaartskinderen geworden. We zeggen wel dat het leven niet maakbaar is, maar intussen beïnvloedt dat streven ons meer en dieper dan we beseffen.
Zuiver zicht op het geweten
De kern van het gewetensvraagstuk komt al wat dichterbij. Hopelijk heeft het debat over de vaccinatie ons daarin nog geholpen? Dat is immers altijd een zaak van het geweten genoemd. Laten we eens proberen deze gevoelige zaak wat op een afstand te bekijken.
Ik heb de indruk dat we de lijnen niet anders hebben getrokken dan in het ver leden gebeurde. Daar zit de verandering niet. Viel het ons misschien moeilijker om ons in het standpunt van de andersden kende te verplaatsen? Terwijl degenen die niet gevaccineerd zijn, zullen erkennen dat vaccinatieprogramma’s middellijkerwijs hebben geholpen om de sterftegraad bij besmettelijke ziekten in allerlei wereld delen te doen dalen. En degenen die wel gevaccineerd zijn, zullen voorbeelden erkennen van mensen die met enkel een beroep op Gods voorzienigheid een eerlijk en krachtig getuigenis geven van Gods genadige zorg over hen. Maar soms vreesde ik dat we niet goed konden losko men van het simpele ‘wel of niet een prik halen’. Dat is een teken dat het zicht op ons innerlijk, het geweten, op z´n minst is vertroebeld.
Toestemming voor medische ingrepen behoort tot het beslissingsrecht van de patiënt. Elke ingreep in mijn lichaam her innert mij aan mijn plaats ten opzichte van God, de Schepper en Onderhouder van mijn leven. Dán is het juist een gewetens zaak om te mogen beleven dat de HEERE zorgt. Hij laat ziekten immers toe en heeft de geoorloofde middelen mede besloten. Maar dan zal ook geen ziekte of maatregel scheiden van deze Zijn vaderlijke zorg. Zo geeft een vrij geweten kracht om prak tisch onze plaats in te nemen. Hebben we deze genade mogen beleven in de gezond heidszorgen van de afgelopen jaren?
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2022
De Saambinder | 20 Pagina's