Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mozes’ voorspraak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mozes’ voorspraak

Mirjam sprak - samen met Aäron - tégen Mozes. Tégen de man Mozes, de leidsman van Israël, de profeet die zijns gelijke voor en na hem niet had (Deut. 34:10-12).

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die op den aardbodem waren. Daarom zeide Aäron tot Mozes: Och, mijn heer, leg toch niet op ons de zonde waarmede wij zottelijk gedaan en waarmede wij gezondigd hebben. Mozes dan riep tot den HEERE, zeggende: O God, heel haar toch. Numeri 12:3,11,13

Doch de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen: hij ging er niet tegen in. Niet dat het een kleine zaak was, integendeel: de tegensprekers waren Mirjam en de hogepriester Aäron. Niet Mozes’ vijanden, niet zijn haters, maar zijn eigen zus en broer, kinderen van God, sieraden in Gods Kerk. Diep heeft Mozes de pijn gevoeld, hij werd kwalijk behandeld, niet met Gods volk maar door Gods volk, ja, door Mirjam en Aäron.

Doch Mozes zweeg - zeer ootmoedig, zeer nederig. Hij kon maar niet begrijpen dat de Heere hem verkoren had om Zijn volk uit Egypte en door de woestijn te leiden. Dat wonder kreeg hij niet klein, diep leefde hij zijn onwaarde in. Het was alles genade, gewerkt door Gods Geest. De vrucht was dat Mozes het niet voor zichzelf ging opnemen. Hij wist dat de Heere alles hoorde (vers 2b) en mocht het aan Hem overlaten.

Zo werd een verterende brand van twist voorkomen, juist tussen Mozes, Mirjam en de hogepriester Aäron. De hel probeerde te wroeten in de ingewanden van Gods gemeente, maar greep mis. Genade is onmisbaar. Mirjam en Aäron waren begenadigde mensen en toch… Genade in oefening is onmisbaar, dán is er de genadevrucht, zoals bij Mozes. Is het niet om jaloers op te worden? Of wordt zelfs dát niet bij mij gevonden?

Salomo was wijzer en rijker, meer dan alle mensen (1 Kon. 4:30; 10:23). Nebukadnezar was in zijn dagen machtiger, meer dan alle mensen. Maar wie werd meer verne- derd dan hij die gras at gelijk de ossen? (Dan. 4:33).

In Adam zijn alle mensen gelijk. Voor Gods wet en de dood zijn ook alle mensen gelijk. Toch wil ons bestaan meer zijn dan een ander en het liefst meer dan alle mensen. Het hitst en woelt, zelfs bij de allerheilig- sten in dit leven.

Volmaakt zachtmoedig

Mozes was zachtmoedig, meer dan iemand in zijn dagen. Wie zou dat nú zijn? U misschien? Of zou u op de tweede of derde plaats staan? Zou u wel zachtmoe- dig wíllen zijn, meer dan een ander?

Christus is de volmaakt Zachtmoedige, gisteren en heden en eeuwig door.

Hij leert Zijn volk dat ze de voornaamste der zondaren zijn en buiten Hem de ellen- digste van alle mensen. Hij leert hen ook het Evangeliewonder: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen (Matth. 11:28, 29). Wordt dat doorleefd, dan is de ziel, o wonder, de zachtmoedigste van alle mensen. Zolang als het duurt.

‘Ontwaak, Noordenwind, en kom, Gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. O, dat mijn Liefste tot Zijn hof kwame, en ate zijn edele vruchten!’ (Hoogl. 4:16).

Zottelijk gedaan

Nadat de Heere Mirjam en Aäron gedag- vaard heeft, opende Hij de schuldbrief: ‘Waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd tegen Mijn knecht, tegen Mozes te spre- ken? (…) En zie, Mirjam was melaats, [wit] als de sneeuw’ (vers 4-10).

Aäron had zich laten meeslepen in de zonde van tegenspreken. Zegt hij nu: Je kunt wel aan Mirjam zien dat ze de hoofdoorzaak is? Nee, in het zondigen waren zij één en ook nu vormen zij een eenheid: in Mirjam kwam de straf der zonde openbaar, in Aäron de belijdenis van zonde.

‘Och, mijn heer,’ zei hij tegen Mozes - dít is geen tegenspreken maar smeken - ‘leg toch niet op ons de zonde waarmee wij zottelijk gedaan en waarmee wij gezon- digd hebben’. Dat is: reken het ons niet toe en wil onze voorspraak zijn.

Aäron kwam in de schuld. Evenals David na de volkstelling: ‘… ik heb zeer zotte- lijk gehandeld’ (1 Kron. 21:8). Zó beleden de allerheiligsten in dit leven door de genade van Gods Geest. En het was niets teveel gezegd.

God ziet Zijn volk zo graag in de schuld. Niet slechts één keertje maar telkens weer. Het is de kortste weg tot de oplos- sing. Om het wonder te leren, voor het eerst en opnieuw: het is Jezus alleen en anders geen.

O God, heel haar toch

Aärons spraak maakte hem openbaar: hij was een rechteloze, het zal op genade aankomen. Samen met Mirjam had hij gezegd: ‘Heeft dan de HEERE maar alleen door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door ons gesproken?’ Maar nu was dat ‘ook door ons’ er af. Nu was het werkelijk: Mozes alléén; een andere voor- spraak is er niet. Och, mijn heer, buiten u is het verloren.

Mozes heeft zich in de bres gesteld om Gods grimmigheid af te keren (Ps. 106:23). Hij had gehoord wat de Heere over hem gezegd had (vers 6-8). Hoe meer de Heere het voor hem opnam, hoe schuldiger Mirjam en Aäron werden. En hoe groter het wonder voor Mozes werd: ‘Doch door de genade Gods ben ik wat ik ben’ (1 Kor. 15:10a).

Het was er ver vandaan dat hij boven zijn broer en zus stond. Wat had hij hen lief. Met innerlijke ontferming bewogen riep hij dat vurige, korte gebed: ‘O God, heel haar toch’ Schenk haar léven, geef vergeving en genezing.

Mozes was wel een middelaar van voor- spraak, maar Christus is Middelaar van voorspraak én verzoening. De Herder stelde Zijn leven voor Zijn schapen. Hij is met Zijn bloed altijd voor het aangezicht van de Vader, Hij is hun Pleitbezorger én hun Pleitbeslechter. Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke Gave!

Nog steeds geeft Hij bekering om het ‘ook door ons’ af te leren. Nog steeds treedt Hij tussen, maar alleen voor schuldige tegen- sprekers en melaatsen.

Jezus leeft. Zult u sterven?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2022

De Saambinder | 24 Pagina's

Mozes’ voorspraak

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2022

De Saambinder | 24 Pagina's