Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Thomas met hen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Thomas met hen

4 minuten leestijd

Het wonder van de opstanding van Jezus is al weer een week geleden. Door het onmogelijke heen was Zacharia’s profetie waar geworden: ‘Maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden’.

Een opmerkzame lezer zal zeggen: maar dit is maar een gedeelte van Zacharia’s profetie! Ja, dat is zeker waar. Maar ook het eerste gedeelte is al vervuld geworden. Het zwaard moest ontwaken en Gods eigen Zoon, de Herder, slaan. En de schapen, de discipelen, zijn verstrooid geworden. Al bij de gevangenneming van Jezus waren ze weggevlucht. En van de enkele getuigen bij het kruis en bij het graf hebben ze gehoord dat hun Meester gestorven en begraven was. En zo zijn de schapen van de gestorven en begraven Herder, zonder moed en hoop, ja liggend midden in de dood, bij elkaar gekropen in Jeruzalem.

Op zondagmorgen

Wonderlijk en niet te bevatten was de bevinding van Maria Magdalena en de andere vrouwen en van Petrus en Johannes in de vroege ochtend van die zondagmorgen. Gebeurtenissen en getuigenissen buitelden over elkaar heen. Bij sommigen waren de banden al gebroken en mocht het leven uit Hem, Die uit de dood was opgestaan, in hun hart reeds invloeien. Anderen konden het nog niet bevatten en geloven. Maar Hij zal Zijn hand tot de kleinen wenden, ook op de avond van de opstandingsdag. Ze zijn bijeen als Hij verschijnt en Zich als de Levensvorst aan hen openbaart. Nee, er is geen twijfel mogelijk! Hij toonde hun Zijn doorboorde handen en Zijn doorstoken zijde. Wat is daar een wonderlijke blijdschap in hun ziel ingevloeid! Daar moest de dood wijken voor Hem Die de Weg, de Waarheid en het Leven is! Daar mocht hun oog staren op Hem, Die voor hen de dood was ingegaan en van de dood niet gehouden kon worden.

Thomas, de kleine

Maar ach, Thomas was er niet bij. Hij deelde dus nog niet in die zoete vreugde. Dat hebben de discipelen wel op hem over willen dragen, maar het blijkt dat de ene broeder de andere niet kan verlossen. Dat kan Jezus alleen. Ook tot die kleine, tot deze Thomas, zal Jezus Zijn hand wenden.

Thomas. Zijn naam betekent ‘tweeling’. Toch moest hij een week langer als een éénling ellendig omzwerven en een week langer de vreugde van Gods heil missen. Nee, het getuigenis van de anderen kon hem niet overtuigen van de opstanding van Jezus. En hoe diep hij nog in de put zit, blijkt wel als hij zegt: ‘Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steek in het teken der nagelen, en steek mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven’ (Joh. 20:25b).

O, dat ongeloof dat kan liggen als een steen op het hart! Maar Jezus zal laten zien dat de steen voor Zijn graf is weggerold en dat Hij waarlijk is opgestaan. Thomas mag ook gaan delen in dezelfde vreugde als de andere discipelen.

Ogen des geloofs

Nu nodigt de goede Herder een verstrooid schaap om zich tot Hem te wenden. Om met handen te tasten en om zo de geloofsogen van Thomas weer te openen voor Hem Die de Opstanding en het Leven is. Dan is daar het moment dat ook bij Thomas de banden van de dood en van het ongeloof mogen breken. En wat een helder geloofsgezicht mag de zwaarmoedige Thomas dan ontvangen. Hoor hem uitroepen: ‘Mijn Heere en mijn God’ (Joh. 20:28b).

Nee, dan is er van ongeloof geen sprake meer. Dan mag Thomas in de geloofsoefening zijn Heere en zijn God omhelzen. Dan ziet Thomas met zijn geloofsoog zaken die hij nog nooit heeft gezien. Hij mag Jezus zien als zijn Heere, als zijn Eigenaar. Daar mag Thomas ervaren een gekochte te zijn. Daar mag Thomas uitroepen: ‘Heere, U bent mijn God’.

Het is meer dan een belijdenis alleen. Het is een uitroep in verwonderde aanbidding: Heere, U bent in een weg van recht, ja, door middel van Uw betaling nu ook mijn God! Voor Thomas mocht het worden: ‘Ik heb het zelf uit Zijnen mond gehoord’.

slot volgt


En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen.

Johannes 20:26a

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 2023

De Saambinder | 20 Pagina's

Thomas met hen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 2023

De Saambinder | 20 Pagina's