Dankbaar en blij
Met de beste bedoelingen zeggen we weleens: ‘We zijn dankbaar en blij’. Op weg naar de dankdag willen we samen vanuit Lukas 17:11-19 nadenken over de inhoud van deze woorden ‘dankbaar en blij’, opdat we de Bijbelse inhoud ervan zouden mogen beléven, en opdat de Heilige Geest ons ware dankbaarheid zal leren.
In Lukas 17 komt het einde van de aardse reis van Christus in zicht. Hij is op weg naar Jeruzalem. Alleen Lukas vertelt ons deze leerrijke geschiedenis.
Christus’ reddende macht is alom bekend. Daarom roepen tien melaatsen op afstand om Zijn hulp. Deze levende doden blijken Zijn Naam te kennen. In hun geroep horen we ook de erkenning van Zijn macht: ‘Jezus, Meester, ontferm U onzer’. Daarop klinkt Zijn bevel om naar de priester te gaan, om hem te laten vaststellen dat ze genezen zijn. De genezing voltrekt zich dus niet op staande voet, maar dat gebeurt terwijl ze gehoorzaam onderweg zijn. En dan gebeurt het grote wonder: ze zijn genezen. Ze hebben geroepen en gehoopt, ze zijn verhoord en uitgeholpen. Wat een weldaden! Ze mogen weer naar huis, weer terugkeren in de gemeenschap. Wat een blijdschap. Want geloof maar dat ze allemaal blij zijn geweest. Blij over de gebedsverhoring; blij over hun genezing van die vreselijke ziekte.
Blijdschap
In het terugblikken op de tijd van biddag tot dankdag worden we opgeroepen om Gods weldaden niet te vergeten. ‘Vergeet ze niet, ‘t is God, Die z’ u bewees’. Deze oproep blijkt nodig, want we vergeten zo gemakkelijk. De tegenslagen die er waren, vergeten we niet, die schrijven we in marmer. Maar de weldaden, die schrijven we in het zand. Met een enkele zucht van de wind is dat uitgewist.
Daarom: ‘Gedenk toch aan de weg die de Heere leidde, in de woestijn van dit leven’. Gedenk aan wat de Heere allemaal gaf en liet. Wanneer het over Gods zorgende hand gaat, drukt onze belijdenis het zo uit: God dient de mens, met het doel dat de mens God zal dienen (NGB, art. 12). Hij legt nog zo veel arbeid aan onze zielen ten koste. Hij verhoorde het gebed om ons dagelijks brood. Hij schonk misschien wel op een bijzondere manier uitkomst. Vergeet dit alles toch niet!
Dit geeft oorzaak tot blijdschap. Want ‘de Heere hoort het gebed, tot U zal alle vlees komen’ (Ps. 65:3). Dit is weer waar gebleken in het seizoen dat achter ons ligt. Wat zou het erg zijn wanneer we niet eens toekomen aan de blijdschap over de weldaden.
Waar ermee gebleven?
Op weg naar de priester zien we tien mensen die hartelijk verblijd zijn over de ontvangen weldaden. Alle tien waren ze in diepe nood, alle tien hebben doodziek tot de Heere geroepen, alle tien zijn gehoorzaam in de aangewezen weg gegaan. Hoewel ze Hem niet kenden, hadden ze Gods kracht gevoeld. Dat bleek in hun wonderlijke genezing.
Maar dan valt er een scheiding. Negen van de tien haasten zich om hun godsdienstige plichten te vervullen. Ze gaan terug naar hun dierbaren, naar hun werk, naar het volle leven. Ze zijn gezond en blij met de weldaden, maar ze vergeten de Weldoener. Ze weten van Zijn hulp, maar vergeten de Helper. Ze ontvingen de gave van de gezondheid en vergeten de Gever. Ze kunnen naar het lichaam weer verder en vergeten hun ziel. Hun einde is in wereldse zaken. Kom, kijk eens in de spiegel!
Een Samaritaan
Nu die ene. Hij is een Samaritaan, behoort niet tot het volk van God. Hij is een buitenstaander. Wanneer hij vaststelt dat hij op zijn noodgeroep genezen is, kan hij niet verder. Hij denkt niet aan zijn huis en aan al het aardse. Want zijn hart trekt naar Hem, Die hij nog niet kent. Met de ontvangen gave kan hij niet verder zonder Hem, Die het gaf. Hij moet terug… Dat kan geen uitstel lijden. Want het is Jezus’ laatste gang naar Jeruzalem. Wachten kan niet, want dan is het te laat. Eerst naar de priester? Dat is een vrome strik. Nee, hij moet nu direct terug.
Luid belijdt hij de God van Israël. Hij loopt recht op die omstreden Jezus af, valt aan Zijn voeten met het gezicht op de grond en vertelt alles wat er gebeurd is. Let eens goed op deze vreemdeling. Hij is het voorbeeld van ware dankbaarheid. Hij is neergevallen, in stilte wachtend op genade. Over deze neergeknielde smekeling heen, richt Jezus Zich tot de omstanders. Dus ook tot ons. Hij stelt drie vragen die we u op weg naar de dankdag elkaar ook willen stellen: Zijn er niet tien gereinigd? (vers 17a). Want, tíen hebben er om hulp geroepen, tien zijn er beweldadigd. Dat is toch waar? De tweede vraag: ‘en waar zijn de negen?’ Waar zijn die allemaal, want Ik mis ze. Ik had ze toch ook hier aan Mijn voeten mogen verwachten? Die negen kunnen toch meer en beter weten dan deze Samaritaan? Kerkelijke mensen laten nu pijnlijk verstek gaan.
De derde vraag in vers 18. Er klinkt droefheid in Zijn stem over het wegblijven van die negen. Is er niet één van die negen die met de weldaden terugkomt aan Mijn voeten, om God de eer te geven zoals deze buitenstaander mag doen?
Dit zijn ook drie vragen aan ons adres. Drie vragen vanwege pijnlijke ondankbaarheid!
Ware dankbaarheid
Christus richt Zich ten slotte rechtstreeks tot de vreemdeling die daar in het stof voor Hem ligt. Hij mag opstaan en heengaan, met een geredde ziel. Want heil en heling gaan samen, door het ware geloof. Dat geeft God de eer en kan niet zonder de Zaligmaker. Hij is een onwaardige, een mens met een verbroken hart en een verslagen geest. Hij weet nog zo weinig van Jezus, maar hij is wel echt dankbaar!
Het gaat er niet allereerst om wat we hebben ontvangen, maar waar zijn we er mee gebleven? Ware dankbaarheid is gericht op Gods eer en wordt alleen ervaren aan Jezus’ voeten. Zullen we dat nooit vergeten? Op weg naar de dankdag klinkt de vraag: waar zijn de negen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2023
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2023
De Saambinder | 24 Pagina's