Koelman en de opwekking in Sluis
In 1672 vond in Sluis een bijzondere opwekking plaats. Het gebeurde tijdens de bediening van Jacobus Koelman.
Koelman hield in die dagen eerst verschillende preken over 2 Korinthe 5:19 en 20: ‘Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende, en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen’. Daarna preekte hij over verschillende andere teksten die met de waarachtige bekering te maken hebben, en die we wel als ook tot ons komend mogen beluisteren, zoals Ezechiël 33:11: ‘Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls?’
De stokbewaarder
De volgende stof die Koelman behandelde, was Handelingen 2:37: ‘En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?’ Dezelfde vraag werd nogmaals aan de orde gesteld uit het boek van de Handelingen, namelijk bij de bekering van de stokbewaarder, Handelingen 16:30: ‘En hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: Lieve heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?’ Hierna volgde een preek ter waarschuwing aan hen die ongehoorzaam bleven, over 2 Korinthe 4:3: ‘Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in degenen die verloren gaan’. Ook sprak hij over 1 Koningen 21:27: ‘Het geschiedde nu, als Achab deze woorden hoorde, dat hij zijn klederen scheurde, en een zak om zijn vlees legde, en vastte; hij lag ook neder in den zak, en ging langzaam’. Andere stoffen die behandeld werden in die tijd waren genomen uit het Hooglied en uit de brieven van Johannes. Er kwamen mensen tot bekering die al jarenlang onder de prediking zaten, ook eenvoudigen die maar weinig kennis hadden. Ook in veel kinderen onder de twaalf jaar waren bijzondere blijken van genade te zien. In sommige wijken van de stad staken de huisgezinnen elkaar aan; zelfs rooms-katholieken kwamen daardoor over tot de gereformeerde religie. Onder de prediking op zondag raakten er enkele maanden aaneen verschillende mensen bekommerd over de staat van hun ziel. Bekende
Loven en prijzen
In zijn ”Historisch Verhael van de Proceduuren”, uitgegeven onder de schuilnaam Theophilus Parresius, schrijft Koelman hierover dat ‘er een groot aantal van allerlei slag van mensen, burgers en soldaten, mannen en vrouwen, jongen en ouden, krachtdadig bekeerd zijn tot de levende God, zodat alle oprechten die ervan hoorden en bij gelegenheid des Heeren werk aldaar zagen, met verwondering de Heere daarover loofden en prezen. En dit werd te meer met verbaasdheid opgemerkt, omdat dit daar aan de uiterste grensplaats van het land geschiedde; nu de Heere gereed stond om Zijn toorn door het geweld van de oorlog over Nederland te brengen; alsof de Heere daardoor nog wilde tonen dat Hij in Nederland nog een overblijfsel wilde houden…’ Koelman werd later door de overheid uit Sluis verbannen. De duivel wil altijd Gods werk dwarszitten, maar hij moet het altijd verliezen. Na zijn verbanning heeft Koelman immers tientallen werken van puriteinen vertaald, zoals van Love, Binning, Brown, Goodwin, Guthrie, Hooker en Durham. Ze worden, met zijn eigen geschriften, gelezen tot op de dag van vandaag. Ook door u, en door jou? Er worden middellijk nog mensen door zulke boeken opgewekt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 2025
De Saambinder | 24 Pagina's