Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vergeet Niet, Wie Uw Bevrijder Is!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vergeet Niet, Wie Uw Bevrijder Is!

9 minuten leestijd

"Ik ben de Heere, uw God, die u uit Egypteland, uit het diensthuts, uitgeleid heb". Exodus 20 vers 2.

Dit oude Bijbelwoord krijgt vandaag, op de dag waarop wij de bevrijding van ons volk na vijf jaren van tyrannic gedenken, voor ons nieuwe betekenis, nieuwe inhoud, nieuwe ernst. Zoals eeuwen geleden het volk Israel gekweld en verdrukt werd in Egypte, en machteloos stond tegenover zijn verdrukkers, — zo is ook ons volk vijfjaren lang gekweld en verdrukt, en er scheen geen einde aan te kunnen komen Maar er IS een wonder gebeurd, vroeger en nu' Want zoals God in Zijn barmhartigheid Zich aan Israel getoond heeft een Bevrijder, een Redder, die een einde maakte aan de tyrannic, — zo gedenken wij vandaag dankbaar, dat HIJ ook aan ons volk de vrijheid teruggaf, ons weer leven doet als een vrij volk, doordat Hij op Zijn tijd aan de Duitse tyrannic toeriep Zijn "Tot hiertoe — en niet verder'"

"Uit het diensthuis uitgeleid". Dat was immers voor dat volk Israel de diepste en smadehjkste vernedering, dat het moest leven in "het diensthuis", in slavernij. Door God was het geroepen tot de hoge roeping om tot eeuwige zegen te zijn voor alle volkeren. Maar de machtige Farao duldde met, dat dit volk in vrijheid zou leven, dat het rechten ontving Geleidelijk werd het van al zijn vrijheden en rechten beroofd en ingeschakeld in de totale arbeidsinzet van het Egyptische volk. Egyptische ambtenaren dwongen de Israëlieten tot harde arbeidsdienst bij de bouw van Egyptische verdedigings- en vestingwerken, bij het baggeren en spitten van klei uit de Nijl-armen, bij het bakken van stenen voor de Egyptische weermacht Alle man aan het werk voor de totale arbeidsinzet!

Maar het helpt de Farao alles met. Want het volk Israel blijft innerlijk weerstand bieden. Het vergeet niet de beloften Gods, en het roept tot God om uitredding Dan grijpt de Farao naar de waanzinnigste maatregelen in zijn woede en in zijn angst: alle pasgeboren jongens moeten verdronken worden. Uitgeroeid moet dat volk door hst of door geweld En wat kan nu een machteloos volk tegen zulk een overmachtige verdrukker?

"Het diensthuis" — de slavernij — de tyrannic! Dat was ook voor ons volk in deze vijfjaren het allerergste, het meest vernederende en het ondraaglijkste. Erg waren in allerlei delen van ons land de oorlogsverwoestingen door bombardementen, door de VI's en op allerlei andere wijze Erg was vooral in de laatste winter de voedselnood, de honger, heel erg. Maar de oorzaak van al dit erge, het allerergste, was. de tyrannic, de slavernij. De oorlog, die Duitsland immers op 10 mei 1940 met ons volk begon, had tot doel: een vrij volk te maken tot een volk van slaven, afgericht en gedrild, onmondig gemaakt en geestelijk gelijkgeschakeld, bevend van angst voor zijn verdrukkers En de honger, die vreselijke voedselnood, was een verschrikkelijk gevolg van die onbarmhartige tyrannic, omdat ons volk lijdelijk toe moest zien dat al onze kostelijke voedselvoorraden werden weggeroofd en weggesleept door de vijand en wij letterlijk van alles werden beroofd, zodat de vijand zelfs een sadistisch leedvermaak had m onze honger

De oorzaak van al onze ellende lag m de brutale tyrannic van een kleine kliek van misdadigers en krankzinnigen, die de vreemde macht ontvingen vijf jaar lang ons te kwellen De ene vrijheid na de andere werd ons ontnomen. Partijen, verenigingen en groeperingen van jong en oud, van hoog tot laag werden ontbonden. Kranten en tijdschriften, die er een eigen mening op na hielden, opgeheven. Vergaderingen, conferenties, samenkomsten, om als mensen en als christenen elkaar te steunen, werden verboden. Verboden werd dit, verboden werd dat, verboden werd langzamerhand alles wat nog iets met vrijheid te maken had. Verboden een Jood in huis te hebben of in je vereniging toe te laten of zijn boeken te bewaren; verboden een portret van de Koningin te laten zien in je winkel of gebouw, verboden een bloem te dragen op koninklijke feestdagen; verboden naar radio Oranje te luisteren en verboden een insigne te dragen; verboden in de trein of in de tram je mening te zeggen of over een N.S.B.-er te glimlachen; verboden weg te blijven van een nationaal-socialistische propaganda-samenkomst als arbeider of ambtenaar of — als schooljongen. Verboden — . ja, wat was er eigenlijk niet verboden? Verboden was elk woord en elke daad, elke vereniging en alle geestesleven, alle onderwijs, alle meningsuiting, waarin een laatste spoor van vrijheid te merken was. Het was om te stikken! Het was een gevangenis! En dat was de bedoeling: de volken van Europa moesten slavenvolken worden, moesten met mitrailleurs en propaganda opgesloten worden in "het diensthuis", in de slavernij.

Zó had het kunnen blijven. Maar God heeft niet gc- 65 wild, dat het zó blijven zou omdat Hij een barmhartig God is. Dat heeft Hij getoond aan het verdrukte volk Israel in Egypte. Terwijl de tyrannieke Farao zich tot het uiterste toe verzet tegen Israels bevrijding, terwijl alle plannen van Israel om zichzelf te bevrijden mislukken, zorgt God Zelf voor de bevrijding en maakt Zich zó bekend als een genadig en barmhartig God. Toen niemand het verwachtte, deed God die wonderlijke daad: Hij greep in. Hij stelde Zich op de bres voor dat verdrukte volk en stelde Zich tegenover dat volk van verdrukkers. Alle wanhopige pogingen van de Farao om dat te verhinderen zijn vergeefs. De Farao met zijn trotse legers, zijn ruiters en zijn wagens, komt om in de Rode Zee. Maar het verdrukte volk wordt bevrijd uit de tyrannic en trekt veilig naar een nieuwe toekomst, naar het beloofde land. Die geweldige bevrijding mag Israel nooit, nooit vergeten, want het mag nooit vergeten dat God uit barmhartigheid Zich zó bekendmaakte: "Ik ben de Heere, uw God, die u uit Egypteland, uit de slavernij, uitgeleid heb".

Nederland is Israel niet. Ons volk is niet beloofd, wat God aan Israel heeft beloofd. Toch mogen wij weten, dat de God die door Israel aanbeden wordt, nog niet duldt dat de volkeren der wereld in slavernij leven. Daartoe heeft Hij ze niet geschapen! En om Christus' wil vergunt Hij ons volk nu weer in vrijheid te leven.

Dat zullen ook wij dus niet mogen vergeten: Verlost uit de vijfjarige slavernij zijn wij — terwijl de tyrannen tot de allerlaatste dag toe ons land en volk kwelden en beroofden, terwijl onze binnenlandse strijdkrachten niet in staat waren ons te bevrijden en onze bondgenoten met al hun machtige legers ons —door het water— niet te hulp konden komen. Verlost zijn wij door dat wonderlijke, machtige ingrijpen van die barmhartige God, die niet wilde dat wij eeuwig een slavenvolk zouden zijn. Onze bevrijding danken wij aan die God, die Zich aan Israel bekendmaakte als Bevrijder, die in Christus altijd weer alle verdrukten reddend te hulp is gekomen, die ook nu weer dit wonder heeft gewrocht. "Ik ben uw God, uw Bevrijder uit de slavernij". Dat mag ons verdrukte volk nu en in de toekomst nooit vergeten! Dat moet worden beleden op bijzondere en persoonlijke wijze door die allen, die in deze jaren persoonlijk zo zwaar zuchtten onder de tyrannic: de gevangenen en de gegijzelden, de Joden en de onderduikers, de gezinnen waarvan de mannen zijn weggevoerd, de jongeren wie alle toekomst werd ontnomen. Zij allen en wij allen moeten ootmoedig belijden: "de ondergrondse" heeft wel groot en goed werk gedaan en onze bondgenoten zijn ons wel te hulp gekomen, maar wie ze heeft geleid en gebruikt, wie ze de macht gaf ons te bevrijden, dat was de Heere onze God. Hij is onze eigenlijke Bevrijder. Aan Hem alleen danken wij tenslotte onze bevrijding. Van Hem ontvangen wij de bevrijding als Zijn geschenk. Zijn gave, het teken van Zijn onbegrijpelijke genade. Een geschenk is die vrijheid! Wij kunnen er geen

Een geschenk is die vrijheid! Wij kunnen er geen rechten op laten gelden, wij kunnen ze alleen aannemen in diepe ootmoed en dankbaarheid. Later, als wij als vrij volk leven, zullen wij dat onszelf en onze kinderen telkens moeten herinneren: die bevrijding van de vijfjarige Duitse tyrannic was een wonder Gods. 66

Aan het begin van Israels volksgeschiedenis staat het wonder van Gods bevrijdende daad, de redding uit Egypte's slavernij. Aan het begin van onze eigen volksgeschiedenis staat het wonder van Gods bevrijding uit Spaanse tyrannic. Maar deze God der wonderen leeft nog. Hij heeft ons opnieuw het wonder bewezen ons te bevrijden uit Duitse terreur en ons daardoor opnieuw een vrij volksleven te geven. Een geschenk is deze vrijheid! Daarvoor gebruikte God volkeren en wapenen; daartoe waren Engeland, Amerika en zelfs Rusland instrumenten in Zijn hand. Daarom komt de eer en de dank toe aan Hem, die ons uit de vijfjarige Duitse tyrannic heeft bevrijd.

Zo roepen wij elkaar toe: Vergeet niet, wie uw Bevrijder is! Vergeet nóóit de donkere, angstige, vreselijke jaren van verdrukking en slavernij, maar vergeet ook nooit dat gij bevrijd zijt door die God, die eenmaal Israel verloste, die eenmaal ons volk bevrijdde van Spaanse tyrannic en die nu ons verlost heeft van de Duitse terreur. Vergeet nooit het uw kinderen te zeggen. Ons éne gevaar is te vergeten, wie ons bevrijd heeft. Alles wordt goed, als wij dat niet vergeten.

Nederland is vrij! Maar opnieuw staan oude en nieuwe aardse goden gereed het vrije Nederland terug te brengen in slavernij. Vrij worden en vrij blijven wij alleen, als wij ons stellen onder Jezus Christus, onze eigenlijke Bevrijder. Op deze bevrijdingsdag roepen wij elkaar toe terug te keren tot de heerschappij van Jezus Christus, ons in dienst te stellen van Zijn Rijk. Blijft bij uw Bevrijder! Toekomst is er voor ons volk en ons land alleen door besliste gehoorzaamheid aan Jezus Christus' geboden. "Onder Uwe heerschappij zijn wij zalig, zijn wij vrij". "Slechts onder Uwe heerschappij worden wij vrij van de zonde . . . Anders zo ga ik te gronde".


Uit de bundel BEVRIJDING, Leiden 1945, biz. 65—68 en 73. Fragmenten uit de prediking, door ds. H C Touw uitgesproken op zondag 6 mei 1945 in een dankdienst voor 's lands bevrijding in de Oosterkerk te Leiden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1990

Ecclesia | 8 Pagina's

Vergeet Niet, Wie Uw Bevrijder Is!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1990

Ecclesia | 8 Pagina's