Met Barbara op stap
(n.)
KrUgsIieden klaagden over ongezonde lucht in Goedereede
In het eerste artikeltje herinnerden wij aan het paedagogische werk van de Goudse domineesvrouw A. B. van Meerten-Schilperoort. Zij schreef voor de jeugd boeken met bijbelvertellingen, „zedekundige wenken" en andere werken om de algemene ontwikkeling van het jonge geslacht te dienen. Haar omvangrijkste boek was de ,,Reis door het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg", dat uit 5 delen bestaat. In haar tijd had mevrouw van Meerten grote betekenis. Wie deze zomer de Sint Janskerk te Gouda bezoekt om er de gebrandschilderde glazen te zien, moet maar eens letten op het te harer eer aangebrachte medaillon in die kerk, waarop men het borstbeeld van Barbara van Meerten ziet, gesticht „door hare dankbare leerlingen en vrienden". Ze wordt daar „Neerlands Kindervriendin" genoemd.
Op reis door de Nederlanden doet Barbara ook Goeree en Overflakkee aan. Het is wel interessant te lezen, welke feiten en bezienswaardigheden zij de vermelding waard acht voor haar jonge lezertjes van omstreeks 1825.
„Steden zijn er niet op dit eiland, hetwelk anders vruchtbaar in mee en koren schflnt; evenwel moet ik zeggen, dat de beide vlekken Sommelsdijk en Middelhamis door hunne goede huizen en talrijke inwoners, die naam zouden verdienen te voeren".
Mevrouw van Meerten heeft lof voor het goed beplante en met een gracht omgeven kerkhof van Sommelsdijk. In de kerk wijst zij op de prachtige tombe van het geslacht der heren Aerssen van Sommelsdijk. Voorts vermeldt zij dat de inwoners grotendels van de landbouw en de boomkwekerijen leven, terwijl die van Middelhamis hun bestaan in de visvangst vinden, „gelijk men er ook eene goede, overdekte vischmarkt heeft" Behalve een vismarkt bezit Middelhamis een „regtbank".
Oude Tonge en Goedereede
Er zqn niet zoveel plaatsen, die Barbara aandoet. Geen wonder, want ze heeft zelf het eiland nooit betreden! Al haar kennis ontleende ze aan andere boeken. Zij verlaat nu Sommelsdijk en Middelhamis en gaat dan voort:
„Op de zuidwest-kust van dit eiland, onder de bedding van den zoogenaamden Rozendalschen Vliet uitkomende, tegenover het dorp Oude Tonge, heeft men in 1822 de overblijfselen van een mastbosch ontdekt. De stammen, welke allen regt overeinde stonden, hadden eene halve of heele el lengte, en het hout was zeer week. Door het eenigen tijd in de lucht te leggen, werd het weder hard en brandbaar. Men berekende, dat het over de drie eeuwen oud moest zijn". Dan zet mevrouw van Meerten uiteen
Dan zet mevrouw van Meerten uiteen dat Goeree en Overflakkee voorheen gescheiden waren. Een smal vaarwater scheidde beide delen. Door aanslibbing is dit verzand, zodat Goeree of Westvoome één geworden is met Flakkee en er een dijk rond beide eilanden loopt.
Over de stad Goedereede vernemen wij, dat dit voorhen groot, vermogend en volkrijk placht te wezen, maar dat er nog maar duizend inwoners waren overgebleven, die grotendeels bestaan van de bezetting. Over deze militaire bezetting vertelt Barbara, dat de krijgslieden hier echter zelden zeer tevreden zijn, om het meer ongezjonde der lucht". De grond van Goeree is evenwel vruchtbaar; er worden granen en meekrap geteeld. Een bijzonderheid van de toren is, dat hij als vuurbaak dienst doet.
Ooltgensplaat.
Nog één plaats is er, welke Barbara een bezoek waardig acht, n.1. het „door zijn heerlijke aardappelen en meeteelt welvarende Ooltjens-plaat". Zij vindt dat Ooltgensplaat reeds op zichzelf als een fiks dorp aandacht zou verdienen, „zoo veel te meer, daar het in den jongsten worstelstrijd met de Franschen een schoon voorbeeld van Nederlandsche dapperheid opleverde".
Wanneer Barbara, die vanuit Dintelsas gekomen, over Willemstad terugkeert, Goeree en Overflakkee heeft verlaten, ktjkt zij nog eens achterom en zegt dan: „Dit eiland was meermalen, het toneel van dapperheid en heldenmoed en wel van heldenmoed van vrouwen". Bij de belegering van Goedereede door de Hoeksen (in het laatst der 15e eeuw) werd de stad, daar alle mannen ter haringvangst waren door de vrouwen verdedigd. De belegeraars zijn daarbij op zoveel gesmolten pek onthaald, dat zij „na eenen storm van zeven uren met verlies moesten aftrekken".
Op de meisjes van Barbara's dagen, die deze boeken lazen, zal de vrouwelijke dapperheid wel indruk gemaakt hebben. Daar was het mevrouw van Meerten ook om te doen. Want zij heeft veel gedaan voor de emancipatie der vrouw, Eén van de beste middelen daartoe achtte zij het aankweken van kennis bij de vrouwelijke jeugd, het wijzen op luisterrijke vrouwenfiguren in het verleden, en het geven van voorbeelden van vrouwelijke moed.
In het geval van Barbara van Meerten was het een domineesvrouw, die iets schreef over het eiland. Bekend is dat naderhand een predikant van het eiland zelf, ds B. Boers van Middelhamis, een beschrijving gaf, n.1. in 1843. Ook in 1878 heeft een dominee grote belangstelling voor Goeree en Overflakkee aan de dag gelegd. Dat was de doopsgezinde predikant J. Craandijk, die een uitvoerige tocht over het eiland maakte en er een nog altijd zeer leesbaar verslag van gaf.
H. de J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1957
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's