Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hier blijft het niet bij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hier blijft het niet bij

4 minuten leestijd

Een rapport

De discussie over euthanasie is weer opgelaaid. Er is een rapport uitgebracht door een commissie onder voorzitterschap van de artsenorganisatie, de KNMG. De kranten hebben er breedvoerig melding van gemaakt. De discussie over de voorstellen van deze commissie is in volle gang.

Het advies van prof. Dr.J.H. Dijkhuis komt hierop neer: euthanasie moet toegepast kunnen worden in gevallen, waarin mensen lijden aan het leven. Wat met die term precies is bedoelt, wordt in het rapport niet omschreven. De grenzen moeten nog worden ingevuld. Eén ding is wel duidelijk: artsen moeten de beslissingen nemen en uitvoeren, als mensen vanwege lijden aan het leven hun leven willen beëindigen.

Niet strikt medische criteria

Er is in tal van kranten al het een en ander over geschreven. Ik maak een paar opmerkingen bij die discussie. Ze worden de lezer ter overweging meegegeven.

Allereerst deze: het gaat niet meer over strikt medische criteria. Ik zou hier willen spreken van existentiële factoren. Het woord existentieel lijkt mij meer op zijn plaats dan cultureel. Natuurlijk, dit voorstel staat niet los van

Natuurlijk, dit voorstel staat niet los van onze cultuur. Die wordt gekarakteriseerd door de gedachte van autonomie: ik beslis zelf over wat ik doe. In dit culturele klimaat wordt recht en ruimte gevraagd voor beslissingen die ik in mijn situatie vanuit mijn beleving en vanuit mijn levenssituatie wil nemen. Vandaar mijn voorkeur voor de typering: existentieel. Dat dit beslissend motief karakteristiek is voor onze hedendaagse cultuur zal duidelijk zijn. Zij biedt, om zo te zeggen, het raamwerk waarbinnen existentiële opties beslissend zijn. Deze worden normatief geacht.

De tweede opmerking is dat het niet meer uitsluitend of in de eerste plaats om medische handelingen gaat. Een medicus te belasten met de uitvoering van euthanasie naar het criterium van lijden aan het leven is onjuist. De medicus wordt dan opgezadeld met een beslissing en een taak die buiten zijn medische professie valt. Het is veeleer een psycholoog of een psychotherapeut die een oordeel kan vellen over lijden aan het leven. In dit verband een predikant als deskundige erbij te halen, lijkt me niet gepast. Eventueel kan de psycholoog zich met een medicus verstaan.

De grenzen van dan geoorloofde euthanasie worden opgerekt tot veel verder dan de medische professie. Daarom acht ik het wezenlijk onjuist in dit voorstel om medici in geval van lijden aan het leven met de beslissing te belasten.

Dr.R.Seldenrijk heeft terecht herinnerd aan de eed van Hippocrates. Hij noemt als grondbeginselen van die eed, dus van het werk van een arts: collegialiteit, onaantastbaarheid van het leven, beroepsgeheim en kuisheid. Wie op grond van lijden aan het leven een

beroep doet op artsen om euthanasie toe te passen (bijna had ik geschreven: om euthanasie te voltrekken) gaat de grens van het medisch handelen te buiten. Ik zou zelfs zeggen: hij handelt in strijd met wat van de medicus gevraagd en verwacht mag worden.

Ook in andere situaties

Een derde opmerking - niet de minst belangrijke - is wat in de titel van dit artikel is uitgedrukt: hier blijft het niet bij. Ik wijs erop dat het criterium lijden aan het leven nog moet worden ingevuld. Dat zal de nodige moeite kosten. De meningen zullen daarover sterk uiteen lopen. Niet over het feit of er aan het leven geleden wordt; maar wel over de vraag, wanneer en in welk geval dit een toereikend criterium is om euthanasie toe te passen.

Stel het geval dat men het daarover eens wordt, dan is dat niet meer dan een voorlopige beslissing. Aanvankelijk zal het criterium lijden aan het leven gezocht worden in aansluiting bij medische indicaties. Daartoe zal men zich niet beperken.

Waarom men lijden aan het leven niet als critèrium kan gebruiken in gevallen van twintig- of veertigjarigen, die het leven als een ondragelijke last ervaren?

Als mensen in hun autonomie zelf de beslissing in handen krijgen, dus nemen, kan hij tegen ieder ander zeggen: jij kunt niet beoordelen hoe zwaar ik aan het leven lijd. Dat is mijn probleem en daarom heb ik ook recht zelf daarover een beslissing te nemen.

Het zal de lezer duidelijk zijn: als we verder deze weg opgaan, wordt zowel de waarde van als de waardering voor het leven volstrekt subjectief bepaald. Er is geen roeping of plicht om te leven. We kunnen het beëindigen als we dat wensen of gepast vinden. De maatschappij kan hoogstens aandringen op matiging aandringen. Neem geen overhaaste beslissing.

Moet er dan geen hulp geboden worden, als een medemens aan het leven lijdt? Op die vraag hoop ik terug te komen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 2005

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

Hier blijft het niet bij

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 2005

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's