Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij de Schrift in de leer: de hervorming van het onderwijs in de 16 e eeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de Schrift in de leer: de hervorming van het onderwijs in de 16 e eeuw

9 minuten leestijd

De ontwikkeling en voortgang van de Reformatie in de 16 e eeuw laat zich niet denken zonder de hervorming van het onderwijs. Sterker nog: De Reformatie begon feitelijk niet in de kerk, maar in een onderwijsinstelling: de universiteit van Wittenberg, waar Maarten Luther (1483-1546) hoogleraar was.

Luther publiceerde in 1517 stellingen, omdat dit in die tijd aan de universiteit een reguliere onderwijsvorm was. Vrijwel elke wetenschappelijke disputatie begon met een of meerdere stellingen. Luther nodigde met zijn 95 stellingen uit tot een breed dispuut over de situatie in kerk en theologie, en dat niet alleen aan de universiteit. Maar overal waar de Reformatie wortel schoot, werd het onderwijs onder de loep genomen en op nieuwe leest geschoeid.

Dit was ook noodzakelijk geworden. Niet alleen omdat steeds meer kloosterscholen de deuren sloten, maar ook omdat Luthers kerkhervormende arbeid om deugdelijk protestants onderwijs vroeg. Wie stelt dat iedere gelovige een priester is die in staat moet zijn zelf de Bijbel te lezen en te begrijpen, roept als vanzelf om scholing die daarop gericht is. Dat was in een tijd waarin onderwijs lang niet voor iedereen was weggelegd niet alleen in de kerk maar ook in de school een revolutionair uitgangspunt.

Bronnen

Eerlijk is eerlijk: het christelijk humanisme van Erasmus en de zijnen had ook al gehamerd op de broodnodige hervorming van kerk en onderwijs. De Bijbel en de kerkvaders zouden als de oorspronkelijke bronnen van het christendom weer op de lessenaar moeten komen. Alleen daarvan was heil te verwachten voor kerk en samenleving en daarin hadden ze gelijk.

Luther verdiepte deze opvatting door die te verbinden met zijn leer van de rechtvaardiging door het geloof. Daarmee hief hij het strakke onderscheid tussen leken en geestelijken op en kwam het onderwijs binnen het bereik van iedereen die het wilde volgen. Daarnaast ontstond er al snel vraag naar goed geschoolde predikanten, die via prediking en catechese het protestantse gedachtegoed konden overbrengen aan jong en oud. Ziedaar de nauwe band vanaf het begin tussen het protestantisme en de opvoedingswetenschap.

Van Luther is bekend dat hij zich op diverse niveaus met onderwijs en opvoeding bezighield. Met name in twee geschriften, bekend als zijn Schulschriften (1524 en 1530), heeft hij zijn opvatting over het onderwijs op papier gezet. In het ene, gericht aan de stadsraden van geheel Duitsland, wees hij de raadsheren op hun plicht om voor deugdelijk en Bijbels onderwijs te zorgen. In het andere wees hij ouders op hun plicht om de kinderen naar school te sturen en niet thuis te houden om daar met de ouders mee te werken. Kinderen moesten leren lezen, schrijven en in de Schrift onderwezen worden. Talen leren, maar ook geschiedenis en een beetje wiskunde.

Ook de meisjes! De Schrift wil immers door iedereen gelezen en begrepen worden. Taalkundige en godsdienstige vorming zijn voor de hervorming van de kerk hard nodig. Maar ook de overheid heeft er profijt van, wanneer kinderen worden opgevoed tot vrome en wellevende burgers. Zo gaan hier bij Luther de theologische en maatschappe lijke motieven hand in hand.

Gezin

Naast de kerk en de overheid wees Luther ook op het belang van het onderwijs binnen het gezin thuis. Vooral voor de vader zag hij hierin een belangrijke taak weggelegd. Het gezin is immers een gemeente in het klein, waarin hij als gezinshoofd een priesterlijke functie bekleedt. Naar het oordeel van Luther was de vader dus in het bijzonder verantwoordelijk voor het (dagelijks) doorgeven en beoefenen van de geloofsleer. Mede daarom schreef Luther zijn eerste Kleine Catechismus (1529), die ook wel Kinderlehre werd genoemd, met daarin een beknopte uitleg van de Tien Geboden, de Apostolische Geloofsbelijdenis en het Onze Vader, aangeboden in vraag- en antwoordvorm. De eerste uitgave verscheen ook op grote papieren vellen, die op school aan de muur konden worden opgehangen. Zo konden in één klap twee vliegen worden gevangen: de kinderen leerden lezen en raakten meteen vertrouwd met de eerste beginselen van het protestantse geloof.

Zelf hield Luther zich trouw aan zijn eigen voorschrift om ook thuis de catechismus met de kinderen te bespreken. Als hij thuis was, oefende hij de tekst met hen. Daar kon je niet vroeg genoeg mee beginnen, vond hij. Oudste zoon Hans was vier jaar, toen Luther hiermee begon.

De achterliggende gedachte was, dat mensen zich de geestelijke dingen pas eigen kunnen maken wanneer zij daarvan eerst terdege kennis hebben. Uit het hoofd leren dus en veel herhalen, het liefst een beetje spelenderwijs want een kind is geen volwassene. Begrip en inzicht volgen wel met de jaren. Eenmaal per jaar organiseerde Luther een soort catechismus-examen, dat altijd afgesloten werd met een feestelijke maaltijd, waarbij er gerechten op tafel kwamen die de kinderen lekker vonden. Het was zijn manier om het godsdienstonderwijs voor hen aantrekkelijk en plezierig te maken.

Al spoedig na de Kleine Catechismus volgde de Grote Catechismus, bedoeld voor de meer gevorderden en de predikanten, van wie Luther tot zijn ontzetting ontdekte dat velen zelfs de basiskennis van de Schrift nog misten.

Schriftstudie

Wat het hoger onderwijs betreft speelde de Wittenbergse universiteit voor Luther uiteraard de grootste rol. Als hoogleraar trok hij veel studenten uit binnen- en buitenland. Ook dat was een rechtstreeks gevolg van zijn reformatorische arbeid, waardoor de theologische opleiding een stevige inhoudelijke verandering had ondergaan.

Aan de basis daarvan lag Luthers spreekwoordelijke afkeer van de filosofische methoden die tot dan toe werden gebruikt en die werden toegeschreven aan Aristoteles. De gangbare mening was, dat je zonder Aristoteles geen goede theoloog kon worden. Luther draaide dit om en stelde dat je pas een goede theoloog kon worden als je het werd zonder Aristoteles. Maar hoe moest het theologisch onderwijs dan wèl ingericht worden?

Ook hierin maakte men gebruik van het devies van het christelijk humanisme: terug naar de bronnen. De bestudering van de Schrift zelf kwam centraal te staan, met daaromheen de vakken die nodig waren om dat naar behoren te kunnen. Studenten moesten zich de grondtalen Hebreeuws en Grieks eigen maken en werden getraind in het exegetiseren van teksten. Luther ging daarbij van twee interpretatielagen uit: de historisch-letterlijke en de geestelijke betekenis.

Ook het vak retorica kreeg een belangrijke plek in het onderwijsprogramma. Wie het Woord van God wil verkondigen, moet immers weten hoe je een betoog zo opbouwt, dat de mensen ook daadwerkelijk naar je luisteren en je begrijpen. Het zijn vereisten die weliswaar door de humanisten al waren aangereikt, maar die ook rechtstreeks teruggingen op Luthers eigen ervaring. Door te blijven studeren op Rom. 1:17 waren hem uiteindelijk de ogen open gegaan voor de bevrijdende boodschap die in het sola fide ligt opgesloten. Die ervaring gunde hij ook zijn studenten, die de nieuwe generatie vormden die de kerk verder zou moeten opbouwen.

Gaandeweg werd het onderwijsprogramma van de Wittenbergse universiteit verder uitgewerkt en verfijnd. De grootste bijdrage daaraan werd echter niet geleverd door Luther maar door zijn collega Philippus Melanchthon (1497-1560), aan wie Luther dit werk in vol vertrouwen overliet.

Institutie

De principes die de Duitse, lutherse Reformatie laat zien als het gaat om het onderwijs, gaan ook op voor de gereformeerde, Frans-Zwitserse lijn. Ook in die contreien werd de behoefte gevoeld aan godsdienstige vorming in kerk en school. De catechismus bleek als onderwijsmethode een blijvertje. Er verschenen er vele, met als hoogtepunt de Heidelbergse in 1563. Maar de leerboeken en handboeken vermenigvuldigden zich.

Johannes Calvijn (1509-1563) noemde zijn Institutie niet voor niets “onderwijs in de christelijke godsdienst”. Begonnen in 1536 als een wat hij zelf noemde “eenvoudige inleiding in de vroomheid”, was het werk in 1559 uitgegroeid tot een dik handboek. Calvijn schreef het om bij zijn colleges de handen vrij te hebben voor de exegese en niet steeds gestoord te worden door vragen van meer leerstellige aard.

Eveneens in 1559 ging Calvijns grote ideaal in vervulling: in Genève werd de Academie geopend. Aanvankelijk kon er alleen theologie worden gestudeerd, later ook medicijnen en rechten. Calvijn zelf kon er maar kort van genieten; hij overleed in 1564. Theodorus Beza zette met anderen zijn werk voort. In andere steden die tot de Reformatie overgingen gebeurde iets soortgelijks. In Zürich verbonden de humanistische en reformatorische idealen zich in de Prophezei, de onderwijsinstelling die het theologisch onderricht verzorgde ten tijde van Huldrych Zwingli (1484-1531) en Heinrich Bullinger (1504-1575). Andere steden als Lausanne en Bern reformeerden eveneens het onderwijs.

Jean Sturm

Eén plaats die in dit verband niet vergeten mag worden is Straatsburg. Daar werkte jarenlang de veel minder bekende, maar voor het onderwijs wellicht belangrijkste gereformeerde pedagoog uit die tijd: Jean Sturm (1507-1589), vriend van Calvijn en Martin Bucer (1491-1551), de reformator van Straatsburg. Zelf geschoold door de Broeders van het Gemene Leven in Luik en de christenhumanisten in Parijs, kreeg Sturm in 1537 het verzoek om naar Straatsburg te komen en daar de hervorming van het onderwijs voor zijn rekening te nemen. Al na een jaar kon er een gymnasium geopend worden, dat later uitgroeide tot een academie, waaraan niet alleen theologie maar ook andere studies gevolgd konden worden.

Sturm ontwierp een achtjarige (later tienjarige) opleiding, opgedeeld in verschillende klassen en niveau’s met bijbehorende diploma’s en graden. Als rector hield hij de docenten nauwlettend in de gaten; hij voorzag hen van de benodigde materialen en adviseerde hen hoe ze een college moesten inrichten. Het maakte hem niet bij elke docent geliefd, maar resulteerde wel in kwalitatief hoogstaand onderwijs dat als model werd gezien door de academies in andere gereformeerde steden. De academie van Genève is niet de enige die in opzet en intentie vrijwel zeker teruggaat op de pedagogische inzichten van Jean Sturm, al zijn er uiteraard ook verschillen.

De Reformatie en het onderwijs – ze zijn vanaf het begin met elkaar verbonden geweest, gedreven door het verlangen om het protestantisme te laten beklijven en aan de volgende generaties door te geven. In het onderwijs stond de reformatoren daarbij hetzelfde doel voor ogen. Om het in de woorden van Jean Sturm te zeggen: opvoeden tot “een wijze en welsprekende vroomheid” (sapiens atque eloquens pietas). Dat doel heeft voor het christelijk onderwijs in onze tijd nog niets aan actualiteit ingeboet


Verder lezen

Martin Luther, Eine Predigt daß man Kinder zur Schule halten solle, WA 30-2, 517-588. Nederlandse vertaling in: Herman J. Selderhuis (red.), Luther Verzameld deel II, Utrecht 2016, p. 1005-1043.

Martin Luther, An die Ratsherrn aller Städte deutschen Landes, dass sie christliche Schulen aufrichten und halten sollen, WA 15, 27-53.

Leif Grane (Ed.), University and Reformation. Lectures from The University of Copenhagen Symposium. Leiden 1981. Friedrich Schweitzer, Das Bildungserbe der Reformation. Bleibender Gehalt, Herausforderungen, Zukunftsperspektiven. Gütersloh 2016. Lewis W. Spitz & Barbara Sher Tinsley, Johann Sturm on Education. The Reformation and Humanist Learning. St. Louis MO 1995.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2022

Protestants Nederland | 44 Pagina's

Bij de Schrift in de leer: de hervorming van het onderwijs in de 16 e eeuw

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2022

Protestants Nederland | 44 Pagina's