Boekbesprekingen
Bram van de Beek en Herwi Rikhof, Wij geloven: De geloofsbelijdenis van Nicea/ Constantinopel uitgelegd (Utrecht: Kok-Boekencentrum, 2019) 220 p., € 19,99 (ISBN 9789043532716).
Twee systematisch-theologische emeritus hoogleraren hebben, vanuit de overtuiging dat de eenheid van het geloof zoals dat beleden wordt groter is dan de nuances die de eeuwen door ontstaan zijn, samen een boek geschreven over de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, omdat deze de expressie van die eenheid zou zijn. Van de Beek, emeritus hoogleraar van de VU, schrijft vanuit verbondenheid met de protestantse traditie en Rikhof, emeritus hoogleraar van de Universiteit van Tilburg en priester van het bisdom ’s-Hertogenbosch, vanuit verbondenheid met de Romana. Ze hebben elk de concepten voor bepaalde hoofdstukken verzorgd, maar schrijven het boek wel onder gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daar is durf voor nodig, want je merkt duidelijk dat ze beiden hun eigen aanpak hebben.
Het is een uitermate boeiend en leerzaam boek geworden, dat schuurt en zowel tegenspraak als hartelijke instemming oproept. Een boek waarin hoog wordt opgegeven van de drie-enige God, zijn Woord, zijn kerk, de sacramenten en de ‘Traditie’, door de auteurs met een hoofdletter geschreven.
Soms ervaar je ook vervreemding. Bijvoor beeld als gezegd wordt dat erfzonde verwijst ‘naar dat hele grijze gebied van kwaad dat weliswaar door menselijke beslissingen tot stand is gekomen maar waarvoor niemand persoonlijk en individueel verantwoordelijk kan worden gesteld...’ (54). En Romeinen 5 dan? Het meest vervreemdend ervoer ik de verhandeling over de maagd Maria, waarin het gezag van de ‘Traditie’ wel erg overheerst.
In hoofdstuk 6, over de incarnatie, lezen we dat we die vooral niet moeten zien als een noodgedwongen reactie op de zondeval, maar als uiting van Gods liefde en barmhartigheid. Omwille van ons heil. Prachtige dingen worden verder gezegd over het lijden en sterven van Christus en over zijn veroordeling op grond van degelijke theologie.
Ook over de verzoening worden diepzinnige dingen gezegd. Weldadig dat de leer van Anselmus niet onderuit wordt gehaald, hoewel de plaatsvervanging met uitgebreide tekstverwijzingen wordt aangevuld met de participatie, namelijk dat Jezus het hele mens-zijn heeft opgenomen en alle mensen in Hem participeren. De consequentie hiervan lijkt misschien dat alle mensen gered worden. Elders in het boek lezen we echter dat we beoordeeld worden op de werken van barmhartigheid en dat Gods vijanden vernietigd worden en een mens alleen herleven kan, als de Geest zorgt voor innerlijke vernieuwing. Een overgang, die volgens de auteurs wordt gemarkeerd door de doop, waarin ons oude leven met Christus begraven wordt en je de Heilige Geest ontvangt. Prachtige gedachten waar het de geloofsdoop betreft, maar voor de kinderdoop lijkt me dit nogal optimistisch. Volgens de auteurs zijn er voor de vruchten tijd en geduld nodig; God zou zelfs kunnen wachten tot na het laatste oordeel.
Waar het over de kerk gaat, merk je dat beide auteurs hun zegje doen. Ze beweren dat de katholieke kerk van na het Concilie van Trente, waar Rome schoon schip maakte, geen reden geweest zou zijn voor het schisma van de Reformatie, wat ze als noodoplossing zien. Volgens hen is het nodig dat Luther en Calvijn heilig verklaard worden en dat de protestanten de bisschop van Rome erkennen als leider.
De auteurs zien geen tegenstelling tussen het gezag van de Schrift en dat van de kerk, want de Geest leidt de kerk in alle waarheid. De verhouding Schrift en ‘Traditie’ komt ook uitgebreid aan de orde. In het hoofdstuk over de maagd Maria wordt gesteld dat ze allebei uit ‘dezelfde goddelijke oorsprong’ komen (78). De heilige overlevering zou ‘het woord van God’ ongerept doorgeven aan de opvolgers van de apostelen. In hoofdstuk 9 volgt echter een evenwichtiger uitwerking, waar zelfs wordt beweerd dat binnen de rooms-katholieke theologie de Schrift het hoogste gezag heeft. En studie van de Schrift ‘de ziel’ van de theologie is.
In het hoofdstuk over de ene heilige katholieke en apostolische kerk wordt het instituut kerk wel erg hoog neergezet, vooral als beweerd wordt dat de Heilige Geest hier en nergens anders reddend werkt. Over de eucharistie lezen we vervolgens dat we daarin Christus zelf ontvangen, het is zijn ‘praesentia realis’. Genezen de auteurs met de opmerking dat ze, vooral in de eucharistie, geen fundamenteel verschil zien tussen de tradities van Rome, Wittenberg en Genève, de breuk niet ‘op het lichtst’? De opmerking dat de gereformeerde traditie het hart uit haar eredienst heeft weggesneden door de eucharistie te beperken tot enkele malen per jaar en dat de preek daardoor een sacramenteel karakter kreeg, verdient verdere doordenking.
In het laatste hoofdstuk wordt nog een verwoede poging gedaan om de verschillende visies op het ‘filioque’ te verzoenen. Ondanks alle ‘mitsen en maren’ en het missen van literatuurverwijzing, een waardevol boek!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020
Theologia Reformata | 102 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 september 2020
Theologia Reformata | 102 Pagina's